zaterdag 8 augustus 2020

Lijdzaamheid of berusting: over de keuze van het juiste woord

Het doet er toe welke woorden je gebruikt over ogenschijnlijk dezelfde gebeurtenis of gemoedstoestand. Dat viel me al vaker op bij het schrijven van de WOT stukjes. De betekenissen die achter het opgegeven woord staan, zijn voor mij vaak geen synoniemen, maar omschrijvingen die niet altijd de lading dekken.

Het WOT woord dat Ali voor deze week koos is:

Lijdzaamheid = 1) Berusting, 2) fatalisme, 3) geduld, 4) gelatenheid, 5) kalme gemoedstoestand, 6) onderwerping, 7) onderworpenheid.

Het is een woord dat ik NOOIT zal gebruiken, hoogstens in een ontkennende vorm: ik zal niet lijdzaam toezien. 

Extremen

Van mezelf weet ik, dat ik maar moeilijk een middenweg kan vinden. Als iets me niet bevalt, kan ik opstandig, gedreven, recalcitrant en zelfs tot actie bereid zijn. Maar in andere gevallen: moedeloos tot bijna depressief, omdat ik me er niet bij neer kan leggen.

Zoals wel vaker met deze stukjes, zetten ze me aan het denken. Het zou beter voor me zijn, als ik  anders om zou kunnen gaan met zaken die me emotioneren. Lijdzaamheid is niets voor mij, maar misschien kan ik iets met een van de andere woorden hierboven? Ze zijn wat mij betreft te verdelen in twee kampen, die ik een positieve en een negatieve lading toedicht.

Lijdzaamheid, fatalisme, gelatenheid, onderwerping en onderworpenheid zijn voor mij negatief. Misschien wel omdat ik weet dat ik daar zeker depressief van zou worden. Berusting, geduld en kalme gemoedstoestand klinken positief en lijken me veel gezonder.

Reminders

Ik ben hier al langer mee bezig, getuige het kaartje met drie reminders dat op mijn bureau staat. Wat staat erop?

- De taal die je gebruikt, beïnvloedt hoe je de werkelijkheid ervaart en erop reageert. En daarmee ook je toekomst.

- Aanvaard wat je niet kunt veranderen en richt je op de dingen waar je wel invloed op hebt.

- Niet de gebeurtenis maakt je ongelukkig, maar je perceptie ervan.

Je kunt iets vervelend of rampzalig noemen. Je kunt er iets aan gaan doen of dat is onmogelijk. Anders over een gebeurtenis denken of over jouw invloed erop kan het verschil maken voor je gevoel erover.

Geen lijdzaamheid, wel berusting

Ik ben geen mens voor lijdzaamheid, fatalisme, gelatenheid, onderwerping en onderworpenheid  en ik erger me er aan bij anderen. Het doet denken aan slachtofferschap, waar ik ook al zo'n hekel aan heb.

Berusting, geduld en een kalme gemoedstoestand zou ik bij tijd en wijle wel willen ervaren en ik bewonder het bij anderen. Daarbij is nagedacht over ongewenste gebeurtenissen en omstandigheden. Er is overwogen wat zinvol is: reageren, afwachten of rustig en kalm oplossen. Soms lukt het me, vaak ook niet. Onrecht en onrechtvaardigheid, armoede, natuurbescherming, duurzaamheid, klimaatveranderingen, politiek en andere "grote" zaken lokken reacties uit. Ik kan er moeilijk in berusten. Maar ook over kleine ergernissen kan ik me opwinden. Bij domme en/of egoïstische mensen verlies ik al snel mijn geduld. En ook over mezelf ben ik niet snel tevreden. Een kalme gemoedstoestand zou kunnen betekenen dat ik ook meer geduld met anderen en mezelf heb.

Weer wat geleerd!

Waar brengt deze WOT mij? 

Ik moet erin berusten dat ik de wereld niet kan redden. Ik kan wel een steentje bijdragen aan de dingen die ik echt belangrijk vind. Alle beetjes helpen. Met geduld en een kalme gemoedstoestand bereik ik meer dan met zinloze boosheid. En door me te houden aan mijn eigen reminders!

© Jannie Trouwborst, augustus 2020.

 #WOT betekent Write on Thursday. Inmiddels wordt het georganiseerd door ALI Iedere donderdag verzint ze een woord waarover je kunt schrijven (bloggen, vloggen of ploggen). Niets moet, alles mag. Je kunt op ieder moment instappen.

zaterdag 1 augustus 2020

Snikheet: geef mij maar de herfst

Na een hittegolfje in het voorjaar stonden er voor deze week weer een paar hete dagen op het programma. Dat bleek mee te vallen. Na één dag was het al weer over. Maar aan het eind van de komende week wordt opnieuw uitzonderlijk warm weer verwacht. Niet iets waar ik naar uitkijk. Maar logisch dat Ali dus deze week voor de WOT koos voor:

SNIKHEET = 1) Drukkend warm, 2) gloeiend heet, 3) intens heet, 4) smoorheet, 5) verstikkend warm, 6) tropisch warm.

Om maar met de deur in huis te vallen: ik kan absoluut niet tegen warmte. Boven de 24 graden is voor mij teveel. Liever nog houd ik het bij 21. Ook zit ik liever in de schaduw dan in in de zon. Eigenlijk heb ik me nooit afgevraagd waarom dat is. Maar zoals wel vaker met de woorden van de WOT, werd ik aan het denken gezet.

Genen?

Kerk van Oostrum (mijn meisjesnaam)
Dat de warmte hier anders is dan in landen dichter bij de evenaar hoor ik wel vaker. Dat kan ik niet uit eigen ervaring beamen. Men zegt dat de hitte daar beter te verdragen is omdat het er droger is, al stel ik me bij "tropisch warm" toch een vochtige atmosfeer voor.
Ik zoek geen verre oorden op in de vakantie, maar als ik zou moeten kiezen tussen Scandinavië en de landen rond de Middellandse Zee, dan wordt het Scandinavië. Je kunt tegenwoordig door het opsturen van je DNA uit laten zoeken waar je voorouders vandaan komen. Dat heb ik niet gedaan, maar ik ben al wel een poosje met mijn familiegeschiedenis bezig. Van vaderskant is geen twijfel mogelijk: ze komen allemaal uit Friesland. Mijn naamgevers woonden in Oostrum. Van mijn moederskant moeten we in Noord-Holland zijn en in de stadjes rond de Zuiderzee. Ik ben blond en heb een lichte gevoelige huid met sproeten die snel verbrandt. Net als verschillende familieleden. Ik houd het er maar op dat wij generaties lang geboren zijn in een gematigd zeeklimaat en daarom niet geschikt zijn voor streken waar het warmer is. En ons daar dan ook niet op ons gemak voelen.

Valse start?

Maar er gaat een verhaal rond over een gebeurtenis in mijn eerste levensdagen die traumatisch geweest moet zijn, zonder dat ik daar bewuste herinneringen aan heb. Ik werd geboren in de zomer van 1947. Lees wat Wiki daar over zegt:

"Het weer in Nederland is in 1947 bijzonder extreem. Het jaar begint met een van de strengste winters van de 20e eeuw, hoewel er midden in januari een tijdelijke dooi-aanval is, met een warmterecord van 17 graden boven nul in Limburg. Er wordt in deze winter dan ook een Elfstedentocht gehouden. De zomer begint al vroeg met zeer warme dagen in mei en houdt aan tot ver in september; de zomer van 1947 is de warmste zomer van de eeuw. Er woedt een grote storm op de zon."

Altijd als wij klaagden over warmte, kwam mijn moeder met de mededeling dat de zomer van 1947, toen ze van mij in verwachting was, de vreselijkste zomer was die ze ooit had meegemaakt. En dan komt het verhaal over mijn grootmoeder, die andere ideeën had over wat er met pasgeboren baby's moest gebeuren dan mijn eigen moeder. Mijn moeders eerste kind en mijn grootmoeders eerste kleinkind, daar wilden ze natuurlijk allebei goed voor zorgen. Vanwege de hitte had mijn moeder me met zo min mogelijk kleertjes aan in mijn wiegje gelegd, maar daar was de nieuwbakken oma het helemaal niet mee eens. Pasgeboren baby's moesten ingebakerd worden en een wollen mutsje op. Dus haalde ze me uit de wieg en pakte me goed in. Mijn moeder dorst niet tegen haar schoonmoeder in te gaan en zo lag ik eerst krijsend en later versuft in mijn bedje. Gelukkig kwam de wijkverpleegster (die deden dat toen nog!) even kijken of alles goed was met de jonge moeder en de baby. Ze was net op tijd en heel boos op mijn oma. Ik had warmtestuwing en moest zo snel mogelijk gekoeld worden en ik kreeg lepeltjes water met wat zout.

Ik weet er niets meer van, maar het zal allemaal niet prettig geweest zijn. Wat ik me wel kan herinneren gebeurde later. Ik lag in bed en had koorts, maar ik was nog erg klein en kon niet vertellen wat er aan de hand was. Mijn vader legde een nat washandje op mijn voorhoofd en ik greep het eraf en begon er driftig op te sabbelen. "Ach, ze heeft dorst" , zei hij en ik kreeg wat te drinken. Ook toen moet ik het erg warm gehad hebben.

Doe mij maar de herfst

Hoe dan ook: ik ben niet dol op de zomer. Zoals die zich de laatste weken ontpopte, was hij goed te doen: rond de 20 graden, af en toe wat regen. Zo waren de gewone zomers vroeger ook. Met uitschieters. Nu zijn de uitschieters juist deze relatief koele zomers en worden we elk jaar met steeds hogere temperaturen geconfronteerd. Als ik naar de jaargetijden van tegenwoordig kijk, heb ik het liefst de herfst. De winter is een gekwakkel, echt lekker vriesweer met wat sneeuw en ijs zit er niet meer in. De lente is me te kwetsbaar: plotseling warm en dan schieten de planten de grond uit, maar daarna nachtvorst en gaat het weer mis. Of ineens een hete en te droge periode. De zomer is meestal te heet. 

Maar de herfst heeft de juiste temperaturen, wisselt zon, regen en storm af, geeft ons gegarandeerd prachtige herstkleuren en paddestoelen. Bereidt ons voor op een periode van rust, waarin de dagen korter worden en de avonden uitnodigen veel boeken te lezen in een huis waar je de temperatuur zelf kunt regelen.

© Jannie Trouwborst-van Oostrum, juli 2020.

#WOT betekent Write on Thursday. Inmiddels wordt het georganiseerd door ALI. Iedere donderdag verzint ze een woord waarover je kunt schrijven (bloggen, vloggen of ploggen). Niets moet, alles mag. Je kunt op ieder moment instappen.