vrijdag 5 juni 2020

Snateren: over eenden en mensen

#WOT betekent Write On Thursday. Inmiddels wordt het georganiseerd door ALI. Iedere donderdag verzint ze een woord waarover je kunt schrijven (bloggen, vloggen of ploggen). Niets moet, alles mag. Je kunt op elk moment instappen. 

Het #WOT woord van deze week is:

Snateren = 1) eendengeluid, 2) gakken, 3) geluid van een gans, 4) kakelen, 5) Klabetteren, 6) geluid van een kalkoen, 7) klappen, 8) kletsen.

Uiteraard kan ik het weer niet laten te beginnen bij de Etymologiebank.

Het woord zou het eerst (1437) gebruikt zijn in de betekenis van "een druk geluid maken", niet per se van vogels, maar van apen. Niet lang (1477) daarna ook in de betekenis van: "babbelen, een grote mond opzetten, druk, inhoudsloos of boosaardig praten". Dit gedrag wordt vervolgens graag aan vrouwen toegeschreven: "Wye snaetert daer? ... Een zinneloos wyf ..." (een dwaze vrouw, 1509). Het snateren van vogels vinden we pas rond 1630: "dat de Swaluwen ... meer snateren en schateren, dan eenigh ander Ghevogelte" (dat de zwaluwen meer schetteren en kwetteren dan alle andere vogels)’.


Tegenwoordig wordt het vooral gebruikt voor eenden. Zwaluwen kwetteren, ganzen gakken, kalkoenen klokken, kraaien krassen, mussen tsjilpen. En kippen kakelen. Maar als ik naar het snateren van mensen kijk, dan is de verwantschap met kakelen wel groot: kakelen zonder kop, heeft veel weg van "druk en inhoudsloos praten".

En dan is er nog het zelfstandig naamwoord. We zeggen van een eend niet dat hij een snater heeft, maar een snavel. Toch zeggen we tegen een mens wel: "Houd je snater". In de Van Dale staat dat dat betekent "houd je mond (of bek), ik vermoed dat het voortkomt uit: houd op met dat gesnater.

Samenvattend kun je zeggen dat snateren nu alleen nog gebruikt voor eenden en voor mensen.

Het heeft wel wat dat gesnater van eenden. Maar we geven er al snel een betekenis aan, die wellicht niet helemaal klopt. Vrolijk gesnater van eenden, lees je nogal eens. Zijn ze echt vrolijk, waarschuwen ze voor gevaar op de wallenkant of proberen ze hun opponenten te imponeren bij het veroveren van een vrouwtje? In dat geval zijn het dus vooral de mannelijke eenden die snateren. Zinvol snateren, zou ik willen zeggen.

Maar hoe is dat bij de mensen? Als het gaat over: "babbelen, een grote mond opzetten, druk, inhoudsloos of boosaardig praten" wordt dat graag aan vrouwen toegeschreven. En als ik eerlijk ben: mijn moeder kon er wat van. Tot mijn vader het zat was en zei: Houd nu maar op met dat gesnater.
Ik heb een hekel aan "inhoudsloos gezwets". Maar ik weet zeker dat mannen zich daar net zo schuldig aan maken als vrouwen. Maar van mannen wordt nooit gezegd dat ze snateren..... Ik denk dat voor hen het woord raaskallen is uitgevonden. Alle zinnetjes die daarvan als voorbeeld gegeven worden in de Van Dale beginnen tenminste met "hij".

 Hoe dan ook: ik ben liever in het gezelschap van een vijver vol snaterende eenden, dan van een raaskallende man en zijn snaterende vrouw.

De afbeelding bij dit blogje is de voorzijde van een boekje uit 1926 van A.B. van Tienhoven: Juffrouw Snater. De tekst van het rijmverhaaltje met de afbeeldingen vind je desgewenst HIER. Nog steeds leuk om samen met je (klein)kind te bekijken en voor te lezen.


© Jannie Trouwborst, juni 2020.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten