dinsdag 22 maart 2016

Nunspeet als kunstenaarsdorp


Domburg, Bergen, Laren: namen van bekende kunstenaarskolonies. Maar in Nunspeet? Nog nooit van gehoord. Tot ik in mei vorig jaar een artikel las op het blog van Suzanne (KLIK HIER) over het nieuwe Noord-Veluws Museum. Op 1 november 2014 is het geopend en Suzanne was blij verrast met wat ze daar aantrof. "Magisch-realisme op de Veluwe", dat wilde ik graag eens met eigen ogen aanschouwen.

In de voorjaarsvakantie waren we in de buurt en trokken we er een ochtend voor uit, terwijl onze kleindochters zich met hun ouders vermaakten in het zwembad van het vakantiepark. Het Noord-Veluws Museum heeft een prachtige, informatieve website (KLIK HIER) . Daarop valt o.a. te lezen dat ook het ontstaan van de kunstenaarskolonie in Nunspeet voortkwam uit de behoefte van kunstenaars, eind 19de eeuw, om als tegenwicht van de verstedelijking en industrialisatie, de schoonheid en ongereptheid van de natuur op te zoeken en er (liefst en plein air) te gaan schilderen. Men vestigde zich in de omgeving van Nunspeet en Elspeet, vlakbij de nog grotendeels ongerepte Veluwe. Uiteindelijk hebben meer dan 100 beeldende kunstenaars tussen 1885 en 1950 in deze regio gewerkt. Bekende kunstschilders zijn: Herman van de Weele, Arthur Briët, Willy Martens, Edzard Koning, Jan van Vuuren,  Ben Viegers, Jos Lussenburg en Chris ten Bruggen Kate.

Ze zijn allemaal te bewonderen in de vaste collectie van het museum, maar we hebben er niets van gezien. De grote overzichtstentoonstelling van Chris ten Bruggen Kate (1920-2003) hield ons de gehele morgen op de benedenverdieping gevangen. De bovenverdieping met zijn collega's zal dus voor een andere keer zijn. Want we komen terug, dat is zeker. Deze tentoonstelling duurt nog tot en met 11 juni en is een bezoek zonder meer waard!

Aan te raden is eerst even te gaan zitten om het interview te bekijken (ca. 20 min.) waarin hij over zijn werk en leven vertelt. Het is een goed idee geweest van het museum om te kiezen voor koptelefoons voor het bijbehorende geluid. Om optimaal te kunnen genieten van de schilderijen is stilte rondom een wezenlijke voorwaarde. Zijn werk straalt zoveel rust en puurheid uit, dat je er vanzelf stil van wordt en wegdroomt. Een bijzondere ervaring.

De collectie die nu te bezichtigen is, bestaat zowel uit in bruikleen gegeven stukken, als uit 50 werken die het Museum als schenking heeft ontvangen van de Stichting Chris ten Bruggen Kate, samen met tal van foto's en persoonlijke documentatie. Zo hangen er naast de schilderijen ook een paar gedichten en is er ander werk (reclame, affiches e.d.) van hem te zien.

Chris t.B.K. heeft op een bijzondere wijze carrière gemaakt. Zijn ontwikkeling als schilder is te volgen in de opbouw van de tentoonstelling: van zijn eerste zeer realistische stukken, via een korte periode waarin hij impressionisme, kubisme, expressionisme en magisch-realisme uitprobeert, om tenslotte zijn eigen kenmerkende stijl te vinden. Door kunstcriticus Ed Wingen wordt hij "de vader van het gestileerd realisme" genoemd, een uitstekende typering. Uit de folder: Met intense kleuren schildert hij, op sterkt vereenvoudigde wijze, typisch Nederlandse landschappen waarbij hij ruimte en een magisch licht schept. Daarbij heeft hij een voorliefde voor de stilte van het besneeuwde winterlandschap.

Juist dat magische licht, boven het verstilde sneeuwlandschap, dat maakt het compleet. Van de gastvrouwen hoorden we dat er bij de belichting van de schilderijen op gelet is dat het spotje door lichtrichting en -sterkte de beleving ondersteunt. Daarin is men zeker geslaagd.

Naast de landschappen zijn er enkele stillevens en (zelf-)portretten te zien: de niet zonder humor geschilderde, karakteristieke portretten van de leden van het Bestuur van de Christelijke Geitenfokvereniging bracht ons met een glimlach terug in meer wereldse sferen.

De tijd was omgevlogen, we konden op dit moment niet langer blijven. We komen zeker nog eens terug voor de rest van de collectie. Maar om thuis nog na te kunnen genieten kochten we het boek STIL met afbeeldingen van de meeste schilderijen en uitgebreid aandacht voor Chris ten Bruggen Kate zelf.
 

Nieuwsgierig geworden? Om een heel klein beetje in de stemming te komen, zou je deze korte videopresentatie kunnen bekijken: 



© JannieTr, februari 2016.

woensdag 16 maart 2016

De sfinx van het Kootwijkerzand

Tijdens de voorjaarsvakantie met de kleinkinderen kwam eindelijk een langgekoesterde wens tot vervulling: een bezoek aan het voormalige Radiozendstation midden in het Kootwijkerzand. Misschien nog niet bij iedereen bekend, maar Staatsbosbeheer beheert tegenwoordig meer dan natuur: ook cultuurhistorische objecten kunnen onder bepaalde voorwaarden daar aanspraak op maken. Dat geldt dus ook voor het voormalige Radiozendstation. De omgeving was al in beheer bij SBB en in de afgelopen jaren zijn zowel gebouw als omgeving onderhanden genomen om de situatie van weleer zoveel mogelijk te herstellen. Maar de zendapparatuur? Die is verdwenen. In de enorme lege zenderhal is nu ruimte voor allerlei nevenactiviteiten die er mede voor moeten zorgen dat de kosten van het onderhoud betaalbaar blijven.

Het monumentale Radio Kootwijk
 
In het hart van de Veluwe maken de bomen van Nederlands grootste bosgebied opeens plaats voor een groot open gebied van heidevelden en zandverstuivingen: het Kootwijkerzand. Met een oppervlakte van 700 hectare is het Kootwijkerzand de grootste actieve zandverstuiving van West-Europa. In het midden bevindt zich het monumentale zendstation Radio Kootwijk.
Glooiende heuvels zover het oog reikt, sporen van edelherten en wilde zwijnen en roofvogels die zweven boven de open vlakte. De leegte van zand en heide maakte het Kootwijkerzand bij uitstek geschikt voor Radio Kootwijk: het zendstation dat in de jaren twintig van de vorige eeuw werd gebouwd voor radiotelegrafisch contact met toenmalig Nederlands-Indië. Het imposante gebouw, dat het midden houdt tussen een tempel en een sfinx, contrasteert prachtig met de lege, woeste omgeving.
Het is heerlijk wandelen in de omgeving en ook het nabij gelegen dorpje Radio Kootwijk is een bezoek waard.  (Staatsbosbeheer: zie ook: RADIO KOOTWIJK)


Op de site van SBB vind je nog veel meer mogelijkheden om van deze bijzondere combinatie te proeven. Wij kozen voor een rondleiding door omgeving en gebouw van ca. 2 uur. Deze wordt eens in de maand gegeven, je dient je vooraf in te schrijven.


Onder leiding van een deskundige gids bezochten we eerst de watertoren en een van de pompstations aan de rand van het gebied. Voor de koeling van de zendapparatuur was water nodig en voor de dorpsbewoners moest er drinkwater komen. Het viel niet mee om in deze omgeving bij het grondwater te komen. Een boeiend verteller, onze gids, ook de kinderen bleven interesse houden en stelden hem vragen. Voor hen waren er steeds leuke anekdotes.

Daarna wandelden we naar een van de bijgebouwen van de Kathedraal (zoals het zendgebouw ook wel genoemd wordt). We hadden een koude, nattige en stormachtige middag uitgekozen en waren blij met het warme onthaal: koffie of thee met iets lekkers en in prettige stoelen gezeten konden we luisteren naar de rest van het verhaal van de gids en op een groot scherm de video bekijken die dat illustreerde.
Toen was het tijd voor het grote gebouw. De art-decostijl is zowel buiten als binnen volop aanwezig. Binnen zijn ook nog twee fototentoonstellingen te zien en vanaf het dak van de toren heb je een fenomenaal uitzicht. Fotografen konden binnen en buiten hun hart ophalen. Alleen de harde wind speelde ons parten, zowel op het dak als w.b. de beloofde wandeling door het buitengebied. Die wandeling kon helaas niet doorgaan.

Het is niet nodig meer over de excursie te vertellen: je kunt het nalezen op de site van SBB. Ik wil hier alleen nog kwijt dat we heel erg genoten hebben en interessante dingen hoorden. De gids was buitengewoon ter zake kundig (architectuur, historie en techniek) en stuurde ons achteraf nog twee folders op als goedmakertje voor de gemiste wandeling, met nog meer interessante info over Radio Kootwijk en het bijbehorende dorp en over het ontvangststation in Bandoeng.

Tot slot een detail uit zijn verhaal dat mij enorm trof, maar waar andere deelnemers om moesten lachen. Voor de eerste telefoongesprekken die op deze manier gevoerd konden worden moest 30 gulden voor 3 minuten betaald worden. Dat was een enorm bedrag destijds (rond 1925). Daar moest voor gespaard worden. Vervolgens werd een lange reis ondernomen naar een van de vier grote postkantoren. Als daar de verbinding eenmaal tot stand gekomen was, raakten de sprekers vaak zo geëmotioneerd als ze na jaren de stem van een geliefde zoon of ander familielid hoorden, dat ze niet uit hun woorden kwamen en 3 minuten huilden en stamelden tot de tijd om was....


Misschien niet meer voor te stellen in deze tijd van mobieltjes en Skype, maar mij sprongen de tranen in de ogen. Het schijnt dat er een boek bestaat met de weergave van deze eerste gesprekken. Ik geloof niet dat ik dat wil lezen.

© JannieTR, februari 2016.