zaterdag 25 juli 2020

Binge reading? Bestaat dat wel?

Vroeger waren er meer vaste blogactiviteiten via Twitter. Naast de #WOT was er het Spreekwoorden en gezegden item en #50 books: elke week een vraag over lezen en boeken. Vooral het verdwijnen van de Spreekwoorden en gezegden blogs betreur ik. Maar ja, als er niemand meer meedoet.... 

Het #WOT woord van deze week is:
Bingen = 1) een tv-serie per twee tot zes afleveringen achter elkaar kijken 2) een serie boeken achter elkaar lezen.

In de herhaling

Bijna exact 4 jaar geleden stelde Hendrik-Jan in #50books de vraag: Heb jij ook weleens aan binge-reading gedaan? Het woord was toen minder bekend dan nu en ik heb er toen een heel verhaal van gemaakt. Bingen houdt voor mij niet op bij lezen van boeken of kijken naar films.

Ik las mijn eigen tekst nog eens over. Ik kan me er nog wel in vinden. En omdat ik niet in herhaling wil vervallen, houd ik het maar op een link naar die tekst: Binge-reading? Bestaat dat wel?

Alleen het slot van het stukje wil ik hier nog even citeren (gebaseerd op de definitie van Binge destijds):

"Misschien ben ik inmiddels te oud (en wijs?) voor: een extreme consumptie in korte tijd en een daad van mateloosheid. Zeker wat lezen betreft. Maar het bezoeken van boekenmarkten en kringloopwinkels heb ik toch maar afgeschaft: tegen binge-bying-books moet ik mezelf in bescherming blijven nemen!!"

Dat lukt overigens maar ten dele: er staan intussen meer ongelezen boeken in mijn boekenkast, dan ik ooit nog zal kunnen lezen.

© Jannie Trouwborst, juli 2020.

#WOT betekent Write on Thursday. Inmiddels wordt het georganiseerd door ALI. Iedere donderdag verzint ze een woord waarover je kunt schrijven (bloggen, vloggen of ploggen). Niets moet, alles mag. Je kunt op ieder moment instappen.

zaterdag 18 juli 2020

Cursussen in alle soorten en maten

Cursussen, het wemelt ervan. Was het vroeger iets bijzonders als je een cursus volgde, nu worden we ermee overspoeld. Vooral voor de werkende mens, die verplicht op de zoveelste cursus moet, lijkt het me zwaar. Een leven lang blijven leren, wordt er gezegd. En dat lijkt te kloppen en vaak ook wel te moeten, omdat de ontwikkelingen in alle vakgebieden steeds sneller gaan. ALI kan er over mee praten.

Het #WOT woord van deze week is:

Cursus = 1) Aantal lessen over een bepaald onderwerp, 2) hoeveelheid leerstof, 3) kortdurende opleiding, 4) leergang, 5) les, 6) Onderricht, 7) onderwijs, 8) opleiding, 9) schriftelijk onderricht.

Verplichte cursussen

Nadat ik de Frederik Müller Academie als bibliothecaresse en documentaliste afgerond had, was ik een aantal jaren werkzaam in wetenschappelijke en openbare bibliotheken. Mijn kennis was op dat moment voldoende om zonder cursussen mijn werk te kunnen doen. Nadat ik er vervolgens zo'n 15 jaar tussen uit was om voor mijn 3 kinderen te zorgen (kinderopvang bestond toen nog niet) ging ik weer aan het werk in mijn vak, dat ondertussen danig veranderd was. De computer had zijn intrede gedaan.

Commodore 64 met floppy disks en joysticks
Gelukkig hadden we thuis op voorspraak van onze puberzoon een Commodore 64 aangeschaft waarop ik met MS-DOS (uit een boek geleerd) kennis maakte. Maar op mijn werk bij de bedrijfsbibliotheek van de PTT aan de Zeestraat in Den Haag begon het computertijdperk pas echt voor mij. We werkten op terminals, want de centrale computer waarmee we verbonden waren was nog zo groot dat die een heel gebouw in beslag nam. Mijn werk bestond o.a. uit het digitaliseren van de kaartcatalogi. Dat was na wat wennen goed te doen. Maar in de jaren daarna kwamen er computers op ons bureau te staan en volgde de ene na de andere cursus. Eerst WordPerfect, daarna Word. E-mailprogramma's, zoektechnieken op internet en in buitenlandse databases, het beoordelen en vinden van betrouwbare bronnen. Misschien waren het er nog meer, maar in feite was het toen nog vrij overzichtelijk en redelijk beperkt.

De laatste jaren voor mijn pensioen werkte ik op de Erasmus Universiteit. Ik beheerde het documentatiecentrum voor Sociaaleconomische Gezondheidsverschillen. Ik kon mijn werk prima aan zonder nog cursussen te hoeven volgen.

Zelf gekozen cursussen
Teleac cursus

Ik ben ontzettend leergierig en ook toen ik nog werkte, koos ik voor cursussen om mijn kennis te verruimen. Ik was een enthousiaste afnemer van Teleac cursussen. Vaak op het gebied van geschiedenis, filosofie en religies, literatuur, kunst en psychologie. De (werk)boeken vormden samen met de tv-uitzendingen en soms excursies aantrekkelijke manieren op kennis te vergaren, voordat het mogelijk was dat allemaal via internet te doen. Ook een cursus Muziekgeschiedenis bij het plaatselijke cultuurcentrum in Spijkenisse was welkom.

Maar het was me uiteindelijk toch wat te oppervlakkig. Toen ontdekte ik de Open Universiteit (opgericht in 1984) en schreef me in 1989 in voor de studie Cultuurwetenschappen. Die omvatte zo ongeveer alle vakgebieden waarin ik geïnteresseerd was en verbond ze ook nog met elkaar. Niet met de bedoeling er in af te studeren, maar cursus voor cursus te kiezen en er op mijn gemakje mee bezig te zijn. Het waren schriftelijke cursussen met fantastische studieboeken. Aanvankelijk werden die eens per maand vanuit een Studiecentrum in Rotterdam begeleid. Contact met een leraar en studiegenoten stelde ik zeer op prijs. De massale schriftelijke tentamens in de studiezalen van de Erasmus Universiteit waren een bijzonder belevenis. Een Summerschool Filosofie in Middelburg was een van de hoogtepunten van deze periode. Na een aantal jaren werden werk, gezin en studie toch te veel.

Met pensioen

Wie leergierig is, blijft dat zijn leven lang. Toen de drukte van de verhuizing naar een heel ander stuk Nederland (Zeeuws-Vlaanderen) achter de rug was en we de omgeving zo'n beetje verkend hadden, begon het weer te kriebelen. Ik ontdekte de gratis MOOC's van Coursera. Op alle vakgebieden bieden gerenommeerde universiteiten van over de hele wereld inleidende cursussen aan. Ik heb er al verschillende met veel plezier gevolgd. 

Bij Het Zeeuws Archief volgde ik een cursus Paleografie (oud schrift) om beter te kunnen helpen bij het online digitaliseren van verschillende soorten archiefstukken uit diverse archieven. En via Duolingo volg ik (al bijna twee jaar nu) een online cursus Spaans. Enkele jaren geleden haalde ik in het buurthuis mijn middelbareschool Frans weer op. Via de jarenlange Tai Chi en Qigong lessen (die in feite ook een cursus zijn) volgden ook een aantal korte cursussen op het gebied van o.a. de meridianenleer en Chinese gezondheidsleer.

Tot slot de cursus die ik zelf gegeven heb. Voor leesclubs en andere belangstellenden gaf ik enkele jaren de cursus Lezen in een leesclub in de bibliotheek van Philippine. Aan de hand van het boek Lezen en Leesclubs van Inge Drewes ontwikkelde ik een lesprogramma van een jaar om mensen te laten ervaren hoe je meer uit het lezen van boek kunt halen en je oordeel erover beter en gemotiveerder onder woorden kunt brengen. De ervaringen daarmee staan beschreven op mijn boekenblog. Een deel van de cursisten zat al op een leesclub, de overigen zijn als leesclub onder mijn leiding nog enkele jaren doorgegaan. Omdat er veel werk in zat en ik zo zelf niet meer aan lezen toekwam, ben ik er mee gestopt.

Conclusie

Een leven lang leren. Als het niet voor je werk is, dan wel voor je plezier. Misschien zijn er mensen die zich daar niets bij voor kunnen stellen, maar zolang je bezig bent met wat je aanspreekt, voelt het niet als leren maar als een verrijking. En dat wens ik iedereen toe: een verrijkende ervaring bij het volgen van een cursus.

© Jannie Trouwborst, juli 2020

#WOT betekent Write on Thursday. Inmiddels wordt het georganiseerd door ALI. Iedere donderdag verzint ze een woord waarover je kunt schrijven (bloggen, vloggen of ploggen). Niets moet, alles mag. Je kunt op ieder moment instappen.

zaterdag 11 juli 2020

De hofnar: een verdwenen beroep. Of toch niet?

Het is natuurlijk haar goed recht: Ali zet deze week een joker in. Aan ons om daarop te reageren. Er was wat twijfel hier, maar ik heb besloten de handschoen toch maar op te pakken en er het beste van te maken.

Het #WOT woord van deze week is:


Joker = 1) Extra speelkaart, 2) figuur in het kaartspel, 3) grappenmaker, 4) kaartterm, 5) kansspel, 6) nar, 7) paljas, 8) passepartoutkaart, 9) potsenmaker.
Spreekwoorden en gezegden


Het woord joker is nog niet zo heel oud in het Nederlands. Het komt van het Engelse "joke" (grap). In die betekenis staat hij hierboven als grappenmaker en nar, en de geweldige woorden: paljas en potsenmaker
In het kaartspel werd hij later geïntroduceerd. Eerst als een blanco kaart, later met een afbeelding van een nar. Dat is tot op heden zo gebleven.

De uitdrukkingen die verband houden met joker zijn ook in deze twee categorieën onder te brengen. Je kunt voor joker staan, iemand kan je voor joker zetten, je kunt Jan Joker genoemd worden. Of je kunt een joker inzetten als je even de behoefte voelt je terug te trekken of niet mee te doen. Hoewel ik de betekenis "passepartoutkaart" ook wel vind wijzen op de mogelijkheid: lekker, zonder consequenties doen wat je zelf wilt. 

Tenslotte nog betekenis die ik in de opsomming mis: de joker in de vorm van een teken voor zoeken op internet. * voor meerder letters van een woord en ? voor een enkele. 

Een verdwenen beroep: De hofnar

Voor het woord joker in het Nederlands werd geïntroduceerd, hadden we al wel de woorden nar, paljas en potsenmaker. Vooral achter nar zit een heel verhaal (gelukkig voor deze #WOT). Het vindt zijn oorsprong in hofnar, een officiële grappenmaker aan het hof van een vorst. Vooral in de Middeleeuwen was hij populair, in de loop van de 18de eeuw verdween hij.

Zowel lichamelijk of geestelijk beperkte personen als meer intellectuele, vervulden deze rol. De eersten wekten onbewust de spotlust op. De laatsten bespotten vaak de gasten van de vorst of deze zelf en hadden politieke invloed. Apart is dat het zowel mannen als konden vrouwen zijn. In tegenstelling tot de minstreel, die liederen zong en verhalen vertelde, maakte de hofnar alleen grappen. Hij gebruikte geen muziek of andere instrumenten.

De hofnar had een bijzonder sociale positie. Hij gedroeg zich alsof hij slechts een onschuldige grappenmaker was, maar ondertussen was hij in de positie leden en gasten van het hof te doorgronden en hen voor de gek te houden.
Hij kon ingaan tegen de heersende opvattingen, zonder ervoor gestraft te worden. Hierdoor had hij een speciale positie: hij stond onderaan de sociale ladder, maar door de invloed op de adel en de vorst kon hij in de hoogste kringen doordringen. Vaak werden narren ook als raadgevers benoemd en door de vorst gebruikt om andere edelen te beïnvloeden met hun praatjes. Andere hovelingen hadden vaak een hekel aan de hofnar omdat die hen voor gek zette.

In de 18de eeuw verdween de hofnar, door de tanende macht van het hof in de samenleving. Zonder scherpe opmerkingen die invloed hadden, was zijn rol uitgespeeld. Wel bleef hij nog enige tijd raadgever van koningen en andere bestuursleden. Tegenwoordig speelt de nar in Nederland nog een rol tijdens carnaval, hij staat dan Prins Carnaval bij.

Het uiterlijk

De nar had specifieke kleding aan in de vorm van een pak, dat vaak rood met wit gekleurd was. Zijn hoed (een narrenkap) bestond uit zogenaamde narrenbellen en hij droeg een staf of narrestok. Zo zien we hem ook meestal op speelkaarten als joker. Of als de mascotte van de Efteling, Pardoes: een tovernar die de bezoekers van de Efteling met magie blij moet houden. De hofnar wordt in boeken, voorstellingen en films nog wel gebruikt.

Soms denk ik wel eens, dat we vandaag de dag ook nog wel een hofnar zouden kunnen gebruiken voor sommige van onze bestuurders. Om hen op een ludieke manier te wijzen op de weinig sociale manier waarop ze denken dit land te moeten besturen.

Overigens: Wie op dit moment de hofnar van Koning Willem-Alexander is zou ik zo gauw niet weten. Mijn persoonlijke mening is dat die zijn of haar werk best goed doet. Misschien dat die hem af en toe toespreekt met: "Beetje dom hè"?"

© Jannie Trouwborst, juli 2020.


Bron: Verdwenen beroepen: hofnar

#WOT betekent Write on Thursday. Inmiddels wordt het georganiseerd door ALI. Iedere donderdag verzint ze een woord waarover je kunt schrijven (bloggen, vloggen of ploggen). Niets moet, alles mag. Je kunt op ieder moment instappen.

zaterdag 4 juli 2020

Filosoferen over gezapig

Er zijn van die woorden waarvan je je afvraagt: hoeveel mensen kennen het nog en hoeveel daarvan gebruiken het ook nog? En, ook niet onbelangrijk: geven ze er allemaal dezelfde betekenis aan?

Het #WOT woord van deze week is:

Gezapig = 1) al te gemoedelijk, 2) bedaard, 3) bezadigd, 4) kalm, 5) saai, 6) sloom, 7) zacht en stil, 8) zonder inspanning.

Taalfilosofie

Omdat ik graag met taal bezig ben, ben ik erg gevoelig voor het in mijn ogen juiste woord op de juiste plaats. Daarom doe ik er vaak lang over voor een stukje helemaal naar mijn zin is. Ik puzzel wat af: dit woord is het net niet, maar welk synoniem komt dan beter in de buurt van wat ik bedoel te zeggen? Maar is mijn "juiste" woord ook het juiste woord voor iemand die mijn tekst leest?

Eigenlijk is dit voer voor taalfilosofen. Taalfilosofie of filosofie van de taal betreft het filosofisch onderzoek naar de aard en het gebruik van de taal in haar relatie tot de werkelijkheid. Neem het woord Gezapig van deze week. Wat kunnen we zeggen over de betekenis ervan en hoe verhoudt het zich tot de synoniemen die hierboven genoemd worden? Kan het wel iets zeggen over de werkelijkheid? En wat dan? Daarover kan ik hele andere gedachten hebben dan anderen.

In de latere filosofie van Ludwig Wittgenstein gaat hij ervan uit dat de betekenis van een woord of van een zin, haar gebruik is. De betekenis van een woord hangt dus samen met taalhandelingen en particuliere taaluitingen en kan niet als een los woord betekenis hebben. Wittgenstein was sterk geïnteresseerd hoe gemeenschappen in hun geheel een taal gebruiken.

Het gebruik van gezapig

In het Centrum voor Leesonderzoek van de Universiteit van Gent werd in 2013 het woord gezapig herkend door 85% van de Nederlanders en 93% van de Vlamingen. Daar staat niet bij welke betekenis ze aan het woord toekenden. Want herkend worden, wil nog niet zeggen dat men het zelf ook gebruikt. Bovendien: een woord gebruiken, een taalhandeling dus, veronderstelt dat je een idee hebt van de betekenis van het woord. En daar schuilt denk ik een gevaar in bij woorden die een beetje uit de mode raken. En gezapig is denk ik zo'n woord. Voor mij althans. Zelf gebruik ik het woord nooit. En ik kom het ook niet vaak tegen. En dan wordt het lastig om aan te voelen wat de algemeen aanvaarde betekenis is.

De associaties die ik heb met het woord zijn dubbel. Als ik naar de synoniemen hier boven kijk, dan zie ik bedaard, kalm, zacht en stil. Dat zijn voor mij aantrekkelijke woorden, maar ik zou ze nooit als synoniem van gezapig gebruiken. Al te gemoedelijk, bezadigd, zonder inspanning zijn al iets minder positief, ze komen denk ik het best in de buurt van wat ik onder gezapig versta. Saai en sloom zijn ronduit negatief, die gaan me te ver.

Ik zoek nog even op het woord via "Afbeeldingen". En dan valt nog iets op: waar bij ons het negatieve overheerst bij gezapig, geeft men er in Vlaanderen toch ook heel andere betekenissen aan. Wat dacht je van een "gezapig, licht regentje", een "gezapig taaltje"? Daarin klinkt het "sappig" nog door, waaruit het ooit voortkwam.

Tegenovergestelde

Eigenlijk steek ik nog het meest op van het tegenovergestelde van het woord. Daar is men het over eens: opwindend, veelbewogen, turbulent. Daar past als tegenovergestelde voor mij dan respectievelijk bij: een gezapige wedstrijd, een gezapig leven, een gezapige raadsvergadering. Met behulp daarvan probeer ik voortaan in te schatten wat er bedoeld wordt als het woord gezapig wordt gebruikt.

Alles wijst erop dat de betekenis die je aan woord geeft inderdaad in de taalhandeling ligt, die weer afhankelijk is van de context waarin die zich afspeelt. En het land waar je woont dus, zoals ook Wittgenstein zal beamen.

Wat moet ik nu met gezapig?

Mijn woord is het niet en zal het nooit worden. Iets is gewoon saai, of iemand is sloom. Hoe kan iets al te gemoedelijk kan zijn? Daar kan ik me niets bij voorstellen. En een dorpje waar het leven goed is, omdat het er kalm, bedaard, zacht en stil is? Daar voel ik me op mijn gemak. Dat zal ik nooit gezapig noemen. Hoogstens bezadigd, maar ja dat woord past weer beter bij een mens, misschien wel bij mij.

© Jannie Trouwborst, juli 2020

#WOT betekent Write on Thursday. Inmiddels wordt het georganiseerd door ALI. Iedere donderdag verzint ze een woord waarover je kunt schrijven (bloggen, vloggen of ploggen). Niets moet, alles mag. Je kunt op ieder moment instappen.