maandag 25 september 2017

Boompje groot, plantertje dood

Je kunt niet aan een dood paard blijven trekken en toch komt Carel elke week, ondanks dat er weinig animo is om mee te doen, weer met een nieuw woord in de Spreekwoordenserie #SG-17. Voor week 38 is dat  DOOD. (KLIK HIER).
 
Het kan niet aan de moeilijkheidsgraad liggen, want ook de spreekwoorden en gezegden over de DOOD zijn zo talrijk, dat er een kiezen om nader te onderzoeken keuzestress oplevert. En al helemaal toen ik op de site van Uitvaart Internet Diensten een lijst vond met 239 spreekwoorden, gezegden en citaten over de dood en sterven (KLIK HIER). Zelfs een Friese, die ik wel grappig vond: Der is noch noait in brânkast achter in lykwein oan riden. (Fries spreekwoord) Er is nog nooit een brandkast achter een lijkwagen aangereden.

Er bestaan nogal wat samenstellingen met dood- (ik ben doodmoe, hij zegt dat doodleuk, het is een doodgoeie vent, dat is doodgemakkelijk, enz.) Het schijnt dat de term dood in veel van deze samenstellingen de functie heeft een extreme betekenis ergens van aan te geven. Van Dale geeft er nog veel meer. Ook een vreemde uitdrukking als: ik zie hem doodgaarne, wat uiteraard een totaal andere betekenis heeft als ik zie hem gaarne dood..... Een verklaring kon ik niet vinden.
Doodeng, doodstil en doodkalm lijken logischer samenstellingen.

Voor doodgewoon en doodnormaal wordt wel een verklaring gegeven: het enige waar we zeker van kunnen zijn is dat we allemaal ooit eens doodgaan. Dat is dus het meest gewone en normale dat we ons voor kunnen stellen. Misschien is de benadrukking met het voorvoegsel dood- bij andere woorden hieruit ontstaan.

Blijf ik toch nog zitten met doodleuk en doodgemoedereerd. Beide hebben iets onaantastbaars: iemand doet of zegt iets waar heel veel lef voor nodig is, maar hij lijkt er niet warm of koud van te worden. Hij is om de dooie dood niet bang. Bij doodgemoedereerd zou je nog kunnen denken aan zijn gemoed dat totaal niet beroerd wordt (wat een ouderwetse woorden allemaal), maar het verband tussen dood en leuk ontgaat me volledig. Het is nl. niet extreem leuk wat iemand doet, als hij doodleuk te werk gaat.

Maar om een beetje stichtelijk te eindigen:

Boompje groot, plantertje dood. Het wil zoveel zeggen als: sommige dingen hebben effecten die je niet kunt voorzien. Maar mij deed het denken aan een tekst van Nelson Henderson:

The true meaning of life is to plant trees under whose shade you do not expect to sit.

Om zo na een stukje over de dood ook even de zin van het leven een plek te geven.
 
© Jannie Trouwborst, september 2017.

Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen.

zaterdag 16 september 2017

Nakaarten heeft wèl zin!

Ik ben de laatste tijd een beetje van de kaart. Tussen alle spreekwoorden en gezegden die over het woord KAART gaan, is dit een van de weinige die niet over een speelkaart, maar over een landkaart of plattegrond gaan, naar mijn idee. Toen Carel dit woord opgaf voor deze week van de #SG17 (KLIK HIER) was het evenwel het eerste dat me te binnen schoot.

Bij Onze Taal vond ik bij de verklaring over "Buiten westen zijn" verwijzingen naar "Van de kaart zijn". Het komt uit de scheepvaart en wil zoveel zeggen als "de weg kwijt zijn", "de koers kwijt zijn" of "van streek zijn". Streek betekent hier koers. (KLIK HIER).
Met aardrijkskunde als één van mijn lievelingsvakken en met een grote verknochtheid aan wandelkaarten is het logisch dat ik voor dit gezegde koos. 

Maar er was er nog één die mijn aandacht trok, omdat hij ook wel erg goed bij me past: "Nakaarten heeft geen zin". Daar ben ik het namelijk helemaal niet mee eens.

Volgens (alweer) Onze Taal werd deze uitdrukking gebruikt in de 19de eeuw in de zin van "napleiten", d.w.z. terugkomen op een zaak die reeds haar beslag gekregen heeft. En die  waarschijnlijk ontleed was aan het kaartspel, waar het de betekenis had van: over het spel naspreken dat men reeds gespeeld had.
Naar mijn idee is de betekenis ervan intussen een beetje aangepast en niet alleen meer toepasbaar op een reeds besloten en afgehandelde zaak of na afloop van een gespeeld spel. Voor mij is het verwant aan "gedane zaken nemen geen keer". En daar zijn kanttekeningen bij te maken.

Wanneer een gebeurtenis vervelende gevolgen heeft of betreurd wordt, heeft het WEL zin erover na te denken, na te kaarten dus. Wat is er precies gebeurd? Hoe is dat gekomen, had het voorkomen kunnen worden? Allemaal vragen die niets kunnen veranderen aan het verleden, maar waar we wel degelijk lering uit kunnen trekken voor de toekomst.
Het is onzin om te bedenken dat als je een kwartier later van huis was gegaan, je niet die aanrijding gehad zou hebben. Dan is nakaarten zinloos: misschien was er zelfs wel iets veel ergers gebeurd. Maar als je verblind werd door een laagstaande zon, zou je misschien kunnen concluderen dat je voortaan toch maar onder die omstandigheden je zonnebril moet gebruiken in de auto.

In onze familie worden ze er wel eens moe van, dat ik altijd aan het nakaarten ben. Zelf vind ik het de normaalste zaak van de wereld. Pas als je de oorzaak weet, kun je iets doen aan een ongewenste situatie of vervelende gevolgen. Jammer volgende keer beter, is voor mij niet goed genoeg.

Dus ook als ik een beetje van de kaart ben, ga ik niet bij de pakken neerzittenKomt tijd, komt raad, werkt ook niet bij mij. Ik kom heus wel weer op mijn padje terecht, maar pas als ik de oorzaak weet. Kalmpjes aan, want Een slak op de goede weg, wint het van een haas op de verkeerde weg.

© Jannie Trouwborst, september 2017.

Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen.

woensdag 6 september 2017

Ook aan de langste schaduw zit een eind

Bij het woord SCHADUW schiet mij als eerste te binnen de in de politiek tot vervelens toe gebruikte uitdrukking: "over de eigen schaduw heen springen". Het is een vrij nieuwe uitdrukking en volgens Onze Taal voldoet ze sinds ze gekaapt is door de politici niet meer helemaal aan de oorspronkelijke betekenis, nl. "iets beter doen dan verwacht, iets doen waar niemand je toe in staat achtte". De politieke praktijk van de laatste jaren heeft bewezen ,dat Onze Taal daar gelijk in heeft. Mijn irritatie over het cliché gebruik van deze uitdrukking is zo groot, dat ik het er hier verder niet over wil hebben. Wie de rest van het verhaal wil lezen, kan terecht bij Onze Taal (KLIK HIER).


Een spreekwoord dat me meer aanspreekt is: Geen licht zonder schaduw. Bij de uitleg staat: Tussen al het goede zit ook altijd wel iets minder goeds. Ik zou dat stelliger willen maken: Als we van het zonlicht in ons leven willen genieten, moeten we ook de schaduwzijden accepteren. 

Maar onze invloed op een zonnig leven gaat verder dan je misschien zou verwachten. Wat dacht je van deze uitdrukking: "Wie de zon tegemoet treedt, heeft de schaduw achter zich".

Ook tussen de citaten vond ik tal van spitsvondige gezegden. Ik noem er een paar:

Frederik van Eeden (auteur): 
Het goede groeit traag in de schaduw van geringschatting

Ischa Meijer (journalist):
Een goede vraag stelt elk antwoord in haar schaduw.

Ada Boerma - van Doorne (politica en burgemeester):
Ook aan de langste schaduw zit een eind. 

Geen schaduw buiten, terwijl ik dit stukje zit te typen, dus ook geen zon. Het regent zelfs een beetje. Maar dat laat ik geen schaduw werpen over deze dag. Het is vakantie en we hebben nog genoeg leuke dingen op de planning staan.

© Jannie Trouwborst, september 2017. 

Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen.