Contemplatie met een moeilijk woord. Een woord dat voor monniken een nog specifiekere betekenis heeft. Meestal gebruikt men de term contemplatie bij de kloosterorden die een beschouwend oftewel contemplatief leven leiden, met name onder een kloosterregel als de Regel van Benedictus, die gebed, studie en stilte tot het hart van het monastieke leven maakt. De leden van deze orden verlaten hun klooster of abdij niet en houden zich aan een strakke vorm van clausuur (afgezonderd van de buitenwereld).
Daarom past het woord van deze week wel bij de tijd van het jaar. #SG17-34 heeft als onderwerp MONNIK gekregen van Carel (KLIK HIER).
Er zijn niet veel spreekwoorden en gezegden over monniken en de meeste zullen wel bekend zijn. Eén ervan blijkt in elke Europese taal vrijwel hetzelfde te zijn: Zo de abt, zo de monniken.
Er zijn genoeg oude verhalen en spotprenten die tonen dat monniken zich in vroeger eeuwen niet altijd gedroegen zoals we van hen zouden mogen verwachten. En als we de schandalen horen die de laatste jaren aan het licht komen, dan is er nog steeds iets mis binnen sommige kloostermuren.Toch wil ik ervan uitgaan dat de meesten tegenwoordig uit overtuiging en met toewijding hun monastieke leven leiden.
Ik kon het niet laten ook nu weer eens te kijken naar citaten op dit gebied. Ze geven een beeld van hoe er in een bepaalde periode gekeken werd naar het leven van de monnik.
"Ik ga liever naar de hel dan naar de hemel. In die eerste plaats zal ik kunnen genieten van het gezelschap van pausen, koningen en prinsen, terwijl in die tweede alleen maar bedelaars, monniken en apostelen zijn."
Niccolò Machiavelli (1469-1527). Italiaans politiek filosoof.
"Als de duivel ziek wordt, wil hij monnik worden".
"Als de duivel ziek wordt, wil hij monnik worden".
(Christoph Lehmann) 1570-1638.
"Binnenkort zijn er in Nederland meer zogenaamde `abdijbieren` dan monniken."
Johannes Buurman (Geb. 1940), Nederlands ingenieur.
Maar om op een officiële manier af te ronden: ik heb opgezocht waar de term "monnikenwerk" vandaan komt en hoe ik die moet begrijpen.
In Van Dale Etymologisch woordenboek staat:
"Binnenkort zijn er in Nederland meer zogenaamde `abdijbieren` dan monniken."
Johannes Buurman (Geb. 1940), Nederlands ingenieur.
Maar om op een officiële manier af te ronden: ik heb opgezocht waar de term "monnikenwerk" vandaan komt en hoe ik die moet begrijpen.
In Van Dale Etymologisch woordenboek staat:
"monnikenwerk [moeitevolle arbeid die niets oplevert] {muncks werck 1599, monnikenwerk 1786} is gebaseerd op de idee dat monniken moeten werken om de ledigheid te vermijden, al zouden zij ook vandaag moeten vernietigen wat zij gisteren hebben gemaakt."
Ook F.A. Stoett (1923-1925) in zijn Nederlandsche Spreekwoorden, Spreekwijzen, Uitdrukkingen en Gezegden denkt er zo over:
Ook F.A. Stoett (1923-1925) in zijn Nederlandsche Spreekwoorden, Spreekwijzen, Uitdrukkingen en Gezegden denkt er zo over:
"Monnikenwerk, d.w.z. vergeefsche arbeid, die veel geduld en tijd vereischt; noodelooze
moeite, ‘dewijl de Monniken, in oude tijden, tot zekeren arbeid, hoe
weinig die ook beteekende, verpligt waren, om niet ledig te zijn, al
ware het ook, dat zij den volgenden dag vernietigden, hetgeen zij den
vorigen gemaakt hadden'".
Toch heb ik het gevoel, dat het tegenwoordig iets anders is gaan betekenen. Geen vergeefse arbeid, maar een bewerkelijke taak die met heel veel aandacht, concentratie, geduld en volharding wordt verricht. Waar niet iedereen geschikt voor is of zin in heeft. Bij monnikenwerk denk ik bv. aan de handschriften die met eindeloos geduld gekopieerd en versierd werden. Aan de goedverzorgde kruidentuinen bij kloosters waar de enige geneesmiddelen vandaan kwamen die men toen kende en waar de plaatselijke bevolking afhankelijk van was. Geen vergeefse arbeid of nodeloze moeite.
Als iemand mij zegt: "Je moet het zelf weten, maar het is een monnikenwerk", dan schrikt me dat niet af. Dan denk ik niet aan iets zinloos. Maar aan iets wat geduld, precisie en doorzettingsvermogen vereist. En vooral aan iets waar in alle rust aan gewerkt kan worden. Waar ik de tijd voor kan nemen.
Echt iets dus voor de stille en donkere wintermaanden.Toch heb ik het gevoel, dat het tegenwoordig iets anders is gaan betekenen. Geen vergeefse arbeid, maar een bewerkelijke taak die met heel veel aandacht, concentratie, geduld en volharding wordt verricht. Waar niet iedereen geschikt voor is of zin in heeft. Bij monnikenwerk denk ik bv. aan de handschriften die met eindeloos geduld gekopieerd en versierd werden. Aan de goedverzorgde kruidentuinen bij kloosters waar de enige geneesmiddelen vandaan kwamen die men toen kende en waar de plaatselijke bevolking afhankelijk van was. Geen vergeefse arbeid of nodeloze moeite.
Als iemand mij zegt: "Je moet het zelf weten, maar het is een monnikenwerk", dan schrikt me dat niet af. Dan denk ik niet aan iets zinloos. Maar aan iets wat geduld, precisie en doorzettingsvermogen vereist. En vooral aan iets waar in alle rust aan gewerkt kan worden. Waar ik de tijd voor kan nemen.
© Jannie Trouwborst, augustus 2017.
Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten