donderdag 23 februari 2017

Wie gelooft er niet in sprookjes?

De lijst met de mogelijke betekenissen voor het woord Sprookje (dat Martha ons deze keer opgeeft), lijkt me redelijk compleet. Het is een breed begrip, waarbij de context doorgaans bepaalt of het woord een positieve of negatieve bijklank krijgt of neutraal is.
Fantasie en leugens liggen dicht bij elkaar. Je hoeft me geen sprookjes te vertellen, sprookjes bestaan niet, rekenen af met de fantasie en verklaren haar tot een leugen. Het lijkt wel een sprookje, een sprookjesachtige sfeer, klinkt positiever en wijst in de richting van betovering en magie.

Sprookjes ~ 1) Bedacht verhaal 2) Bedenksel 3) Berijmd verhaal 4) Epiek 5) Fabel 6) Fabeltje 7) Fictie 8) Gefantaseerd verhaal 9) Gefantaseerde vertelling 10) Idylle 11) Legende 12) Leugen 13) Literair genre 14) Onwaarheid 15) Onwaarschijnlijk verhaal 16) Overgeleverd verhaal 17) Overlevering 18) Spreukje 19) Sprookjesverhaal 20) Verdicht dierenverhaal

"Een sprookje is in oorsprong een mondeling overgeleverd volksverhaal dat gebruikmaakt van magie en fantasie. Het begint vaak met de woorden "Er was eens..." en speelt zich typisch af op een onbepaalde plaats in een onbepaald verleden. Het woord sprookje is afgeleid van het middeleeuwse 'sproke', dat verhaal of vertelling betekent. Als ongeschreven vertelling richtte een sproke zich tot ongeletterde volwassenen. Via de orale traditie kregen zij de moraliserende verhalen mee. Tegenwoordig zijn "sprookjes" kinderverhalen met levenslessen. In een of andere vorm komen sprookjes over de hele wereld voor met vergelijkbare elementen.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen het mondeling overgeleverde sprookje en het literaire sprookje, het individuele creatieve werk van een schrijver zoals Hans Christian Andersen. Een duidelijke scheiding tussen beide is echter niet altijd te maken."(Tot zover Wikipedia).

Fantasie is een kenmerk van sprookjes, staat er. Toch zeg je niet snel dat een roman een sprookje is. Is het daarvoor noodzakelijk dat de magie er ook bij betrokken wordt? Is iedereen daarom zo dol op Harry Potter? Zijn De Heksen, De GVR of De Griezels van Dahl moderne sprookjes? Fantasyboeken, hoe moeten we die beoordelen? Zijn dat sprookjes voor volwassenen? Hebben we in de huidige, ingewikkelde maatschappij misschien behoefte aan nieuwe sprookjes? Waarin ze nog lang en gelukkig leven na hun sprookjeshuwelijk?

Eén zin intrigeerde me in het Wikipediaverhaal: "Tegenwoordig zijn "sprookjes" kinderverhalen met levenslessen."  Dat kan wel zijn, maar weet wèl wat je aan je (klein)kinderen voorleest! Zelf heb ik als 4-jarige nachtmerries gehad van Roodkapje. We woonden vlak bij een bos, met daarin een dierentuin. Daar kwamen 's nachts de wolven uit om mij op te eten. Voor een kind is het een angstaanjagend idee dat er ouders zijn, zoals die van Klein Duimpje en Hans en Grietje, die hun kinderen achterlaten in het bos (hoe begrijpelijk ook en hoe blij ze ook zijn als ze ze terug vinden). Een stiefmoeder die opdracht geeft je te doden en probeert je te vergiftigen, een prinsesje dat in slaap valt en pas 100 jaar later weer wakker wordt. Hoe jonger het kind, hoe moeilijker het is om onderscheid te maken tussen wat fantasie en magie is, en wat echt zou kunnen gebeuren.

Goede kinderboeken bevatten altijd onopvallende levenslessen. En fantasievolle boeken zijn een verrijking voor de zich ontwikkelende geest. Je fantasie kunnen gebruiken brengt je verder in het leven. Zoals Albert Einstein zei:

Als je wilt dat je kinderen intelligent zijn, lees ze dan sprookjes voor. Wil je dat ze briljant zijn, lees ze meer sprookjes voor.

Dus vooral blijven voorlezen, alleen even opletten of het sprookje wel bij het kind past. En anders maar gewoon Rupsje Nooitgenoeg: een vlinder die uit een rups kruipt, als dat geen magie is?


#WOT: betekent Write on Thursday. Iedere donderdag kiest Martha een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen. Laat HIER een link achter naar je eigen blog zodat iedereen mee kan lezen.

© Jannie Trouwborst, februari 2017.

dinsdag 21 februari 2017

Galgenhumor

Het aantal spreekwoorden waarin het woord GALG voorkomt is zeer beperkt en ze zijn bovendien nogal voor de hand liggend. Carel maakt het ons deze week dus niet gemakkelijk iets origineels te bedenken. Daarom heb ik me maar gericht op samengestelde woorden.

Wat een galg is, weet iedereen. We gebruiken hem tegenwoordig alleen nog op papier om er met onze kleinkinderen het spelletje "galgje" mee te spelen. Oma verzint een woord en zet zoveel stippen op papier als er letters in het woord zitten. Het kind mag raden om welke letters het gaat. Is de letter goed, dan wordt hij op zijn plek geschreven, maar is de letter fout, dan wordt er een onderdeel van de galg getekend. Als het woord op tijd geraden wordt, hangt het poppetje nog net niet aan de galg....

Voor de doodstraf kende men vroeger in onze streken allerlei nare methoden: een ervan was via ophanging aan een galg. Maar ook als de doodstraf op een andere manier was voltrokken, werden de lijken vaak nog opgehangen op een openbare plek aan een galg. Ter afschrikking en als extra schande voor de persoon zelf en vaak ook zijn familieleden. Een voorbeeld daarvan is te zien op de bijgevoegde tekening van Rembrandt van Elsje. Margriet de Moor vertelt hun verhaal overtuigend in De schilder en het meisje (KLIK HIER).

Vlak voor zijn executie kreeg de veroordeelde vaak nog zijn galgenmaal, een woord dat nu nog als gezegde gebruikt wordt voor iemand die een beladen afscheidsmaal gebruikt. Zoals we nu ook nog over galgenhumor spreken: zwarte humor waarin de eigen ellende belachelijk wordt gemaakt.

De historische galgen werden vaak opgesteld buiten de stad op een galgenveld of -heuvel, soms zijn deze plekken nog herkenbaar. Ze worden door historische verenigingen gekoesterd: met een bordje erbij en een sappig verhaal doen ze het doorgaans goed in een wandelfolder. De namen van stadswijken, parken en meertjes verwijzen soms ook nog naar de functie die de omgeving ervan vroeger had.

Maar er is één geval waar ik niet uit kom: Galgenwaard, het stadion van de FC Utrecht. Of zegt dat iets over de tegenvallende prestaties van de betreffende voetballers.....?  

© Jannie Trouwborst, februari, 2017.

Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen.

maandag 20 februari 2017

Troost, alleen als het oprecht is

Een beladen woord in de #WOT van Martha deze week: Troost.

Troost ~ Troost is het bemoedigen van iemand die lichamelijk of geestelijk lijdt en het verzachten van diens pijn. Troost kan geboden worden met woorden, maar ook door lichamelijk contact. De kern van troosten is dat de getrooste zich niet alleen, verlaten voelt.

Dat klinkt als een overtuigende definitie. Maar toch ontbreekt er iets aan. Het klinkt of troost een weloverwogen handeling is, met als doel een bepaald resultaat. Maar troost is meer: het grenst aan naastenliefde. Zonder compassie met degene die troost behoeft, blijft het een leeg gebaar.

Daarnaast is er hierboven vooral sprake van troost bieden, maar er is ook nog zoiets als troost ontvangen. Logisch zul je denken, het een kan niet zonder het ander. Daar zitten echter nog wat haken en ogen aan.

Ik word snel geraakt door het verdriet, de pijn of onmacht van een medemens. Ik schiet meestal direct in de troost- en hulpmodus. Een enkele keer wordt dat echter niet op prijs gesteld. Dat voelt als een afwijzing, vooral omdat je het goed bedoelt. Maar er kunnen redenen zijn waarom iemand niet getroost wil worden, of niet door mij, dat kan natuurlijk ook.

Troost ontvangen kan heel beladen zijn. Je kunt je misschien nog wel voorstellen dat iemand vraagt: Wil je me even helpen? Of: Mag ik even je aandacht? Maar de vraag: Wil je me even troosten? Dat is toch iets anders. Troost voelt namelijk alleen als echte troost als die vanzelf en uit liefde of mededogen gegeven wordt. Niet als je erom moet vragen.

Zelf zal ik nooit om troost vragen. Niet omdat ik daar te trots voor ben, maar omdat ik wantrouwig ben over de oprechtheid ervan als die niet vanzelf gegeven wordt. Dat is een litteken uit mijn jeugd. Als ik ergens verdrietig over was, kreeg ik steevast van mijn moeder te horen dat ik me niet aan moest stellen, want dat er genoeg kinderen waren die het veel slechter hadden getroffen dan ik. Of dat ik maar naar de toneelschool moest, omdat ik zo goed kon acteren. En nog altijd is dat voor mij het ergste: kinderen die verdriet of angst hebben en niet begrepen, gerustgesteld of getroost worden. Maar afgewezen.

En dan is er nog de reactie: snoepje erop, over! Ook dat is geen echte troost: dat is de aanzet tot het latere troost-eten, troost-roken en/of troost-drinken.

Poeh, wat haal je weer allemaal overhoop Martha! Ik ben toe aan een bakje troost geloof ik!

 #WOT: betekent Write on Thursday. Iedere donderdag kiest Martha een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen. Laat hier een HIER link achter naar je eigen blog zodat iedereen mee kan lezen.

© Jannie Trouwborst, februari 2017.

dinsdag 14 februari 2017

Ik schrap u uit mijn boek

BOEK kregen we deze week op van Carel. Wie op internet een overzicht opzoekt, ziet veel gangbare uitdrukkingen en gezegden. Een enkele hoorde ik nog niet eerder, maar om niet de anderen het gras voor de voeten weg te maaien, zal ik die hier nu niet noemen. Maar ik onthoud ze wel. Eén ervan acht ik zeer bruikbaar. Ik zocht eerst nog even verder.

De ingang voor dit stukje vormde een Zeeuwse uitdrukking: "Iemand van den boek doen", wat zo veel wil zeggen als: aangeven op het gemeentehuis dat iemand is overleden. Er bestaat ook een uitdrukking: ik schrap u uit mijn boek, dat betekent: ik wil niets meer met u te maken hebben. Wie daar op verder zoekt, ontdekt dat dat een Bijbelse achtergrond heeft. In Exodus 32 zegt de Heer tegen Mozes: wie tegen Mij zondigt zal uit Mijn Boek geschrapt worden.

Dan blijkt dat er nog meer uitdrukkingen in verband met de Bijbel gebracht kunnen worden. Wat te denken van het Verdomboekje? Volgens Onze Taal moeten we de oorsprong zoeken in het Bijbelboek Openbaring. Het verdomboekje (het boek der verdoemden) zou een nogal 'huiselijke' benaming zijn voor een boek waarin God de daden van alle mensen heeft laten optekenen. Op basis daarvan wordt het Laatste Oordeel geveld: wie komt er in de hel, en wie krijgt er een prachtig, eeuwig leven?

Ik kende alleen het verdomhoekje (in de hoek zitten waar de klappen vallen, altijd pech hebben). Men vermoedt dat verdomhoekje de plaats van verdomboekje heeft ingenomen toen de Bijbelse achtergrond van boekje niet meer werd herkend.

Als laatste uitdrukking met Bijbelse achtergrond vond ik  Dat is voor hem een gesloten boek, of, als een boek met zeven zegelen, wat zoveel wil zeggen: daar weet hij/begrijpt hij niets van (Openbaringen 5.1). Het gaat over een boek met zeven zegels dat mysteriën bevat die nog niemand kent. Maar niemand schijnt waardig genoeg de zegels te verbreken, tot het Lam verschijnt. (Helemaal snappen doe ik het verhaal niet, dat blijft ook voor mij dus een gesloten boek).

De Bijbel wordt ook wel het Boek der Boeken genoemd. Leuk om dat hier met het woord boek in Bijbelse uitdrukkingen te boekstaven.

© Jannie Trouwborst, februari 2017

Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen.

vrijdag 10 februari 2017

Vroeger of later

Vroeg of vroeger is eigenlijk maar een vaag woord. Als je te vroeg op een afspraak komt, gaat het waarschijnlijk over hoogstens een kwartier. Als we zeggen dat iemand met vroegpensioen gaat, dan praten we over enkele jaren.  En als mijn vader beweert dat vroeger alles beter was, dan heeft hij het over enkele decennia geleden. De kunsthistoricus bestudeert de vroeg-romaanse architectuur en gaat daarmee zo'n eeuw terug in de tijd. Tot de vroege Middeleeuwen rekenen we de periode tussen 500 en 1000 na Chr. Nog vroeger waren er geen mensen: mensachtigen zouden zich 25 miljoen jaar geleden uit mensapen ontwikkeld hebben. Uitgaande van de evolutietheorie spreken we over een vroege afsplitsing van een bepaalde tak van de dinosauriërs die zich ontwikkelde tot vogels en die naar alle waarschijnlijkheid de onbekende ramp (waarbij veel soorten uitstierven), overleefden. Die ramp zou plaats zo'n 66 miljoen jaar geleden plaats gevonden hebben. Dat is pas vroeg!

Wat uit al die voorbeelden duidelijk wordt, is dat een exacte tijdsbepaling van wat "vroeg" inhoudt alleen mogelijk is voor iets wat in tijd dicht bij ons ligt. En hoe langer geleden hoe vager en ruimer de marges.

Maar daarmee zijn we er nog niet. Ook persoonlijke opvattingen en levensomstandigheden spelen mee. Vroeg of laat opstaan of naar bed gaan betekent voor mij op een tijdstip dat voor mij niet gebruikelijk is. Mijn vroege tijdstip kan echter heel goed voor een ander laat zijn...
Als ik het nog te vroeg vind voor een nieuwe jas (hij is nog heel) kan mijn buurvrouw het hoog tijd vinden (hij is uit de mode). 

M.a.w. "vroeg" is geen zelfstandig en duidelijk begrip, het bestaat alleen in de relatie tot iets of iemand anders en hoe langer iets geleden is (hoe vroeger) hoe vager het wordt (van minuten naar miljoenen jaren). Toch is het een veelvuldig gebruikt woord. We kunnen niet zonder.

Misschien moeten we het maar koesteren, juist omdat het zo vaag is. In ons door de tijdgeest strak geregisseerde leven is het wellicht nodig om onszelf meer ruimte te geven, om ons eigen gevoel te bewaren over wat vroeger, later of straks (want die horen daar ook bij) betekent. 

Wat een gemijmer hè? Misschien komt dat vanzelf als je door krijgt, dat er van "vroeger" steeds meer komt en "later" steeds minder.... 

Vroeg ~ 1) Bijtijds 2) Bijwoord 3) Eerder dan verwacht 4) Intijds 5) Jeugdig 6) Jong 7) Matineus 8) Niet op tijd 9) Onverlaat 10) Pril 11) Rijp 12) Ruimschoots op tijd 13) Tijdig 14) Tijdsaanduiding 15) Vroegtijdig

#WOT: betekent Write on Thursday. Iedere donderdag kiest Martha een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen. Laat HIER een link achter naar je eigen blog zodat iedereen mee kan lezen.

© Jannie Trouwborst, februari 2017.

dinsdag 7 februari 2017

Korte of lange metten maken

Februari kent maar weinig dagen, deze week in #SG17-6 daarom KORT, deelt Carel ons mee. Wie op zoek gaat naar spreekwoorden en/of gezegden waar kort of korte in voor komt, wordt geconfronteerd met een indrukwekkende lijst. Vele daarvan zijn bekende en veel gebruikte uitdrukkingen. Maar dat wil nog niet zeggen dat ze oninteressant zouden zijn voor deze rubriek. Ik koos voor:

Korte metten  maken

De betekenis zal iedereen wel kennen: kordaat optreden, iemand genadeloos op zijn plek zetten, iets snel en krachtig ontzenuwen (leugens of geruchten). Interessanter is waar die uitdrukking vandaan komt. Dat metten iets met kloosterlingen te maken heeft, was me wel duidelijk, maar wat precies? Dat heb ik opgezocht op de site van Onze Taal (KLIK HIER).

Samengevat komt het hier op neer:

De metten (matutinae) maken deel uit van het getijdengebed in de Rooms-katholieke Kerk en de Orthodoxe Kerk. Het woord 'metten' komt van het Latijnse woord 'matutinum', dat 'ochtend' betekent, maar de metten worden meestal 's nachts of in de zeer vroege ochtend gebeden. Het aanvangstijdstip varieert van ongeveer 3.45 uur tot 6.15 uur.
De metten zijn de eerste van een vaste reeks gebeden (zogenoemde 'getijden') die iedere gewijde geestelijke dagelijks moet bidden. Na de metten komen nog de lauden, priem, terts, sext, none, vespers en completen.

Aanvankelijk werd aangenomen dat de uitdrukking korte metten maken stond voor het snel bidden (afraffelen) van de metten om weer iets anders te kunnen gaan doen. Middeleeuwse monniken moesten er midden in de nacht voor opstaan, dan zou je je inderdaad voor kunnen stellen dat ze er snel vanaf wilden zijn. Maar het is de vraag of dat een juiste veronderstelling is.
Vroeger bestonden er namelijk ook lange metten, die alleen tijdens feestdagen werden gebeden. Ook de uitdrukkingen lange metten maken en geen lange metten maken kwamen weleens voor. Korte metten maken betekende waarschijnlijk dus niet meer dan 'de gewone, korte metten bidden'. Hieruit zijn dan de figuurlijke betekenissen 'niet onnodig omslachtig doen', 'kordaat optreden' ontstaan.

Omdat korte metten maken een andere betekenis heeft dan iets met de Franse slag doen (afraffelen), ga ik er maar van uit dat die tweede verklaring beter klopt. Laten we daarover dan maar geen lange metten meer maken....

© Jannie Trouwborst, februari 2017.


Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen.

maandag 6 februari 2017

Lafheid in perspectief

Niet zonder reden koos Martha dit keer voor de #WOT het woord Lafheid: een anonieme, laffe reactie op haar blog maakte haar boos. Begrijpelijk, maar waarschijnlijk is dat de tol die we blijkbaar moeten betalen voor het gemak en de openheid die de verschillende moderne media ons bieden. Negeren, verwijderen, blokkeren, er zijn niet veel meer mogelijkheden. Mijn vader zei altijd tegen mijn moeder (die zich snel op de kast liet jagen): "Niet op reageren Lena" (een uitdrukking van Wim Sonneveld). 

Lafheid ~ 1) Bangheid 2) Bloheid 3) Flauwiteit 4) Gebrek aan moed 5) Handeling 6) Kleinhartigheid 7) Laffe daad 8) Lafhartigheid 9) Smakeloosheid 10) Uiting 11) Weekheid 12) Zouteloosheid

Ik wil dit keer aansluiten op het stukje dat Stephan, een van de andere deelnemers aan #WOT, schreef over een "verzetsdaad van zijn vader in de oorlog" ((KLIK HIER).

In tijden van oorlog zijn er moedige, laffe, bange, roekeloze, afwachtende, slimme, verstandige, domme en geraffineerde mensen. Net als in tijden zonder oorlog. Maar het is een misvatting dat wij achteraf objectief zouden kunnen bepalen tot welke categorie ze behoorden tijdens de oorlog. Na de oorlog leek het wel alsof iedereen "in het verzet" had gezeten en werden "landverraders" opgepakt die in werkelijkheid op zolder onderduikers verstopten en beneden Duitse soldaten ontvingen als afleidingsmanoeuvre. Maar wie goed of fout was en wie laf of dapper, dat is zeker niet achteraf te bepalen door wie er zelf niet midden in zat.

Oorlogsmuseum in Overloon
 
Wie dat eens wil ervaren kan ik een bezoek aan het Oorlogsmuseum in Overloon aanraden (KLIK HIER). Wij waren er enkele jaren geleden. En dan niet voor het vele oorlogstuig dat er opgesteld staat. Van een verheerlijking van de oorlog is daar geen sprake, wel voor het leed en de dilemma's.

Sommige ervaringen daar kan ik me nog goed herinneren. Om te beginnen de confrontatie met een foto van de zuiveringen kort na de oorlog: stoere mannen haalden NSB'ers uit hun huis. Eén van hen had een klein jochie (nog geen 2 jaar) op de arm dat helemaal overstuur was en zijn armpjes uitstrekte naar zijn ouders die weggevoerd werden. De verhalen over hoe het de kinderen van NSB'ers verging na de oorlog zijn bekend. Dapper ben je pas (in mijn ogen) als je je met liefde over zo'n kind ontfermt en het niet de keuzes van zijn ouders verwijt. En waar waren deze stoere mannen toen hun Joodse buren weggevoerd werden?

Een andere beklemmende ervaring betrof het verblijf in een donkere ruimte die een verduisterd woonhuis moest voorstellen. Je kreeg drie verhalen te horen met de bijbehorende geluiden buiten, rennende voetstappen, stampende laarzen. En jij moest op je kaartje het antwoord invullen: koos je voor A (je smekende Joodse buurman binnen laten voor hij opgepakt kon worden) of B (doen of je niets hoorde). Om het moeilijker te maken kreeg je ook nog te horen dat je drie kleine kinderen boven lagen te slapen en dat de Duitsers zware straffen uitdeelden aan wie Joden verborg. Zo waren er nog twee onmogelijke dilemma's. Je krijgt dan een heel andere kijk op dapper en laf. Indrukwekkend.

In dit verband vond ik nog twee toepasselijke uitdrukkingen:

Men kan niet over zijn moed oordelen wanneer men nimmer in gevaar is geweest.
Het is gemakkelijk dapper te zijn op een veilige afstand.

Nu is dit natuurlijk een ander verhaal dan de lafheid waarmee Martha geconfronteerd werd. Daar zijn we het allemaal wel over eens denk ik. Ik denk dat daar de volgende uitdrukking het beste bij past:

Lafheid is de moeder der wreedheid.

#WOT: betekent Write on Thursday. Iedere donderdag kiest Martha een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen. Laat HIER een link achter naar je eigen blog zodat iedereen mee kan lezen.

© Jannie Trouwborst, februari 2017.

Grijs haar, wijs haar?

Na IJS is het de beurt aan GRIJS, vindt Carel. Een knipoog naar de poëzieweek? Nee, het is pragmatischer: er kwamen bij het zoeken naar IJS vorige week veel woorden tevoorschijn met IJS erin. Zoals GRIJS, dus....

Op zoek naar spreekwoorden en gezegden dan maar. De keus bleek groot, zeker als je er van uitgaat dat grijze of grijzen ook mee mogen doen. Opvallend vaak werden grijs en wijs met elkaar in verband gebracht. Dan vind ik het eigenlijk wel bevreemdend dat veel vrouwen hun grijze haren als een ramp ervaren en ze zo snel mogelijk bij laten kleuren. Misschien hopen ze daarmee slechts de voorspelling Grijze haren zijn kerkhofsbloemen te bezweren?

Bij toeval kwam ik terecht op een site met Vlaamse uitdrukkingen. Grappig om naast elkaar te zetten:
Nederland: Grijs haar, wijs haar. Vlaanderen: Men vindt veel grijzen, maar weinig wijzen.

Laten we het er maar op houden dat de werkelijkheid een grijs gebied blijft.

© Jannie Trouwborst, februari 2017.


Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen.