dinsdag 30 juni 2020

Film: De beentjes van Sint Hildegard

Herman Finkers

Ik ben een groot fan van Herman Finkers. Vanwege zijn droogkomische opmerkingen, maar ook door de wijsheid en gevoeligheid die achter die komische façade schuil gaat en die vooral naar voren komt in interviews. Met zijn humor weet hij zware dingen lichter te maken, maar niet belachelijk. Dat is knap!

Ik wist niet wat ik van deze film moest verwachten. Het scenario is door hemzelf geschreven. Betekent dat veel komische toestanden? Ik kon het me haast niet voorstellen en dat is ook niet zo. Gedoseerde humor, die het op zich serieuze thema uiteraard weer lichter maakt, zoals we van hem gewend zijn.

Komisch drama over het los willen breken uit vastgeroeste patronen.

Jan (Herman Finkers) is 35 jaar getrouwd met Gedda (Johanna ter Steege). Gedda houdt zóveel van Jan dat hij het er benauwd van krijgt. Ze ziet het huwelijk als een vorm van begeleid wonen. Als hij een glas van tafel wil pakken, is zij hem al voor en reikt hem het glas aan. Daarnaast bepaalt ze zijn kleding, vriendschappen, vakanties en al hun andere bezigheden.
In een poging meer ruimte te krijgen maakt Jan dermate rare sprongen dat hij zijn huwelijk letterlijk in een gesloten afdeling ziet veranderen. Dochter Liesbeth zit met haar afgepaste en jaloerse vriend in eenzelfde schuitje als haar vader. In De beentjes van Sint-Hildegard nemen ze hun partner onder de loep en rijst de vraag: hoeveel liefde is te veel liefde. En hoeveel vrijheid willen ze en hebben ze nodig?

Hoe heb ik deze film ervaren?

Bijzonder is dat deze film bijna geheel in het Twents is opgenomen. Gelukkig staat er ondertiteling onder. De meeste hoofdrolspelers spreken zelf Twents, dat is te horen aan de natuurlijke manier waarop er met elkaar gesproken wordt. De enkeling die een Twents zinnetje moet zeggen zonder de taal machtig te zijn, valt door de mand. Maar dat valt misschien niemand op.

De karakters van de hoofdpersonen worden aangedikt, wat niet alleen een komisch effect geeft, maar wat daardoor gemakkelijk als spiegel kan dienen. Iedereen zal wel de een of andere (afgezwakte) eigenschap of gedraging van zichzelf herkennen.

Er zitten meer ontroerende dan komische scenes in de film. Het is een film, die veel met suggestie werkt, waardoor misschien sommige onuitgesproken zaken gemist worden door iemand die daar minder gevoelig voor is.
Dat die suggesties en onuitgesproken gevoelens zo perfect in beeld gebracht zijn is te danken aan het vakmanschap van regisseur Johan Nijenhuis. Een gebaar, een gelaatsuitdrukking, een bepaalde handeling: op de juiste manier gefilmd zijn ze geweldig en veelzeggend. De sfeertekening is raak, ook filmtechnisch is het een prachtige film om te zien.

In een interview vertelde Herman Finkers, toen nog niet bekend met de werkwijze van filmen, over zijn twijfels of wat hij wilde vertellen wel overkwam. Hij had het daarbij over de laatste scene van de film (waar ik niets over zal verklappen). Van een afstand zag hij niet wat er gefilmd werd, maar toen hij de beelden terug zag, was hij overtuigd. Heel dicht op de huid van Johanna ter Steege was de miniem veranderende gelaatsuitdrukking genoeg om de scene ontroerend te maken en meer te zeggen dan woorden kunnen. Fantastisch gedaan. Heel ontroerend.

De wijze van filmen deed me denken aan Boven is het stil (regie Nanouk Leopold), ook daar waren het de dingen die niet gezegd, maar perfect uitgebeeld en gefilmd waren, die er een gevoelige film van maakten. 

Nog steeds in de bioscoop

Door de Corona-toestanden kon het geplande bezoek aan de bioscoop om deze film te zien aanvankelijk niet doorgaan. Gelukkig heeft het Ledeltheater in Oostburg de film opnieuw op het programma gezet. Ook andere filmzalen en bioscopen in het hele land hebben dat gedaan. Als je de kans hebt, zou ik zeker gaan kijken. 

© Jannie Trouwborst, juni 2020.


zondag 28 juni 2020

Mijmeren op de Oude Buisse Heide: wandelen en poëzie

Soms moet ik een poos nadenken, dubben en peinzen voor ik een idee heb voor dit wekelijkse taalspelletje, maar dit keer kwamen de associaties meteen tevoorschijn.


Het #WOT woord van deze week is :

Mijmeren = 1) Peinzen, 2) denken, 3) dromen, 4) dubben, 5) filosoferen, 6) in gedachten verzonken zijn, 7) nadenken, 8) piekeren.

Meestal als ik de reeks mogelijkheden bekijk die bij een woord gegeven worden, heb ik er zo mijn eigen gedachten over. Het zouden synoniemen moeten zijn, maar ik ben het er geregeld niet mee eens. Daarom duik ik wel eens in de etymologie van dat woord, om te ontdekken of de betekenis die ik niet kan plaatsen soms uit het verleden komt.

Maar vandaag niet. Voor mij is mijmeren: dromen en in gedachten verzonken zijn. Op een prettige en positieve manier. Peinzen, dubben, denken en piekeren zijn me te negatief en filosoferen en nadenken te algemeen.

Voor mijmeren is rust en gemoedsrust nodig. Mijmeren kan over het verleden gaan, het ophalen van mooie herinneringen, een beetje melancholie misschien. Of over de toekomst, dagdromen zonder verwachtingen en doelen, gewoon omdat het fijn is te dromen. Maar mijmeren kan ook het besef zijn hoe waardevol een moment van rust in een mooie omgeving is.

De Oude Buisse Heide

In de gemeente Zundert, tussen Achtmaal en Schijf, ligt het Landgoed De Oude Buisse Heide. Het heeft een rijke historie. Het is een heerlijk gebied om te wandelen door oude bossen en langs weilanden, akkers, vennen en boerderijen. Schrijfster en politica Henriette Roland Holst schonk de Oude Buisse Heide in 1945 aan Natuurmonumenten. Samen met haar man Richard Roland Holst, beeldend kunstenaar, verbleef ze hier in de zomermaanden in de Angorahoeve om inspiratie op te doen. Henriette schreef de meeste van haar dichtbundels, biografieën en politieke boeken in dit gebied.

Natuurmonumenten heeft een wandelroute uitgezet over het Landgoed van 5 km. Onderweg kom je haar gedichten tegen. De route is te downloaden als PDF met veel achtergrond informatie en een kaartje. Alle informatie vind je HIER.

Zelf omschreef ze de plek met de woorden "zoo lieflijk, vredig en idyllisch bekoorlijk, dat elk mensch, die daar komt, door haar stilte, blije harmonie getroffen wordt." Tot op de dag van vandaag is het landgoed een inspiratiebron voor veel mensen.

Henriette Roland Holst

Ik las de biografie die Elsbeth Etty schreef over Henriette Roland Holst:  Liefde is heel het leven niet (1996). In 2012 werd er een documentaire over haar leven gemaakt - Droom en daad, die ik zag in een filmhuis in Breda. Uit beide komt een zeer strijdbare vrouw naar voren, die idealen heeft die de maatschappij eerlijker moeten maken en zich volop inzet om te strijden voor een betere positie van arbeiders, jongeren en vrouwen.
Naast haar politieke werken schreef ze gedichten, die aanvankelijk hartstochtelijk socialistisch waren. Ze schreef onder andere de Nederlandse tekst voor het strijdlied De Internationale. Later kreeg haar werk een meer religieus karakter.Toneelstukken, biografieën, journalistiek en hoorspelen behoren ook tot haar nalatenschap.

De titel van die documentaire  (waarvan ook een gedeelte opgenomen is op de Oude Buisse Heide) Droom en daad komt uiteraard van Willem Elsschot:

"Want tussen droom en daad 
staan wetten in de weg en praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren…"


En dan zie ik haar wandelen over haar Landgoed, peinzend en filosoferend, in gedachten verzonken, nadenkend en dubbend, piekerend misschien zelfs. Tot ze een plekje vindt in de schaduw en dan een gedicht als dit schrijft:


Ik kreeg de stilte weder lief 

Ik heb de stilte weder liefgewonnen:
een korte poos was ik van haar vervreemd
maar nu heb ik opnieuw haar liefgewonnen
ik mag weer drinken aan haar klare bronnen
en zwerven door haar schaduwbeemd.


Weer gaan haar dromenlanden voor mij open
waar bloeit het kruid van de herinnering
door haar zachte geuren omdropen
weet ik nauwelijks hoe de tijd verging.

Henriette Roland Holst-van der Schalk

Mijmerend, zoals ik ook graag doe. Het is soms te druk in mijn hoofd, maar als het lukt die stilte weer even terug te vinden en te dromen, dan ben ik een gelukkig mens.

Meer gedichten als deze lezen van Henriette Roland Holst? Ik kan de mooie wandeling erlangs op de Oude Buisse Heide van harte aanbevelen!

© Jannie Trouwborst, juni 2020.


#WOT betekent Write on Thursday. Inmiddels wordt het georganiseerd door ALI. Iedere donderdag verzint ze een woord waarover je kunt schrijven (bloggen, vloggen of ploggen). Niets moet, alles mag. Je kunt op ieder moment instappen.

vrijdag 19 juni 2020

Tierelier en tierelantijntjes

Het #WOT woord van vandaag is: 

Tierelier = 1) lopen als een tierelier (heel goed lopen), 2) werken als een tierelier (heel goed werken), 3) dronken, 4) nabootsing van een eenvoudig, opgewekt muzikaal geluid.

Gewoonlijk ga ik eerst op zoek naar wat achtergronden bij het opgegeven woord. Soms heb ik meteen een associatie die een leuk verhaal kan opleveren. Maar dit keer loopt het anders. Niet als een tierelier dus.

Een ouderwets woord, zegt Ali. Ik ken het nog wel, maar je hoort het inderdaad niet veel meer. En als het gebruikt wordt, dan vooral in de eerste twee betekenissen: iets kan lopen of werken als een tierelier, heel goed dus.
De geschiedenis van het woord levert vooral veel onduidelijkheden en verwarring op. Een mooi overzichtje daarvan vind je op HistOriek. Daar wordt meteen een verband gelegd met tureluurs, ook een ouderwets woord, al hoor je dat vaker.

In HistOriek wordt gesteld dat tierelier vooral positief bedoeld is (iets dat goed gaat) en tureluurs negatief (ergens tureluurs van worden betekent dat je er gek van wordt). Maar ja, tierelier kan ook dronken zijn, volgens de omschrijving hierboven. Eenduidig wordt het allemaal niet. En waar het nou echt vandaan komt?

Tijd om de Van Dale erbij te pakken. Die stelt dat tierelier voor de eerste twee positieve zaken hierboven staat en dat tiereliere gek (werk om tiereliere van te worden) of dronken betekent. 

Een leuk uitstapje is dan ook ook nog: tierelantijntje, dat twee betekenissen heeft: een (zinloos) versiersel van weinig waarde op kleding en een draaierijtje of smoesje.

Tenslotte blijkt er een werkwoord te bestaan: tierelieren. Pret maken of aan de zwier gaan, zou daarbij horen. En de vierde betekenis van hierboven: een eenvoudig, opgewekt muzikaal geluid voortbrengen. En dat zou volgens Van Dale slaan op kwinkelerende vogels en orgels. 

Je zou er tureluurs van worden! 

Laat ik het dan toch maar bij een associatie houden. Het loopt, werkt, draait als een tierelier. Deze vergelijking veronderstelt dat er een voorwerp bestaat dat gemakkelijk zijn werk doet. Als je dronken bent, dan ben je draaierig. Welk voorwerp brengt op een gemakkelijke manier een eenvoudig, opgewekt muzikaal geluid voort door er aan te draaien? Een tierelier kan voor mij dus alleen maar een buikorgeltje zijn. Waar je dan weer tureluurs van wordt.....

© Jannie Trouwborst, juni 2020

WOT betekent Write on Thursday. Inmiddels wordt het georganiseerd door ALI. Iedere donderdag verzint ze een woord waarover je kunt schrijven (bloggen, vloggen of ploggen). Niets moet, alles mag. Je kunt op ieder moment instappen.

vrijdag 12 juni 2020

Geel: de Barmhartige Stede.

Het #WOT woord van deze week is: 

Geel = 1) kleur, 2) gemeente in de provincie Antwerpen, 3) infectieziekte bij duiven, 4) pauselijke kleur, 5) acteur Cees Geel, 6) theologe Jacobine Geel. 

De kleur geel

Bij Geel denk je natuurlijk het eerst aan de kleur. Een kleur die mij absoluut niet staat. Een kleur ook met veel betekenissen. Je hebt het zonnige geel van zonnebloemen, maar ook het giftige cadmium geel. De signaalkleur geel: als waarschuwingscode en afschrikking, de geel/zwarte kleuren van bv. de wesp. Ik zou ook nog in de psychologische aspecten van geel kunnen duiken, maar bij mij riep het woord Geel direct een andere betekenis op.

De plaats Geel

Heilige Dimpna van Geel
Via een familielid dat er woonde, kwamen wij enkele jaren geleden in Geel terecht. Zij vertelden ons over een uniek fenomeen in deze stad en niet veel later zagen we er een documentaire over op tv. Ik vind het zo bijzonder, dat ik het hier graag deel.

De geschiedenis van de bedevaartplaats Geel staat uitgebreid op Wikipedia (Geel-stad). De beschermheilige van de stad is de heilige Dimpna van Geel. Zij is de patrones van de bezetenen en geesteszieken en de beschermheilige tegen epilepsie en krankzinnigheid. Al vanaf de middeleeuwen kwamen pelgrims naar Geel om genezing te zoeken voor geestelijke kwalen. Er werd een hospitaal opgericht.

Gezinsverpleging

Het unieke van Geel is de verzorging van geestesziekte mensen in de zgn. Gezinsverpleging.

Ik laat Wikipedia aan het woord: 

"Gezinsverpleging is een vorm van pleegzorg waarbij een gezin een persoon met een psychische stoornis opvangt in huis. Velen beschouwen dit als een succesvolle behandelmethode voor de patiënten omdat dit de integratie in de maatschappij bevordert. Dit is terug te brengen op twee pijlers: op de openheid van de Geelse gemeenschap tegenover de patiënten en op het veilig opvangnet dat de patiënt bij het gezin ervaart. Er wordt naar Geel verwezen met de term 'barmhartige stede' omwille van deze pijlers. 

Immaterieel erfgoed
De kostgangers kwamen vanuit alle lagen van de bevolking. Het onderscheid bestond vroeger vooral uit de rijkere, zelfbetalende mensen die meer in het centrum van Geel terecht kwamen en de opvang voor armere mensen waarvoor de armenbesturen van hun gemeente betaalden. Deze kwamen meer buiten het centrum terecht.

De mensen die nu naar Geel gaan om in het stelsel van gezinsverpleging terecht te komen, zijn vooral mensen met een chronische en/of meervoudige psychiatrische problematiek. Eerst plaatst het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum hen onder observatie. Hierna komen ze in contact met het gezin waar ze bij verblijven. Bij de plaatsing in een gezin letten ze vooral op de capaciteiten van de patiënt en hun interesses. Het ziektebeeld op zich is niet doorslaggevend in deze beslissing. Vroeger kwamen ook mensen met een mentale beperking in de gezinsverpleging terecht, maar nu zijn er beter aangepaste zorgvormen voor hen beschikbaar. Nu zijn het vaak mensen die niet volledig zelfstandig kunnen leven of niet meer in hun eigen omgeving kunnen worden opgevangen. 

Meer lezen?
De kostgevers waren oorspronkelijk Geelse gezinnen. De kostgangers en de omgeving noemden hen "moe" en "va". Door demografische wijzigingen en de industrialisering veranderde dit. Nu zijn de meeste kostgevers alleenstaande weduwen/weduwnaars of mensen die ruimte hebben omdat hun kinderen uit huis zijn. Toch zijn er ook jongere gezinnen die patiënten opvangen.


Vroeger waren de kostgevers vaak ambachtslui of landbouwers waardoor de kostgangers bij hen konden werken. Nu zet men meer in op beschut werken of het volgen van een arbeidstraject. De gezinsverpleging werd van ouders op kinderen doorgegeven, hierdoor verbleven de kostgangers bij verschillende generaties in eenzelfde familie. Sommige gezinnen vingen meerdere kostgangers op."

Dit bijzondere verhaal deel ik graag. Het gaf de stad de bijnaam: De Barmhartige Stede. 

Excuses voor het overnemen van een groot deel van de tekst van wikipedia. Maar ik kan het zelf niet duidelijker vertellen. Ik troost mezelf met de gedachte dat ik elk jaar een vrijwillige bijdrage overmaak aan wikipedia, omdat ik blij ben met alles wat er te vinden is. Doe jij dat ook al? Lees hier hoe dat kan: DONATIE WIKIPEDIA. 

#WOT betekent Write On Thursday. Inmiddels wordt het georganiseerd door ALI Iedere donderdag verzint ze een woord waarover je kunt schrijven (bloggen, vloggen of ploggen). Niets moet, alles mag. Je kunt op elk moment instappen. 

© Jannie Trouwborst, juni 2020.

vrijdag 5 juni 2020

Snateren: over eenden en mensen

#WOT betekent Write On Thursday. Inmiddels wordt het georganiseerd door ALI. Iedere donderdag verzint ze een woord waarover je kunt schrijven (bloggen, vloggen of ploggen). Niets moet, alles mag. Je kunt op elk moment instappen. 

Het #WOT woord van deze week is:

Snateren = 1) eendengeluid, 2) gakken, 3) geluid van een gans, 4) kakelen, 5) Klabetteren, 6) geluid van een kalkoen, 7) klappen, 8) kletsen.

Uiteraard kan ik het weer niet laten te beginnen bij de Etymologiebank.

Het woord zou het eerst (1437) gebruikt zijn in de betekenis van "een druk geluid maken", niet per se van vogels, maar van apen. Niet lang (1477) daarna ook in de betekenis van: "babbelen, een grote mond opzetten, druk, inhoudsloos of boosaardig praten". Dit gedrag wordt vervolgens graag aan vrouwen toegeschreven: "Wye snaetert daer? ... Een zinneloos wyf ..." (een dwaze vrouw, 1509). Het snateren van vogels vinden we pas rond 1630: "dat de Swaluwen ... meer snateren en schateren, dan eenigh ander Ghevogelte" (dat de zwaluwen meer schetteren en kwetteren dan alle andere vogels)’.


Tegenwoordig wordt het vooral gebruikt voor eenden. Zwaluwen kwetteren, ganzen gakken, kalkoenen klokken, kraaien krassen, mussen tsjilpen. En kippen kakelen. Maar als ik naar het snateren van mensen kijk, dan is de verwantschap met kakelen wel groot: kakelen zonder kop, heeft veel weg van "druk en inhoudsloos praten".

En dan is er nog het zelfstandig naamwoord. We zeggen van een eend niet dat hij een snater heeft, maar een snavel. Toch zeggen we tegen een mens wel: "Houd je snater". In de Van Dale staat dat dat betekent "houd je mond (of bek), ik vermoed dat het voortkomt uit: houd op met dat gesnater.

Samenvattend kun je zeggen dat snateren nu alleen nog gebruikt voor eenden en voor mensen.

Het heeft wel wat dat gesnater van eenden. Maar we geven er al snel een betekenis aan, die wellicht niet helemaal klopt. Vrolijk gesnater van eenden, lees je nogal eens. Zijn ze echt vrolijk, waarschuwen ze voor gevaar op de wallenkant of proberen ze hun opponenten te imponeren bij het veroveren van een vrouwtje? In dat geval zijn het dus vooral de mannelijke eenden die snateren. Zinvol snateren, zou ik willen zeggen.

Maar hoe is dat bij de mensen? Als het gaat over: "babbelen, een grote mond opzetten, druk, inhoudsloos of boosaardig praten" wordt dat graag aan vrouwen toegeschreven. En als ik eerlijk ben: mijn moeder kon er wat van. Tot mijn vader het zat was en zei: Houd nu maar op met dat gesnater.
Ik heb een hekel aan "inhoudsloos gezwets". Maar ik weet zeker dat mannen zich daar net zo schuldig aan maken als vrouwen. Maar van mannen wordt nooit gezegd dat ze snateren..... Ik denk dat voor hen het woord raaskallen is uitgevonden. Alle zinnetjes die daarvan als voorbeeld gegeven worden in de Van Dale beginnen tenminste met "hij".

 Hoe dan ook: ik ben liever in het gezelschap van een vijver vol snaterende eenden, dan van een raaskallende man en zijn snaterende vrouw.

De afbeelding bij dit blogje is de voorzijde van een boekje uit 1926 van A.B. van Tienhoven: Juffrouw Snater. De tekst van het rijmverhaaltje met de afbeeldingen vind je desgewenst HIER. Nog steeds leuk om samen met je (klein)kind te bekijken en voor te lezen.


© Jannie Trouwborst, juni 2020.