vrijdag 7 augustus 2015

Het vernieuwde Biesboschmuseum in Werkendam

Fluisterboot Wisper
Het was al weer jaren geleden dat wij het Biesboschmuseum bezochten. Vanaf het pontje bij de Kop van 't Land wandelden we destijds over de dijkjes, langs plassen met zilverreigers en door het polderland met indrukwekkende boerderijen naar een knus onderkomen aan de rand van de vloedbossen en een brede kreek. Genoeg informatie over de streekgeschiedenis en de mensen die er woonden en er hun brood verdienden onder zware omstandigheden. Op de toen gebruikelijke manier gepresenteerd. Niks mis mee. Een wandeling door de omringende heemtuin en daarna met een bootje naar een van de zandplaten vol uitgegroeide vloedbossen om er het onderkomen van de griendwerkers te bekijken. En onderweg volop genietend van de bijzondere natuur.

Maar al verandert dat niets aan de historie die er verteld wordt: om te overleven moeten musea tegenwoordig hun verhaal op een andere manier presenteren. Blijkbaar gold dat ook voor het Biesboschmuseum. In juni 2015 ging het nieuwe onderkomen open; met een totaal vernieuwde presentatie en uitgebreid met informatie over de laatste ontwikkelingen. Ook de Biesbosch zelf maakte nl. in de achterliggende jaren een ingrijpende verandering door. Tijd dus om er weer eens een kijkje te gaan nemen.

Restaurant Biesbosmuseum
Dit keer gingen we met de auto de pont op. Het was helaas geen wandelweer. De lucht was egaal grijs, het goot pijpenstelen en we vluchtten min of meer vanaf de parkeerplaats het museum in. In de garderobe stonden meerdere paraplu's uit te lekken. De ontvangstbalie bevond zich in een hele ruime en lichte hal met een museumwinkel en een groot restaurant met buitenterras. Op het eerste gezicht oogde het allemaal wel een beetje kil en zakelijk, maar in het museumgedeelte viel dat gelukkig mee.

In het tentoonstellingsgedeelte worden ruimte en intimiteit afgewisseld. In de eerste grote zaal wordt een meerschermen-animatie (op drie wanden) over de Sint-Elisabethsvloed(link) van 1421 en het ontstaan van de Biesbosch getoond en verteld. De vloed maakte tweeduizend slachtoffers en had grote gevolgen op de lange termijn: 23 dorpen verdwenen en Dordrecht verloor een sterke economische positie. De animatie is gebaseerd op het paneelschilderij (link) De Sint-Elisabethsvloed (Meester van de Heilige Elisabeth-Panelen, anoniem, ca. 1490 - ca. 1495 - Rijksmuseum) dat de nabestaanden lieten vervaardigen en waarop in stripachtige wijze de ramp wordt uitgebeeld. Door in te zoomen en de figuren te laten bewegen en praten wordt op een heel dynamische en aantrekkelijke manier de historie belicht. Voor mij werkt zoiets beter dan het eindeloos lezen van infopanelen.

Een dergelijke presentatie komen we ook tegen in de grote zaal over de laatste ontwikkelingen: Ruimte voor de rivier. Daar wordt de aandacht gericht op de bijna rampen met doorbrekende rivierdijken van de laatste decennia  en de oplossingen daar voor, met argumenten van voor- en tegenstanders. Onder andere de polders grenzend aan de Biesbosch zijn ingericht als overloop van een teveel aan rivierwater.
Een andere grote zaal bevat een compleet vissersscheepje met de bijbehorende attributen en informatie over de historie van de visvangst in de Biesbosch.

Kleinere zaaltjes zijn onopvallend met de grote verbonden, slingerend, met een bocht, niet te overzien zonder er binnen te gaan. Zoals die over de eendenkooiers: je loopt een vangpijp in en leest de informatie aan het begin en aan het einde van de pijp. Terug heb je weer een andere kijk op de rietschermen die de kooiker en het hondje gebruiken om de eenden te vangen.
Of die over de natuur, met opgezette dieren, waaronder de bever en de steur. De eerste is terug in de Biesbosch en doet het goed, op de tweede wordt nog gewacht.

Luisteren naar de griendwerker
Naast de films zijn er interviews op video, te beluisteren via koptelefoons: zoals die van de griendwerker die terugkijkt op zijn leven en werk in de grienden, een boeiend verteller, daar blijf je graag even een minuut of 10 naar staan luisteren.

Omdat we voor 12.30 uur een plaatsje gereserveerd hadden op de fluisterboot konden we niet alles uitgebreid genoeg bekijken. Tijdens de tocht ontdekten we dat wellicht eerst varen en dan het museum beter werkt: nu hoorden we veel van wat we al gezien en gehoord hadden van de gids opnieuw. Andersom is het herkenning en kun je wat je interessant vindt nog verdiepen.
Het was een leuk rondje door brede en smalle kreken. Het was droog, de zon probeerde ondertussen zelfs even door de wolken te piepen. Het was niet koud en hoewel het voor de beleving van de omgeving, met water- en vogelgeluiden een fijne toevoeging was geweest, wilden enkele passagiers dat de ramen van de boot (die normaal openstaan bij zulk weer) gesloten bleven voor de tocht. Grr. Helaas, volgende keer beter, zullen we maar denken.

Met o.a. 300 bevers, 3 broedende paren zeearenden, visarenden in voor- en najaar begint de Biesbosch steeds meer een natuurgebied van allure te worden. Volgens onze gids komen in de Biesbosch vrijwel alle vogelsoorten voor die in de rest van Nederland voorkomen. Ook de platenwereld mag er zijn. Daarom organiseert Staatsbosbeheer speciale tochten in het gebied, zie: Staatsbosbeheertochten (link) Op eigen gelegenheid wandelen, fietsen of varen is ook mogelijk, zie daarvoor: Nationaal Park de Biesbosch (link)

Biesboschmuseum 2015
Maar voor ons zat het er voor vandaag op. We komen zeker nog eens terug, als ook de directe omgeving van het museum op orde is. Om alles nog eens nader te bekijken en om tijdens een wandeling ook van de natuur te genieten.

Dit museum werden bezocht in het kader van: Elke Maand Een Museum (KLIK HIER).

Voor informatie over het Biesboschmuseum:KLIK HIER

© JannieTr, augustus 2015.

maandag 27 juli 2015

Twee boekverfilmingen: De Surprise en Ventoux

Het is al weer even geleden dat we in een week tijd twee keer de bioscoop bezochten om er een boekverfilming te bekijken.  De eerste keer was dat voor De Surprise naar een verhaal van Belcampo, de tweede keer voor Ventoux naar een boek van Bert Wagendorp


Om met de laatste film te beginnen: het boek van Bert Wagendorp is een bestseller gebleken, maar ik heb het niet gelezen. Het onderwerp sprak mij totaal niet aan en ik heb zo mijn reserves bij bestsellers. Maar naar de film was ik toch wel benieuwd, ook al kan ik dan niet beoordelen of het aanvaardbaar verfilmd is. Kort samengevat: mooie beelden, maar een dun verhaaltje en weinig overtuigende karakters. Een avondje pretentieloze ontspanning dat niet veel indruk maakte. Het oordeel over of het boek beter was, laat ik graag over aan wie het wel las. De film is voor mij echter geen aansporing dat alsnog te lezen.

De Surprise las ik wel (KLIK HIER) en eigenlijk had ik verwacht dat de film de nadruk zou leggen op hilarische omstandigheden, iets wat ik niet gewaardeerd zou hebben (en die ook niet in het boek voorkomen). Dat bleek gelukkig totaal niet het geval. Maar om bij het begin te beginnen: hoe lag de verhouding tekst en filmuitwerking? Dat is heel moeilijk onder woorden te brengen, maar ik zal een poging doen.

De regisseur (Mike van Diem) heeft een heel aparte en geslaagde draai gegeven aan het verhaal van Belcampo. De basis is hetzelfde: een uiterst welgestelde jongeman ziet het leven niet meer zitten en wil er een eind aan maken. Hij weet niet goed hoe en komt bij toeval in contact met een (illegale) begrafenisfirma die helpt bij zelfdoding. Daar zijn verschillende mogelijkheden voor, maar hij kiest voor de Surprise: hij zal niet weten hoe en wanneer hij aan zijn einde zal komen. In de toonzaal van doodskisten ontmoet hij een jonge vrouw met dezelfde wens, ze worden verliefd en willen van het contract af. Maar dat kan niet meer, ze hebben getekend en zouden, gezien het illegale karakter van de onderneming, een bedreiging zijn voor het voortbestaan van de firma.

Daarna verloopt het verhaal in de film anders dan bij Belcampo. Ook de uitkomst is anders. Veel kan ik er niet over zeggen om het plezier in de bioscoop niet te bederven. Ik was vooraf bang dat de pogingen van de firma toch de oorspronkelijke doodswens ten uitvoer te brengen, uitgewerkt zouden zijn in "hilarische" scenes (mede door de trailer die daar de nadruk op legt). Dat was niet zo: er zat wel de nodige humor in, maar ook genoeg diepgang. Er werd in de film een psychologische verklaring gegeven voor de doodswens van de hoofdpersoon ( die uitstekend gespeeld werd door Jeroen van Koningsbrugge). Ook was er een prachtige, gevoelige  rol voor de onvolprezen Jan Decleir, een rol die niet in het geschreven verhaal voorkomt. De buitenopnamen waren heel fraai, de mooie omgeving werd volledig uitgebuit.

Zoals hierboven al staat: humor en diepgang kunnen goed samengaan, mits er geen hilarische toestanden opgevoerd worden. De extra dimensie die er in de film aan toegevoegd werd, was die van euthanasie. Iets wat nog niet bespreekbaar was in de tijd dat Belcampo het verhaal schreef. Nu voorspelde het hoofd van het familiebedrijf een gouden toekomst aan zijn kinderen, als er eindelijk een rechtvaardige en legale manier zou komen om mensen met een doodswens te helpen.

En zo kan ik eigenlijk alleen maar concluderen dat dit is wat ik (persoonlijk) van een goede verfilming verwacht: Met een boek/verhaal als basis aan de slag en er dan een zelfstandig kunstwerk van maken. Soms betekent dat heel dicht bij de tekst blijven (Die Wand / Nachttrein naar Lissabon), soms vooral de sfeer proberen te vangen (Boven is het stil) en soms het verhaal een draai geven die meer bij deze tijd past. 

De Surprise - regie Mike van Diem. Officiële website: De Surprise

© JannieTr, juli 2015.

maandag 13 juli 2015

Film by the Sea - het jaarlijkse film- en literatuurfestival in Vlissingen

 FILM BY THE SEA 
 
In 2015 vindt in Vlissingen het 17de Film by the Sea Festival plaats van 11 t/m 20 september met weer veel bijzondere films, gasten, workshops, premières en optredens bij hét festival voor film en boek.

Film by the Sea is hét festival voor film en literatuur. Het belangrijkste programmaonderdeel van Film by the Sea is de Dioraphte Film en Literatuurcompetitie. Met dit officiële competitieprogramma onderscheidt Film by the Sea zich van andere filmfestivals in Nederland en Europa. Elke editie van het festival heeft een wisselende jury bestaande uit de grote namen uit de Nederlandstalige film- en boekenwereld. Deze jury kent de Dioraphte Film- en Literatuuraward toe aan de beste nieuwe boekverfilming, nationaal of internationaal.

Film by the Sea is meer dan alleen een film- en literatuurfestival: het heeft naast de vele premières ook aandacht voor de kwetsbare cinema. Het festival vertoont in totaal zo’n 130 films uit alle delen van de wereld die speciaal worden geïmporteerd voor een unieke vertoning tijdens het festival; er is een uitgebreid educatieprogramma, er zijn workshops en cursussen en in talkshows ontmoeten publiek en gasten elkaar.

De jury van Film by the Sea beoordeelt twaalf literatuurverfilmingen uit de Dioraphte Film- en Literatuurcompetitie die meedingen naar de Film by the Sea Award. In de jury nemen Nederlandse (of Vlaamse) acteurs, regisseurs en schrijvers plaats.
De jury van Film by the Sea 2015 bestaat uit Olga Zuiderhoek, Marina Blok, Joke van Leeuwen, Jan Vantoortelboom, Dimitri Verhulst, Michiel van Erp en Hanna Verboom en de juryvoorzitter Adriaan van Dis. (Meer info: KLIK HIER)

Een paar persoonlijke voorbeelden

Een boekverfilming is een vak apart. Wanneer is die geslaagd te noemen? Als de tekst van het boek heel nauwkeurig gevolgd is? Als de ziel van het verhaal filmisch vertaald werd? Als de sfeer of de inhoud op eigen wijze gestalte krijgt op het doek? Daarover wordt heel verschillend gedacht en natuurlijk is er ook nog zoiets als persoonlijke smaak, de interpretatie van de filmmaker en soms ook nog de nadrukkelijke bemoeienis van de schrijver.

Boven is het stil van Gerbrand Bakker is m.i. uitstekend verfilmd door Nanouk Leopold. Gerbrand Bakker had genoeg vertrouwen in haar om haar haar gang te laten gaan en met een fantastisch resultaat: een sfeervolle film waarin het verhaal opnieuw werd vormgegeven. Twee onafhankelijke kunstuitingen, die toch hetzelfde gevoel uitdrukten. G.B. was zeer tevreden en N.L. werd beloond met prestigieuze filmprijzen.

Over Still Alice kan ik geen oordeel geven: ik heb het boek van Lisa Genova niet gelezen. Dat geldt ook voor Die Wand van Marlen Haushofer. Wel werd duidelijk dat er veel tekst letterlijk werd voorgelezen in deze film. Ik voel dan ook wel de behoefte om het boek te lezen t.z.t. Dat geldt ook voor Nachttrein naar Lissabon van Paul Mercier, verfilmd als Nighttrain to Lisbon. Een indrukwekkende film, maar vooral de geciteerde teksten vroegen om een nadere bestudering. Het boek staat in de kast, maar vreemd genoeg wordt na het zien van de film het lezen uitgesteld bij mij.
Van Franca Treur las ik een Dorsvloer vol confetti wel, maar kwam ik niet meer aan de film toe. 
In het najaar hebben we nog Thomas Rosenbooms Publieke werken tegoed. Daar kijk ik erg naar uit na het lezen van het boek.

En vorige week zag ik dus De Surprise naar een verhaal van Belcampo (Boekbespr. KLIK HIER). Ik was aangenaam verrast (hoe kan het ook anders met zo'n titel) door het resultaat. Maar waarom, dat is een verhaal apart, in een volgende blogpost dus.
Ik begin de smaak van boekverfilmingen te pakken te krijgen. Vanavond is Ventoux aan de beurt, al zou ik het boek van Bert Wagendorp nooit kiezen om te lezen. Maar wie weet is dat na vanavond anders? We zullen het zien.

© JannieTr, juli 2015.

vrijdag 19 juni 2015

Still Alice - bioscoopfilm over Alzheimer

Het Ledeltheater in Oostburg is een uniek theater. Het is bijna 60 jaar geleden gebouwd en heeft de sfeer van de vijftiger jaren goed bewaard, ondanks de nodige aanpassingen aan de eisen van deze tijd. Het wordt gerund door vrijwilligers, maar dat wil beslist niet zeggen dat het er amateuristisch aan toe gaat. Bekende artiesten treden er graag op, door de gemoedelijke sfeer en het enthousiasme van de directeur John Bolsius. Stef Bos noemt het zijn lievelingstheater, waar hij graag nieuwe shows uitprobeert. Voor ons de primeur dus.
Naast meerdere theatervoorstellingen per week in het seizoen zijn er in dezelfde zaal op de overige dagen ook films te zien. Daar maken we graag gebruik van: minder druk dan in Terneuzen, gratis parkeerplaatsen voor de deur en soms een herkansing voor films die in de grote bioscopen net weer weg waren.
Dat gold ook voor Still Alice, een film naar het boek met dezelfde titel van Lisa Genova.

Waar gaat het over?

Alice Howland is een gerenommeerde professor in de linguïstiek met drie kinderen. Ze heeft haar leven op een rijtje en niets lijkt haar geluk in de weg te staan. Op een dag begint ze woorden te vergeten. Ze wordt gediagnosticeerd met Alzheimer. Ze beseft dat haar zorgvuldig opgebouwde leven drastisch zal veranderen. Langzaam maar zeker begint ze de regie over haar eigen wereld te verliezen, terwijl de onderlinge banden binnen de familie steeds meer onder druk komen te staan. Een hartverscheurend en inspirerend portret over een onafhankelijke vrouw die worstelt om verbonden te blijven met de persoon die ze ooit was.
De film werd goed ontvangen op het Toronto Filmfestival. Julianne Moore ontving meerdere prijzen voor haar acteerprestaties. Ook won ze een Oscar voor deze rol (folder Ledeltheater).

Ledeltheater in Oostburg
Kijkervaring

Dementie koppelen we vaak als vanzelfsprekend aan oude mensen: dat de ziekte van Alzheimer ook bij relatief jonge mensen toe kan slaan, daar denken we liever maar niet over na. Ook Alice zelf kan het eerst niet geloven en denkt aan hele andere redenen voor haar vergeetachtigheid. Haar omgeving sust het aanvankelijk: dat kan niet, het komt wel weer goed. Wanneer de diagnose definitief is, stort haar wereld in. Maar bij de pakken neerzitten is niets voor Alice en ze zet alles op alles om zolang mogelijk enige helderheid van geest te bewaren om zo contact te kunnen blijven houden met haar man en kinderen.
De film laat niet alleen het verloop van het ziekteproces zien, maar ook de gevolgen voor de omgeving van de patiënt. Die soms goede en soms slechte dagen heeft. Die plotseling boos of verdrietig kan zijn, of bang en verward. Niet iedereen kan daar even goed mee om gaan. En dan is er nog de kwestie van de erfelijkheid bij jonge gevallen van Alzheimer. 

Kortom: een aangrijpende film die op een niet sentimentele manier inzicht geeft in wat het betekent voor patiënt en omgeving als er op relatief jonge leeftijd Alzheimer wordt geconstateerd. Voor mij zat er maar één tegenvaller in de film: de hoofdpersoon is een typisch Amerikaanse carrièrevrouw: zeer zelfbewust, perfect gekleed en met geforceerde glimlachjes. Voor Amerikanen zal ze ongetwijfeld herkenbaar en vertrouwd zijn. Dat decorum werd tot het eind van de film hooggehouden. Verward, stil, maar vrijwel zonder enig uiterlijk decorumverlies, dat is niet natuurlijk. Dat neemt natuurlijk niet weg dat Julianne Moore haar rol met verve speelde. De echte uitblinker was voor mij echter haar jongste dochter Lydia, gespeeld door Kristen Stewart. Zij kreeg dan ook een prijs voor beste vrouwelijke bijrol. De scene waarin ze (als enige) aan haar moeder vraagt: "Hoe voelt dat, als je Alzheimer hebt?" is een van de meest ontroerende. De interactie tussen moeder en deze dochter (die in alles haar eigen weg wil gaan) zijn heel belangrijk voor het verloop van het verhaal en voor het begrijpen van de impact van de ziekte op alle gezinsleden.

De film draait nog in verschillende bioscopen en zal ongetwijfeld ook nog op DVD verschijnen. Een aanrader, ook als je (nog) niet met deze ziekte te maken hebt in je omgeving.


© Jannie Tr, juni 2015


dinsdag 16 juni 2015

Marlen Haushofer - Die Wand (op DVD)

Soms lenen we een DVD van een speelfilm bij onze (Zeeuws-Vlaamse) bibliotheek. Niet elke film haalt hier de bioscoop en bijzondere films worden voor de filmclub vaak maar 1 avond gedraaid. Bovendien kom ik er soms pas later achter dat een bepaalde film de moeite waard is en ook hele oude, belangrijke films zijn op die manier alsnog te bekijken.
Zo ook Die Wand. Pas toen de film op DVD verscheen nam ik er kennis van en was meteen gecharmeerd van het onderwerp. Zulke zaken noteer ik dan om ze vervolgens weer te vergeten tot ik ze toevallig tegenkom. En toen bleek deze DVD inmiddels te leen in de bibliotheek. De film is in 2012 gemaakt naar het boek Die Wand van Marlen Haushofer.

Marlen Haushofer (Frauenstein, 11 april 1920 – Wenen, 21 maart 1970) was een Oostenrijks schrijfster. Tijdens haar leven schreef ze diverse verhalen, novellen, romans en kinderboeken. Haushofers echte doorbraak kwam echter in 1963 met de roman Die Wand (De wand), waarvoor ze de Arthur Schnitzler-prijs kreeg toegekend. Dit boek gaat over een vrouw die door een doorzichtige wand radicaal wordt geïsoleerd van alle beschaving en zichzelf eenzaam en autonoom moet zien te redden. In Nederland was het werk van Marlen Haushofer niet erg bekend, maar inmiddels zijn er een aantal van haar boeken vertaald. Waaronder De wand, die ik na het zien van deze film zeker nog lezen wil.

De inhoud

Een vrouw staat op het punt een weekend door te brengen in de jachthut van haar nicht Luise, gelegen in een bergdal. Als Luise en haar echtgenoot na een avondje uit de volgende ochtend niet blijken te zijn thuisgekomen, gaat ze op onderzoek uit. Dan blijkt zich iets onverklaarbaars te hebben voorgedaan: het dal is door een glazen wand afgescheiden van de rest van de wereld. In gezelschap van een hond, een koe en een kat gaat ze hard aan het werk om te overleven. Ze inventariseert de bestaande voorraden, zoekt naar een plek voor een aardappelakker, struint het bos af op zoek naar eetbare planten, ze jaagt. En ze vervreemdt van zichzelf; om niet gek te worden en grip te houden op de tijd schrijft ze. Glashelder en minutieus laat Haushofer een vrouw verslag doen van haar dagelijkse strijd met de elementen en zichzelf. Zal haar isolement ooit worden doorbroken? (Achterkant DVD-hoes).


De kijkervaring

Een enorme uitdaging is het om een boek te verfilmen, waarin eigenlijk maar één persoon voorkomt en die dus niemand heeft om gesprekken mee te voeren. De scriptschrijver heeft dat opgelost door de gedachten van de vrouw en hetgeen ze opschrijft in haar dagboek door een voice-over uit te laten spreken. En eigenlijk versterkt dat nog meer de eenzaamheid waarin ze noodgedwongen moet leven.
De film is enerzijds heel spannend (komt er ooit een einde aan haar tragische lot, weet ze de problemen die zich voordoen het hoofd te bieden?) en beklemmend (hoe moet ze voorkomen dat ze gek wordt?). En tegelijkertijd is het een psychologisch en filosofisch meesterwerk. Het is duidelijk dat de teksten die de gedachten en hetgeen ze in haar dagboek schrijft weergeven, letterlijk uit het boek zijn overgenomen. Daarbij wordt in sfeervolle en betekenisgevende beelden getoond wat zich afspeelt. Soms ook wordt er gezwegen. De doodse stilte speelt ook een belangrijke rol in het verhaal.

Ik heb me geen moment verveeld bij het kijken naar dit intrigerende gebeuren. Je kunt de wanhoop en het gevecht tegen de dreigende waanzin goed aanvoelen. Veel van de teksten vragen om overdenking. Het tempo in de film lag laag genoeg om er bij betrokken te raken, maar over sommige uitspraken zou ik graag langer nadenken. Ook over de consequenties van de keuzes die ze maakt in de film. Hoe zou jezelf reageren, wat is reëel, wat wijsheid. Wat is de zin van het leven zonder andere mensen? Hoe belangrijk is ander leven om je heen, ook als het geen mens is? Wanneer houd je op met hopen en wat dan? Na afloop zat ik nog gedurende de gehele aftiteling wezenloos naar de voorbij komende namen te staren, diep onder de indruk. 

Het verlangen dit boek te lezen is groot. Het leesverslag zal t.z.t. verschijnen op mijn andere blog: Mijn Boekenkast

Hieronder de trailer van de film via Youtube: Trailer Die Wand 




© JannieTr, juni 2015.

zondag 31 mei 2015

Tuinkeramiek in Sint Jansteen van Vera Schleibach

Op Tweede Pinksterdag bezochten we de tuin van Vera Schleibach. Een kort krantenartikeltje, met een intrigerende foto bracht ons op het idee. Vera maakt keramiek, zowel voor buiten als binnen. Op de beide Pinksterdagen stelde ze haar tuin open om naar haar tuinkeramiek te komen kijken. Dat zal ze op 20 en 21 juni nog eens herhalen. Misschien gaan we dan wel weer, want we waren behoorlijk onder de indruk.

In een gewone straat in een buitenwijk van Sint Jansteen vonden we het adres: Oude Galgenstraat 31. "Via de garage" stond er op de deur. In de garage troffen al de eerste kunstwerkjes aan: o.a. veel vrouwenfiguren, zowel in Zeeuwse klederdracht als met kleurrijke Afrikaanse kledij, met als opvallend detail: een Zeeuws Knoopje als sluiting voor de sjaals.... Mooi vormgegeven en in een fraaie kleurstelling. Daar zat ook een heerlijk ondeugend ogend hondje: dat ging dus mee naar huis. Plus een halssieraad en een muisje.

En zo kwamen in de tuin terecht: niet overdreven groot, maar door de wijze van inrichten een klein paradijsje, met overal zitjes en vooral veel tuinkeramiek: vogels, bloemen, kikkers. Voor we rond konden kijken werden we naar een zitje gedirigeerd en kregen we koffie met een traktatie. Een goed idee: want rustig rondkijkend viel onze blik op steeds meer details. Na de koffie dwaalden we rond en kon ik al dat moois proberen te vangen in foto's. Dat viel nog niet mee, want het werd steeds drukker, de objecten waren gewild en omdat het de laatste dag was, mochten ze meteen mee naar huis.

Op de website van Vera Schleibach staat veel informatie over haar werk, haar opleiding en over de lessen die ze geeft. Daar vind je o.a. deze tekst:

"De inspiratie voor mijn keramische objecten haal ik uit mijn omgeving en de natuur. Ik werk met verschillende technieken en daardoor ook met verschillende soorten klei. Dat  wordt eerst biscuit gebakken. De werken worden dan verder gekleurd met slibs, pigmenten en/of glazuur en gebakken op 1150 graden, soms meerdere keren om het juiste effect te krijgen. Ik maak werk voor binnenshuis en voor buiten. Verder geef ik les bij de Kreatieve Vorming in Hulst."

Nieuwsgierig geworden?  Tijdens de Nationale Tuinweek is op 20 en 21 juni haar Keramiektuin weer te bezichtigen: zaterdag van 10.00 tot 15.30 uur en zondag van 10.00 tot 17.00 uur.

Van de foto's die ik er maakte heb ik een collage gemaakt. Nog veel meer foto's van haar bijzondere objecten zijn te zien op haar website (KLIK HIER).

© Jannie Tr, mei 2015.

vrijdag 17 april 2015

Willem Vermandere met tedere chansons

Het theaterseizoen begint op haar eind te lopen. Maar dat wil niet zeggen dat het als een nachtkaars uitgaat. Willem Vermandere was een van de laatste grote namen voor dit seizoen en wij konden gelukkig nog een plaatsje bemachtigen. Samen met zijn vier muzikanten bracht hij een keur aan chansons, veel oude bekende, die de zaal mee kon zingen, maar wij hoorden hem nog niet eerder live. Dus was het voor ons allemaal nieuw. Ze werden vlot en met humor aan elkaar gepraat en waren ook voor ons goed te verstaan. 

8 en 9 augustus 2015, vanuit Antwerpen, Gent en Kortrijk
"Verstaat ge?" vraagt hij? En wij begrijpen de dubbele betekenis inmiddels. Zijn tongval met onmiskenbare klanken en woorden uit de Westhoek went in de loop van het programma steeds meer. En ook als niet elk woord duidelijk is, blijft de boodschap overeind: gevoelige liedjes, maatschappijkritische, filosofische. Allemaal met dat warme, Vlaamse stemgeluid dat er tedere chansons van maakt. Soms raakte ik tot tranen toe ontroerd door de inhoud en voordracht van een liedje. Het is allemaal moeilijk onder woorden te brengen, maar wie eens iets wil horen kan genoeg vinden op youtube.

Daar staat ook een interview van kort geleden: Mooi portret van Willem Vermandere op Cultuur7 (KLIK HIER) of kijk hieronder.



En nu maar hopen dat hij volgend jaar weer naar het Ledeltheater in Oostburg komt. Maar dat weten we pas over een paar maandjes, als de nieuwe theatergids uitkomt......

© JannieTr, 2015.

zondag 12 april 2015

Antwerpen: Begraafplaats Schoonselhof

Willem Elschot (ps. van Alfons de Ridder) en zijn vrouw
Als fotograferen èn geschiedenis tot je interessegebieden behoren, dan bof je als je deel kunt nemen aan een foto-excursie onder deskundige leiding naar de Historische Begraafplaats Schoonselhof, iets ten zuidwesten van Antwerpen (Wilrik).

En als Nederlandse/Vlaamse literatuur een andere liefde is, dan ben je daar helemaal op z'n plek. Tal van Vlaamse schrijvers en dichters hebben er, naast andere kunstenaars en beroemde personen, een plek gekregen. En dat te midden van een uitgestrekte, parkachtige omgeving, waar je op je gemak uren kunt dwalen. Wij wandelden er een middagje in alle rust rond, zonder de illusie alles te kunnen bekijken. We zullen zeker nog eens terugkeren, want deze plek wordt elk jaargetijde ongetwijfeld anders beleefd.


Wat is er zo bijzonder aan deze begraafplaats dat er wandelgidsen van bestaan en dat je er rondleidingen kunt boeken? En dat amateurfotografen er graag komen om stemmige foto's te trekken (zoals de Vlamingen zeggen)? Daarvoor moeten we even in haar geschiedenis duiken.

In zowel België als in Nederland werd er lange tijd binnen de stadsmuren in en rondom kerken begraven. Uit het oogpunt van hygiëne en door plaatsgebrek voor uitbreiding van de grafvelden binnen de stad, kwam daar een einde aan en zocht men oplossingen buiten de stad, op landgoederen en buitenplaatsen.

Nederland

Zo ontstond in Nederland in 1827 (na de wet met het verbod om binnen de stadskern te begraven) bij Rotterdam op het terrein van de buitenplaats Huis te Krooswijck de prachtige parkachtige begraafplaats Crooswijk.
In Amstelveen werd in 1870 het bekende Zorgvliet ingericht bij het buitenverblijf Zorgvlied. In 1890 het particuliere Westerveld bij Driehuis, ook al op een landgoed. 
In Haarlem werd in 1832 de eerste buitenbegraafplaats ingericht op de buitenplaats Akendam. De laatste bewoner van het landhuis en ontwerper van deze en vele andere parkachtige landgoederen, tuinen en begraafplaatsen was J.D. Zocher Jr. (1791-1870). Over deze en andere Nederlandse begraafplaatsen (en bekende doden) kun je meer lezen op de site van Stichting Dodenakkers.
Het overbrengen van de doden van voor 1827 naar deze buiten de stad gelegen begraafplaatsen gebeurde zelden.

België

Overgebracht monument
Ook in België was in 1784 een decreet afgekondigd waarmee het verboden werd nog langer binnen de stad in kerken en op kerkhoven te begraven. Nieuwe begraafplaatsen diende men buiten de stadskern op te richten. In de loop der tijd werden steeds meer kerkhoven binnen de stad gesloten en geruimd. Bij verbouwingen verdwenen ook de graven binnen de kerken. Ook de meeste van deze doden zijn niet opnieuw naar een buitenbegraafplaats overgebracht. Net als in Nederland ontstonden op buitenplaatsen bij de grotere steden nieuwe begraafplaatsen (Brussel, Luik).

In 1911 kocht de stad Antwerpen het landgoed Schoonselhof om het als begraafplaats in te richten. De officiële opening vond plaats op 1 september 1921. In 1936 werd het oude Kielkerkhof gesloten en in 1938 werden een groot aantal monumenten van deze begraafplaats wèl overgebracht naar het Schoonselhof. De meeste monumenten dateren dan ook vanaf halverwege 19de tot begin 20ste eeuw. Sommige zijn ouder.
De omgeving van het kasteel werd in 1943 al beschermd als landschap. In 1992 werden het kasteel en neerhof beschermd als monument. Begin augustus 2007 werd de begraafplaats Schoonselhof een beschermd monument.

Marokkaanse soldaten in het Franse leger
Er wordt wel de vergelijking gemaakt met de begraafplaats Père Lachaise in Parijs. Die gaat slechts gedeeltelijk op. De oorsprong en de grote hoeveelheid bekende persoonlijkheden komt overeen. Een groot verschil is de rust en ruimte hier: soms staan de tientallen graven wat dichter op elkaar, maar meestal is er meer (groene) ruimte om tussendoor en omheen te lopen. Ook zijn er "wijken" gemaakt, waar gelijksoortige graven liggen: notabelen bij elkaar, schrijvers en kunstenaars ook, een plek voor de Joodse burgers, de oudste overgebrachte monumenten, etc. Er kwam bovendien een erebegraafplaats voor Belgische gesneuvelden uit de beide oorlogen en voor de Britse en geallieerde soldaten uit de Tweede Wereldoorlog. Duitse gesneuvelden werden later naar andere begraafplaatsen overgebracht.


Monument voor Peter Benoit
Alles bij elkaar vormt het Schoonselhof een wandelpark met verbindende lanen. Op het oude gedeelte is het (op deze mooie zaterdagmiddag) heel stil, behalve de 9 leden van de fotoclub liep er bijna niemand. De monumenten zijn divers: heel modern of tenenkrommend pompeus. Maar ook die laatste kunnen sfeervolle plaatjes opleveren. En stilstaan bij mijn geliefde Vlaamse auteurs hoort er vandaag ook bij. Ook al was het graf van bv. Elsschot niet het meest fotogenieke.

Langs het verwaarloosde landhuis en orangerie wandelden we naar de uitgang. Veel indrukken en mooie foto's rijker. Met het vaste plan hier in de herfst nog eens heen te gaan. Zoveel bekende namen gezien, zoveel verschillende stijlen in grafkunst, mooie details en fascinerende verhalen in het bijbehorende gidsje. Ik denk dat dit mag vallen onder de museale uitdaging van dit jaar. Daarom noteer ik hierbij Begraafplaats Het Schoonselhof te Antwerpen-Wilrijk tot de aprilbijdrage aan ELKE MAAND EEN MUSEUM (KLIK HIER)

Alle informatie over Het Schoonselhof : KLIK HIER

© JannieTr, april 2015.

donderdag 9 april 2015

Wouter Deprez: Hier is wat ik denk

Wouter Deprez is al jaren één van de meeste succesvolle comedians van België. Ook in Nederland kan hij sinds zijn overwinning op het Amsterdams Kleinkunst Festival in 2004 rekenen op een trouw publiek. 
In 2012 trekt Wouter met zijn gezin naar het buitenland voor een langdurige sabbatperiode. Bestemming: Plettenberg, Zuid-Afrika. Hij aanschouwt er het doen en laten van zijn nieuwe landgenoten en vindt er inspiratie voor een nieuw programma. In 'Hier is wat ik denk" bekijkt hij zijn oude land met hernieuwde ogen. De voorstelling gaat begin 2013 in première in België en ontvangt veel lof van zowel pers als publiek. Wegens een te drukke agenda brengt hij de voorstelling maar een paar keer in Nederland. Op verzoek van velen keerde hij echter dit voorjaar terug naar ons land voor een uitgebreide tournee. Een onthutsend programma van een bevlogen, authentieke en bovenal grappige man. Eentje die je niet wil missen (Bron: Theaterfolder).

We hadden dit jaar geen geluk met ons theaterabonnement van het Ledeltheater in Oostburg (KLIK HIER). Tot 3 keer toe moesten we onze kaarten laten verlopen of aan anderen cadeau doen. Maar de teleurstelling daarover werd in één avond goed gemaakt: we hebben een topavond gehad met Wouter Deprez. Het is lang geleden dat we zo ontzettend gelachen hebben. En niet om flauwe grappen, maar om doordenkertjes waarbij je beseft, dat je in feite om jezelf zit te lachen. Of zoals De Morgen schreef over zijn show: "Makkelijk om te begrijpen, maar zeer confronterend. Een avondje expliciet gedwongen in de spiegel kijken."

In het Nederland/België jaar is dit een toepasselijke voorstelling om te bezoeken. Het is toch bijzonder dat het optreden van een Vlaamse comedian zonder problemen in Nederland opgevoerd kan worden. Er hoeft niets aangepast te worden: de zaken die hij aankaart treffen zowel Vlamingen als Hollanders op dezelfde manier. Daarnaast is hij geweldig in het improviseren en in staat mensen uit het publiek helemaal mee te trekken in het verhaal. Mijn waardering voor het stel dat zich als voorbeeld liet gebruiken om aan te tonen hoe vreemd we (de westerse mens) eigenlijk onze prioriteiten stellen in vergelijking met hoe men dat in Zuid-Afrika doet. (Ze heetten toevallig Johnny en Marina, het enige dat voor de Vlamingen in de zaal tot grote hilariteit leidde, maar dat ik thuis eerst even moest opzoeken).

Het was een voorstelling zonder liedjes met uitsluitend conferences. Vol vuur en enthousiasme en dat aan een stuk door van 20.15 uur tot 22.00 uur. Een geweldige prestatie. Wouter Deprez was voor ons nog een onbekende, maar we zullen de nieuwe succesvolle voorstelling SLIJK (die hij al enige tijd opvoert in Vlaanderen) zeker bezoeken mocht hij weer deze kant op komen.

In Nederland loopt de tournee van Hier is wat ik denk nog tot 13 april 2015. Er bestaat ook een DVD van (maar dat is natuurlijk totaal iets anders dan de beleving in het theater). Voor meer informatie, zie zijn website KLIK HIER.

© Jannie Tr, april 2015.

zaterdag 28 maart 2015

Ga het NA: in het Nationaal Archief in Den Haag

We sloten ons dagje Den Haag af met een bezoek aan de tentoonstelling Blikvangers in het Nationaal Archief, ook al in de buurt van het Centraal Station. Voor wie van ver komt is de dinsdag de beste dag: het Nationaal Archief is dan tot 21.00 uur open. En denk maar niet dat je er snel uitgekeken bent, want ook hier kwamen ogen en tijd te kort.
Pas achteraf viel het me op dat ze hier gebroederlijk bij elkaar staan en zelfs binnendoor met elkaar verbonden zijn: de Koninklijke Bibliotheek, het Letterkundig Museum en het Nationaal Archief. Eigenlijk ook logisch: hun collecties sluiten goed op elkaar aan. 

Bij het Nationaal Archief was ik al eerder (heel lang geleden) om in mijn familiegeschiedenis te duiken: het Centraal Bureau voor Genealogie heeft er ook een plek gekregen. Tegenwoordig kan dankzij de digitalisering van  steeds meer archiefbestanden ook thuis het een en ander uitgezocht en geraadpleegd worden. Dat geldt ook voor bv. de fotocollectie van het Nationaal archief. Veel is al te bekijken via de website (KLIK HIER), maar in de tentoonstelling wordt pas echt duidelijk hoe gevarieerd het aanbod is en hoe de foto's samen met documenten een heel bijzonder verhaal kunnen vertellen.

De foto's zijn tentoongesteld in een grote hal, die onderverdeeld is in een aantal kleinere ruimten om zo de aandacht te richten op een aantal uitverkoren onderwerpen. Eerst wordt de bezoeker geleid langs 250 historische foto's, gegroepeerd op onderwerp (bruggen, arbeid, koe, feest etc.) en verspreid over de tijd van de eerste afdruk (1839) tot nu. De meeste uit de tweede helft van de vorige eeuw. Wie bekend is met het werk van bekende Nederlandse fotografen zal hun foto's direct herkennen, maar voor de overige bezoekers zijn er leenboekjes met informatie over de foto's beschikbaar.
Toch was deze groep nostalgische en/of kunstzinnig foto's voor mij niet het hoogtepunt van de tentoonstelling. Dat waren toch de 8  ingerichte "kamers" over een speciaal onderwerp.

Aan Koen Hauser, Fotograaf des Vaderland, werd gevraagd zich voor de tentoonstelling te laten inspireren door historische foto's. Dat heeft hij op indrukwekkende manier gedaan, voor elk van de 8 kamers. Door bv. een historische sepiakleurige foto van kinderarbeid in de Nederlands-Indië te vertalen naar een full-color foto van hedendaagse blanke kinderen in een overvol naaiatelier. De vervreemding daarvan, de schok die je dan ervaart, net of je dan pas echt beseft hoe vreselijk het was voor de inlandse kinderen. In de "kamer" erachter zijn niet de lieflijke beelden te zien van "Ons Indië", maar historische foto's van de verwoestingen bij de aanleg van de plantages, de werkomstandigheden van de arbeiders etc. Ook brieven, lijsten en tekeningen. Daarmee  wordt tevens duidelijk gemaakt hoe documenten en foto's samen het hele verhaal kunnen vertellen en wat een schat aan informatie er opgeslagen ligt in onze Nederlandse archieven.


De tijd bleek ook hier te kort om aan alle onderwerpen evenveel aandacht te schenken. Ik koos er daarom maar enkele uit om echt te bekijken, waaronder die van Nederlands-Indië en die over Alexandrine Tinne. In elke kamer stond een historische camera, bij Alexine Tinne (1835-1869) dus eveneens: zij was niet alleen de eerste vrouwelijke fotograaf in Nederland, maar ook een van de eerste westerse vrouwen die op avontuur ging om Afrika te verkennen. Foto's, dagboekfragmenten, tekeningen en brieven vertellen het levensverhaal van deze bijzondere vrouw. Een vreemde gewaarwording om haar zelfgemaakte woordenboekjes te zien, waarmee ze zich verstaanbaar trachtte te maken bij de Toearegs en haar geënsceneerde zelfportretten en foto's van haar medereizigers in de kledij van de plaatselijke bevolking. En haar brieven te kunnen lezen over de tegenslagen, problemen en successen. Haar leven eindigde dramatisch. Ik had nog nooit van haar gehoord, maar ontdekte dat er een boek over haar leven geschreven is. Een proefschrift dat ongetwijfeld is gebaseerd op alles wat er in het archief over haar bewaard is. (Reis naar het noodlot - R.J. Willink).


De overige 6 kamers gaan over:- Een expeditie naar Nieuw-Guinea, op zoek naar bodemschatten, 19de eeuw- De Spaanse burgeroorlog en hoe die in Nederland in beeld kwam, - Fotografen in het Verzet, - Grote infrastructurele werken in beeld uit eind 19de eeuw, - De Watersnood en de Deltawerken, en - De schoonheid van ons land. Meer dan er even binnenlopen zat er helaas niet meer is, want het was al weer bijna sluitingstijd.

De tentoonstelling duurt nog tot en met 12 juli 2015. Iedere zondag is er een rondleiding en er zijn allerlei workshops en lezingen. Zie daarvoor de website.

Dit museum werden bezocht in het kader van: Elke Maand Een Museum (KLIK HIER).

Den Haag - Nationaal Archief (KLIK HIER)

Of kijk op: www.gahetna.nl.

© JannieTr, maart 2015.



donderdag 26 maart 2015

Nederlandse illustratoren in twee musea

Dinsdag bleek de beste dag om de lange reis van Zeeuws-Vlaanderen naar Den Haag te ondernemen: 3 tentoonstellingen gingen we bezoeken: in het Letterkundig- en kinderboekenmuseum, in Museum Meermanno en in het Nationaal Archief. Dat laatste is op dinsdag tot 21.00 uur geopend, zodat we volop de gelegenheid hadden om ook daar nog op bezoek te gaan voor we weer de drie uur lange reis naar huis ondernamen. Het is een fijne belevenis geworden: we hebben mooie, interessante en ontroerende dingen gezien, maar ook gemerkt dat we onszelf beperkingen op moesten leggen, omdat in elke instelling zoveel meer te ontdekken viel dan in één dag mogelijk was. Maar we komen beslist terug, dus!

Hieronder eerst aandacht voor het Letterkundig- en Kinderboekenmuseum en Het Museum Meermanno. Voor de tentoonstelling Blikvangers van het Nationaal Archief volgt morgen nog een extra blogpost.



Het Letterkundig- en Kinderboekenmuseum

Vanaf het Centraal Station in Den Haag is het een paar minuten lopen naar het Letterkundig Museum. Ons voornaamste doel was te onderzoeken of de kindertentoonstellingen daar geschikt waren voor onze kleindochters. En dat kunnen we beamen: a b c met de dieren mee is heel erg leuk voor kinderen van 3 tot 7 jaar. Alle bekende prentenboekfiguren spelen een rol in een kruipdoor en sluipdoor spel en voor wie al een beetje de letters herkent, is er nog meer te doen. Ook de mini-tentoonstelling over Kikker zal in de smaak vallen bij de kleintjes. Voor de iets grotere kinderen (men stelt 7, maar 9 lijkt me beter te kloppen) is er Papiria: een superspannende speur- en doetocht. En wie zelf graag verhalen schrijft, komt hier helemaal aan zijn trekken, o.a. door de speelse manier waarop kinderboekenauteurs aan het woord komen over hun werkwijze. Daar zijn ze echt, samen met hun ouders, wel een hele middag mee zoet.

Wij bekeken hier zelf vooral het gedeelte met de kinderboekenillustraties: we herkenden er genoeg en realiseerden ons ook dat we vaak wel wisten wie de schrijver van het bijbehorende verhaal was, maar niet de illustrator kenden.

Na een ontspannen lunch (aan de overzijde van het museum) wandelden we rond in het Letterkundig Museum zelf, met de schilderijengalerij, de Piggelmee en Peter van Straaten tentoonstelling en de vaste opstelling over de Nederlandstalige literatuur. Prettige gepresenteerd (geluidsfragmenten via een koptelefoon en beelden op het bijbehorende schermpje van vele auteurs), maar na een enkeling wat meer aandacht gegeven te hebben, besloten we het hier op dit moment voor gezien te houden en naar het Museum Meermanno te gaan. 

Museum Meermanno

Door een vergissing zagen we meer van de binnenstad van Den Haag dan de bedoeling was. Het Museum ligt aan de Prinsessegracht, op 800 m. van CS. En niet aan de Prinsegracht! Een pittige tocht is het geworden, maar we werden er uiteindelijk hartelijk ontvangen en konden beneden in het souterrain even bijkomen met een kopje thee. We hadden ondertussen echter zoveel tijd verspeeld, dat we ook hier voor de hoogtepunten moesten kiezen, d.w.z. de tentoonstelling. De vaste collectie konden we slechts vluchtig bekijken.

De reden dat we ook aan dit museum een bezoek wilden brengen, was de duotentoonstelling met het Letterkundigmuseum over de illustratiekunst. Deze is geïnspireerd op de studie De Verbeelders. Nederlandse boekillustratie in de twintigste eeuw van hoogleraar illustratie Saskia Bodt. Bleef het bij het vorige museum bij het herkennen van legendarische kinderboekenillustraties, hier kwam uitgebreid de honderdjarige geschiedenis aan bod van boekillustraties, voor kinderen, maar ook voor volwassenen.

Het voert te ver hier uitgebreid op deze geschiedenis in te gaan. In elke zaal hangt een bord met de belangrijkste punten en namen uit een bepaalde periode. Zo kun je de ontwikkeling van een simpele verfraaiing en van onbekende tekenaars volgen (aan de hand van voorbeelden uit hun werk in de vitrines) tot prentenboeken waarin de illustraties kunstwerken op zich worden die voor zowel volwassenen als kinderen een genot zijn om te bekijken en waarvan soms de maker bekender is dan de schrijver van het verhaal. Steeds vaker gaat het zelfs om dezelfde persoon.

De miniatuurboekjes (op zolder) en de interactieve opstelling voor de geschiedenis van de boekdrukkunst (vaste collectie op de tussenverdieping) konden we maar kort bezoeken. De resterende collectie verzamelde boeken en voorwerpen (zie de geschiedenis van het Museum) moesten we dit keer helemaal overslaan. Het was intussen al bijna 5 uur en dan gaat het museum dicht.

De duotentoonstelling in deze beide musea loopt nog tot en met 17 mei 2015.

De terugweg verliep een stuk sneller, via het park bij het Malieveld. Het werd tijd voor een pannenkoek bij Paviljoen Malieveld. Wat zaten we daar heerlijk rustig: aan de overzijde van het grasveld zagen we een onafgebroken stroom van auto's, fietsers, voetgangers. Dankzij de dubbele beglazing hoorden we niets van al die haastige spoed om thuis te komen. Toen de meeste drukte voorbij was, gingen we op pad naar ons laatste adres: het Nationaal Archief, ook al vlakbij het station.


Maar dat vertel ik morgen wel!

Deze musea werden bezocht in het kader van: Elke Maand Een Museum (KLIK HIER).

Den Haag - Letterkundig Museum i.c.m. Kinderboekenmuseum (KLIK HIER)
Den Haag - Museum Meermanno (KLIK HIER)
 
© JannieTr, maart 2015.

zaterdag 14 februari 2015

Het Warenhuis van Axel

Terwijl overal in het land gerenommeerde warenhuizen in zwaar weer verkeren, wordt op 27 maart a.s. in Axel Het Warenhuis geopend. Is dat wel verstandig in deze tijd en in een regio als Zeeuws-Vlaanderen? Wij zijn er vanmiddag vast een kijkje gaan nemen en we weten zeker van wel! Het heeft even geduurd en het mocht wat kosten, maar.... dan heb je ook wat.

Voorgeschiedenis

De geschiedenis van Het Warenhuis ‘Museum Land van Axel’ begint in de jaren '30 van de twintigste eeuw. Een groep enthousiaste verzamelaars en heemkundigen richt de Stichting Axelse Boerenkamer op. De leden verzamelen diverse voorwerpen uit het dagelijkse leven van vroeger. Een vast onderkomen voor de verzameling ontbreekt echter tot 1980. Het voormalige postkantoor in de Noordstraat in Axel wordt in dat jaar omgedoopt tot museum. Vanaf dat moment kan de verzameling van de stichting ten toon worden gesteld aan het grote publiek.

In het museum wordt het Axelse boerenleven in beeld gebracht. Speciale aandacht is daarbij voor de unieke streekdracht, zowel de boerdracht als die van de burgers. In 2001 fuseert de Stichting Axelse Boerenkamer met de Vereniging Den Ouwen Woagen en zo ontstaat 'Stichting Het Land van Axel'. Door de fusie komt de verzameling oude wagens, koetsen, karren en land(bouw)werktuigen naar het museum in Noordstraat. 

De collectie van het museum groeit en de locatie in de Noordstraat wordt te klein. Ook voldoet het pand niet (meer) aan de museale eisen om de collectie op niveau te kunnen houden. Het museum gaat dus op zoek naar een nieuw onderkomen. Dat wordt gevonden in twee bijzondere panden, namelijk de twee Rijksmonumenten aan de Markt in Axel. Nieuwbouw moet zorgen voor de benodigde extra ruimte en een depot dat aan alle museale eisen voldoet. Na het doorlopen van diverse procedures, start in 2012 de bouw en de restauratie van de Rijksmonumenten. (Bron: www.hetwarenhuis.nl)

Het Warenhuis in ere hersteld


Het oorspronkelijke warenhuis
Het oorspronkelijke idee was: Het voormalige Warenhuis van Axel zou gaan dienen als entree voor het nieuwe museum. Het naastliggende winkel-/woonhuisje zou gesloopt en vervangen worden door ruime nieuwbouw achter en naast het oorspronkelijke warenhuis van de familie Antheunis. Gelukkig werd bijtijds ontdekt dat zich in het kleine huisje veel meer bijzondere plafond- en muurschilderingen bevonden dan aanvankelijk bekend was. Met een behoorlijke bijdrage van het Rijk en de provincie bleek het mogelijk deze te restaureren en het huisje bij het nieuwe museum te betrekken.
Door bij de inrichting van dit Streekmuseum gebruik te maken van de oorspronkelijke functie van warenhuis, aandacht te besteden aan de unieke wand- en plafondschilderingen en in het gehele museum de nieuwste inzichten voor het tentoonstellen en beleefbaar maken van de collectie toe te passen is het zoveel meer geworden dan een standaard streekmuseum.

Een rondleiding

Hoewel het museum (onofficieel) al op 17 januari open ging, wordt er nog hard gewerkt aan de laatste loodjes. De buitenkant ziet er prachtig uit. De nieuwbouw en de volledig in ere herstelde voorgevel met veel invloeden uit de Jugendstil prijken al een tijdje op de Markt. Ook de Markt zelf wordt opnieuw ingericht, zodat er straks voldoende parkeerruimte is en je vanuit de museumkantine (in het nieuwe deel) via de grote ramen uitkijkt op de beplanting. De grote deur, links op de foto, is de hoofdingang geworden. Daarachter bevinden zich de receptie en de doorgang naar de kluisjes, garderobe en toiletten, die in het kleine huisje (Markt 2A) een plek hebben gekregen.

Clement Benedictus Antheunis

Daar kunnen ook de schilderingen bewonderd worden. De restauratie is nog niet voltooid en zal misschien ook nog wel enige tijd in beslag nemen, maar wat al wel te zien is, is fraai.
Muurschildering
Clement Benedictus Antheunis (KLIK HIER) werd omstreeks 1876 geboren in Terneuzen en was de eerste eigenaar van het kleine huisje. Alles is geschilderd tussen 1909 en 1917 (gestileerde uiltjes, bloemen en sterren, putti en cherubijntjes, sierlijsten langs de plafonds). Later beschilderde hij ook de plafonds van het warenhuis, o.a. met marines.
Van beroep was hij officieel huisschilder. Zijn opleiding tot  meester-schilder en meester-decoratieschilder genoot hij in Gent, Zelzate en Brussel. Art-Noveau en Art-deco waren tussen 1910 en 1920 de meest voorkomende stijl bij de Brusselse opleiding. Was het om te oefenen? Of had hij er gewoon plezier in zijn gehele huis zo te versieren? We zullen het nooit weten. De schilderingen geven in elk geval een goed beeld van het werk van goed opgeleide decoratieve schilders uit het begin van de twintigste eeuw. (Via de link achter zijn naam kun je verschillende schilderingen bekijken, maar in het echt is er meer variatie en zijn ze mooier - zie foto hiernaast.)

Het Warenhuis


Gerestaureerde gevel
Het pand Markt 2 (de voormalige winkel) is in 1920 door de familie Antheunis gebouwd als winkel/warenhuis. Het winkelpand, een klein soort warenhuis, bevat verkoopruimten op zowel begane grond als verdieping, waar oorspronkelijk een grote variëteit aan artikelen werd verkocht. Deze winkel was een belangrijke ontmoetingsplek in de kern Axel. Ook dit bijzondere pand bevat een bijzonder interieur waaronder een op karton geschilderd winkelplafond in geometrische Art Nouveau, een granitovloer en originele wandkasten. 
En in deze kasten zijn opnieuw waren uitgestald, zorgvuldig bij elkaar gezocht en op onderwerp geplaatst. Op interactieve wijze is het mogelijk alles wat hier zoal verkocht werd (en nu dus bewaard wordt)  nader te bekijken. Twee grote toonbanken en een oude kassa maken de winkel compleet.

Het Zeeuwse Trekpaard
Verder op deze verdieping: de geschiedenis van het Land van Axel (incl. film), een uitgebreide tentoonstelling over de klederdrachten en gebruiken tussen 1850 en 1950, landbouwwerktuigen en hun werking en een ruimte waar de film Het is een schone dag geweest van Jos de Putter (KLIK HIER) bekeken kan worden (70 min.).
Dan weer naar beneden naar de nieuwe aanbouw. Langs de wanden van deze flinke ruimte hangt bij elk onderwerp (bodemvondsten, de Poolse bevrijders, particuliere verzamelingen etc.) een telefoonhoorn waaruit je het verhaal hoort van de persoon die je op het bijbehorende videoschermpje ziet: het duurt een paar minuutjes, is informatief  en niet storend voor de overige bezoekers: zij horen immers niets. Prima oplossing!

Er staan ook nog enkele rijtuigen opgesteld. En uiteraard een echt Zeeuws Trekpaard. Wie bij hem op de kar plaats neemt, kan een foto maken van zichzelf en die later thuis van de museumsite halen. 



We waren blij verrast met dit nieuwe museum, dat niet alleen voor Axel, maar voor de hele streek een aanwinst is. En wie van ver moet komen, kan hier gerust een heel weekend plannen. Want ook de Axelse Watertoren en de Axelse Stadsmolen zijn een bezoekje waard. Bovendien is er in de omgeving genoeg te wandelen of fietsen, langs de Staats-Spaanse linies bv. Of in het bos achter de Watertoren, langs de Golfbaan en het Zweefvliegveld. Winkelen en lekker eten is overal in Zeeuws-Vlaanderen mogelijk.

Dit museum werd bezocht in het kader van:
Elke Maand Een Museum (KLIK HIER).

© JannieTr, februari 2015.