donderdag 31 augustus 2017

De Stropielekkers van Zaamslag

Zaamslag is een dorp in de gemeente Terneuzen met bijna 3000 inwoners. Het wordt wel het "Staphorst van Zeeuws-Vlaanderen" genoemd. Afscheidingen en onderlinge onenigheid bezorgden het dorp 4 kerken, waarvan er nog 3 over zijn. Allemaal in de hervormde en gereformeerde hoek. Een katholiek gebedshuis zul je er beslist niet aantreffen. 

Geschiedenis

De voorgeschiedenis van dit dorp gaat ver terug. Er zijn tekenen van Romeinse overheersing, gevolgd door een periode waarin het door overstromingen onbewoonbaar was. Pas in de middeleeuwen is er weer sprake van een Heer van Saemslach. Van de 12de tot de 15de eeuw was het een Heerlijkheid, met veel vrijheid, bestuurd vanuit Gent. De Tempeliers en later de Johannieters bezaten er een tempel, landerijen, een kapel en enkele stenen gebouwen, waaronder een hospitaal. Hoewel het dorp op een verhoging lag, werd het regelmatig getroffen door overstromingen. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog, waarin Spanjaarden en Staatse troepen tegenover elkander stonden, werd het land rondom Zaamslag onder water gezet. Uiteindelijk verdween ook Zaamslag zelf onder de golven.

Toen in 1648 de Vrede van Münster werd getekend, verleenden de Staten van Zeeland octrooi voor het inpolderen van Zaamslag aan Gerard van der Nisse, heer van Zaamslag. Op de plaats van het oude dorp verrees weer een nieuwe dorpskern, met een nieuwe (hervormde) kerk in het midden. Van het oude dorp was vrijwel niets meer over, behalve de hoofdtoren van het kasteel van de ambachtsheren. Ook zijn nog enkele gebouwen aan het Plein (in het centrum van het dorp) die uit die tijd dateren. 

Simon Stevin

Het dorp werd aangelegd volgens een typisch Renaissance idee. De planning was opgedeeld in rechthoekige blokken en rechte straten, wat overeenkomt met de planning van de ideale stad van Simon Stevin. Het is nog steeds te merken aan het huidige dorp: het Plein is vierkant, en alle straten liggen daar evenwijdig aan, in een vierkant er omheen. Het is vrij zeldzaam dat een heel dorp in een bepaald ideaalbeeld uit een geschiedkundige periode is aangelegd. 

Geen carnaval!

Met de Spanjaarden verdween ook het kloosterleven en het katholieke geloof uit Zaamslag. Eeuwen later, in de Tweede wereldoorlog, bleek het een onverdachte plek om Joodse kinderen een onderdak te geven. Daarover is een mooie roman geschreven door Josha Zwaan - Parnassia (KLIK HIER voor mijn recensie).

Het is gebruikelijk in katholieke streken de inwoners van een stad tijdens het carnaval een bijnaam te geven. Maar de inwoners van Zaamslag hebben daar het door hen verfoeide katholieke geloof niet voor nodig. Ze dragen het hele jaar een bijnaam die verbonden is aan een legende over STROOP. 

De Stropielekkers

De inwoners van Zaamslag worden namelijk worden ook wel "Stropielekkers" genoemd. Vroeger stond op het dorpsplein voor een winkeltje een vat met stroop waar altijd een paar druppels aan bleven hangen. Volgens het verhaal haalden de inwoners van Zaamslag de druppels er met hun vinger af om die vervolgens af te likken (lekken in dialect).
Volgens een andere lezing van het verhaal over de afkomst van de naam "Stropielekkers" was er een vat met stroop van een kar gegleden en hadden de duigen het niet gehouden. Met als gevolg dat de stroop uit het kapotte vat lekte en dorpelingen die ervan hoorden, schoten toe, sommigen met kannetjes en kopjes, anderen om hun vingers in de stroop te steken en het zoete goedje daarvan af te likken.

Sinds juni 2004 staat er op het Plein een standbeeld van een stroopvat met twee 'lekkende' dorpsbewoners. Het is van beton gemaakt door Joris Baudoin.


OK, ik geef het toe: jullie hebben door dikke stroop moeten waden om toch uiteindelijk nog bij dit spreekwoord te geraken. Maar petje af voor wie tot hier gekomen is!

© Jannie Trouwborst, augustus 2017.

Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen.

donderdag 24 augustus 2017

Monnikenwerk? Graag zelfs!

De zomer nadert zijn einde, de vogels zwijgen, de eerste bladeren verkleuren al. Het seizoen van de mistige ochtenden met een versluierde zon en vochtige, kille avonden die naar mos en paddenstoelen ruiken, breekt weldra aan. Vogels vertrekken, egels en vleermuizen brengen hun winteronderkomen in orde. De herfst is mijn favoriete seizoen: een tijd voor overpeinzingen en bezinning.


Contemplatie met een moeilijk woord. Een woord dat voor monniken een nog specifiekere betekenis heeft. Meestal gebruikt men de term contemplatie bij de kloosterorden die een beschouwend oftewel contemplatief leven leiden, met name onder een kloosterregel als de Regel van Benedictus, die gebed, studie en stilte tot het hart van het monastieke leven maakt. De leden van deze orden verlaten hun klooster of abdij niet en houden zich aan een strakke vorm van clausuur (afgezonderd van de buitenwereld).

Daarom past het woord van deze week wel bij de tijd van het jaar. #SG17-34 heeft als onderwerp MONNIK gekregen van Carel (KLIK HIER).

Er zijn niet veel spreekwoorden en gezegden over monniken en de meeste zullen wel bekend zijn. Eén ervan blijkt in elke Europese taal vrijwel hetzelfde te zijn: Zo de abt, zo de monniken.
Er zijn genoeg oude verhalen en spotprenten die tonen dat monniken zich in vroeger eeuwen niet altijd gedroegen zoals we van hen zouden mogen verwachten. En als we de schandalen horen die de laatste jaren aan het licht komen, dan is er nog steeds iets mis binnen sommige kloostermuren.Toch wil ik ervan uitgaan dat de meesten tegenwoordig uit overtuiging en met toewijding hun monastieke leven leiden.

Ik kon het niet laten ook nu weer eens te kijken naar citaten op dit gebied. Ze geven een beeld van hoe er in een bepaalde periode gekeken werd naar het leven van de monnik.

"Ik ga liever naar de hel dan naar de hemel. In die eerste plaats zal ik kunnen genieten van het gezelschap van pausen, koningen en prinsen, terwijl in die tweede alleen maar bedelaars, monniken en apostelen zijn."
Niccolò Machiavelli (1469-1527). Italiaans politiek filosoof. 

"Als de duivel ziek wordt, wil hij monnik worden".
(Christoph Lehmann) 1570-1638.

"Binnenkort zijn er in Nederland meer zogenaamde `abdijbieren` dan monniken."
Johannes Buurman (Geb. 1940), Nederlands ingenieur
.

Maar om op een officiële manier af te ronden: ik heb opgezocht waar de term "monnikenwerk" vandaan komt en hoe ik die moet begrijpen.

In Van Dale Etymologisch woordenboek staat:
"monnikenwerk [moeitevolle arbeid die niets oplevert] {muncks werck 1599, monnikenwerk 1786} is gebaseerd op de idee dat monniken moeten werken om de ledigheid te vermijden, al zouden zij ook vandaag moeten vernietigen wat zij gisteren hebben gemaakt." 

Ook F.A. Stoett (1923-1925) in zijn Nederlandsche Spreekwoorden, Spreekwijzen, Uitdrukkingen en Gezegden denkt er zo over:
"Monnikenwerk, d.w.z. vergeefsche arbeid, die veel geduld en tijd vereischt; noodelooze moeite, ‘dewijl de Monniken, in oude tijden, tot zekeren arbeid, hoe weinig die ook beteekende, verpligt waren, om niet ledig te zijn, al ware het ook, dat zij den volgenden dag vernietigden, hetgeen zij den vorigen gemaakt hadden'". 

Toch heb ik het gevoel, dat het tegenwoordig iets anders is gaan betekenen. Geen vergeefse arbeid, maar een bewerkelijke taak die met heel veel aandacht, concentratie, geduld en volharding wordt verricht. Waar niet iedereen geschikt voor is of zin in heeft. Bij monnikenwerk denk ik bv. aan de handschriften die met eindeloos geduld gekopieerd en versierd werden. Aan de goedverzorgde kruidentuinen bij kloosters waar de enige geneesmiddelen vandaan kwamen die men toen kende en waar de plaatselijke bevolking afhankelijk van was. Geen vergeefse arbeid of nodeloze moeite.

Als iemand mij zegt: "Je moet het zelf weten, maar het is een monnikenwerk", dan schrikt me dat niet af. Dan denk ik niet aan iets zinloos. Maar aan iets wat geduld, precisie en doorzettingsvermogen vereist. En vooral aan iets waar in alle rust aan gewerkt kan worden. Waar ik de tijd voor kan nemen. 
Echt iets dus voor de stille en donkere wintermaanden.

© Jannie Trouwborst, augustus 2017.

Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen. 

zondag 20 augustus 2017

Een blad voor de mond is ongezond

Jammer dat er zo weinig bloggers aansluiten bij het spreekwoorden initiatief van Carel #SG17. Het is best leuk te grasduinen in spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen. Ik ben blij dat Carel het toch niet opgeeft en elke week weer met een nieuw woord komt. Voor week 33 is dat MOND (KLIK HIER).

Meer dan 50 spreekwoorden zijn er te vinden met "mond". Vele ervan zijn heel bekend en worden nog altijd gebruikt. Die sla ik liever over. Eigenlijk vond ik er maar één die ik niet kende en die me aansprak:

"Er is nog nooit een kok gevonden die koken kan voor alle monden." (Je kunt het niet iedereen naar de zin maken.)

Een uitspraak die ik zelf eens wat vaker in gedachten zou moeten houden. Maar om het daarbij te laten vond ik ook wel weer een beetje kaal. En zo kwam ik ertoe eens bij de citaten te gaan neuzen. Daar vond ik een geweldig citaat van Tom Lanoye, dat gebaseerd is op een bekend spreekwoord. En dat daar een toepasselijke draai aangeeft.

Een blad voor de mond is ongezond.
Tom Lanoye (Geb. 1958)

Het is gebaseerd op "Geen blad voor de mond nemen." Maar waar komt dat vandaan en wat betekent het? Onze Taal (KLIK HIER) weet raad:

Geen blad voor de mond nemen betekent 'vrijuit zeggen wat je vindt', 'je eerlijke mening geven, of de ander dat nu leuk vindt of niet' en ook wel 'iemand zonder omwegen vertellen wat hij allemaal fout heeft gedaan'.
Het is niet duidelijk aan welk blad we oorspronkelijk moeten denken in deze uitdrukking; het kan volgens de naslagwerken zowel een boomblad als een blad papier zijn.
De uitdrukking komt al voor in het spreekwoordenboek van Carolus Tuinman (1726). Tuinman gaat ervan uit dat het eigenlijk om een boomblad gaat. Hij legt een verband met de gewoonte van toneelspelers die (voordat er maskers werden gebruikt) hun gezichten 'bemaskerden' met vijgenbladeren. Alleen zo durfden ze vrijuit te spelen. Wie dat niet nodig had, wie dus 'geen (vijgen)blad voor de mond nam', was niet bang voor eventuele onaangename gevolgen van zijn opmerkingen.

De verklaring waarbij wordt uitgegaan van een blad papier lijkt echter ook plausibel. Wie zijn opmerkingen van een blad papier opleest ('een blad papier voor zijn mond houdt'), heeft bij het schrijven van tevoren nagedacht over wat hij wilde zeggen en hoe dat zou overkomen. Dat betekent dat hij voorzichtiger en diplomatieker is. Wie uit zijn hoofd spreekt, zal minder voorzichtig zijn.

Geen idee welke verklaring klopt. Mij spreekt de eerste het meest aan.

Overigens is het bijzonder dat ze te combineren zijn: 

"Er is nog nooit een kok gevonden die koken kan voor alle monden, dus kun je maar beter geen blad voor de mond nemen." En volgens Tom Lanoye is dat ook nog eens ongezond.

© Jannie Trouwborst, augustus 2017.

Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen.

donderdag 10 augustus 2017

Salgado - Genesis Fototentoonstelling in Rotterdam

Ruim 2 jaar geleden gingen we naar de Cinema van het Chassé-theater in Breda waar de documentaire The salt of the earth draaide. De film werd genomineerd voor een Oscar voor Beste Documentaire en won diverse internationale prijzen. Hij is op 3 dec. 2014 in première gegaan. (Regie Wim Wenders / Brazilië 2014.)
Deze bijna 2 uur durende film toont een portret van de wereldwijd gerenommeerde fotograaf Sebastião Salgado (1944). Hij maakte ontelbare reizen en kwam steevast terug met indringende foto's die de wereld ontroerden, schokten of verbaasden. Hij woonde bij inheemse volkeren en leefde in vluchtelingenkampen. Was getuige van het drama van Rwanda en de onblusbare branden in Koeweit. Het is heel bijzonder de foto's van deze geëngageerde fotograaf te zien terwijl hij er zelf over vertelt. Voor mijn blog daarover: KLIK HIER.


GENESIS 

Enkele dagen geleden zijn we naar het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam (KLIK HIER) geweest. Daar is op dit moment een tentoonstelling over leven en werk van Sebastião Saldago te zien. Deze foto’s hebben als thema Genesis. Na jaren sociale misstanden gefotografeerd te hebben, werd het hem allemaal teveel en had hij zijn vertrouwen in de mensheid en dat het ooit nog goed zou komen met deze planeet, verloren. Nadat hij zich teruggetrokken had op de boerderij van zijn overleden ouders, realiseerde hij zich dat de omgeving niet meer die van zijn jeugd was: het oorspronkelijke oerbos was verdwenen, de bergen rondom geërodeerd en al het leven eruit verdwenen. Het deed hem besluiten te proberen de omgeving te herstellen en het mondde uit in een gigantisch project, waarbij miljoenen bomen herplant werden en waardoor een groot nieuw nationaal park ontstond. Hij ervoer op die manier dat de mens veel verstoord heeft, maar dat hij ook hij staat is een deel ervan weer te herstellen. En hij realiseerde zich dat er op de aarde plekken moeten zijn, waarin de toestand van het begin van het leven nog ongewijzigd zal zijn. Waar de invloed van de mens op de aarde niet zichtbaar is en toegeslagen heeft op een negatieve en soms desastreuze manier.

Dat werd een nieuw fotoproject en de weerslag daarvan is op deze tentoonstelling te zien. Alle foto’s zijn zwart-wit, waardoor de nadruk komt ter liggen op het onderwerp zelf en de compositie. Indrukwekkende beelden van geïsoleerde landschappen en streken, enorme hoeveelheden dieren in onvoorstelbaar grote oppervlakten van sneeuw en ijs, woestijnen, rivierdelta’s, oerwouden. Stammen die een teruggetrokken leven leiden en in harmonie met de natuur leven, zonder contact met de westerse maatschappij en haar invloeden.


"Voor zijn ode aan onze kwetsbare planeet reisde hij naar afgelegen oorden als de Galapagoseilanden, Madagaskar en Antarctica: plekken waar mensen en dieren nog altijd in evenwicht met elkaar en de natuur leven. Met deze foto's toont Salgado ons de schoonheid van de ongerepte natuur en laat hij ons beseffen dat wij onze planeet moeten beschermen" (Folder Nederlands Fotomuseum).

Een audio-tour ingesproken door Sacha de Boer en Humberto Tan vertelt meer over de bijzondere stijl en werkwijze van Sebastião Salgado. Bij elke serie foto’s is een mondelinge toelichting (als je op het luidsprekerpictogram gaat staan) en bij elke foto hangt een kaartje met de detailinformatie.

Zonder een referentiepunt, in de vorm van een menselijk figuurtje bv., is het soms haast onmogelijk om je de werkelijkheid voor te stellen: een enorm bergmassief in Patagonië met duidelijk op de achtergrond een bergtop die volgens de omschrijving op honderd kilometer van het standpunt van de fotograaf lag. 500.000 Pinguins die als kleine stipjes als een lang lint door een besneeuwd rotsachtig landschap rondlopen. Het is ergens een troost dat dat alles er nog is en naar alle waarschijnlijkheid niet snel aangetast zal kunnen worden door de onherbergzaamheid waar het zich bevindt, door de barre omstandigheden die er heersen of door de onbereikbaarheid. Dat op zich geeft al hoop: hoop dat als de mens het allemaal voor zichzelf verziekt, de aarde waarschijnlijk nog veerkracht genoeg heeft om te herstellen na het verdwijnen van onze soort. Ook al duurt dat dan miljoenen jaren.

TED talk

Enkele foto's zijn gewijd aan zijn eigen project: het herstel van het regenwoud in zijn eigen woonomgeving. In een TED-talk uit 2013 vertelt hij over zijn leven en het resultaat van zijn project en toont hij er meer foto's van, KLIK HIER voor het filmpje.

De motivatie van Saldago voor het maken van deze serie is vooral het laten zien hoe mooi en bijzonder onze aarde is en hoe belangrijk het is haar tegen onze negatieve invloed te beschermen. Het is goed hier geweest te zijn, maar ik zou best meer willen lezen (of horen) over de reizen en avonturen die hij beleefd heeft bij het maken van deze foto’s.

© Jannie Trouwborst, augustus 2017

De tentoonstelling is nog te zien tot 17 september 2017. Wil je zijn foto's bekijken, dan kun je er honderden vinden via googlen op zijn naam en afbeeldingen. Vanwege het copyright kan ik hier alleen die van de folder erbij zetten.

woensdag 9 augustus 2017

Waarom zou je een vink moeten plukken?

Spreekwoorden of gezegden met als uitgangspunt LEEG, dat moet het deze week worden, volgens de opdracht van Carel (KLIK HIER). Ik hoop niet dat dat een vooruitwijzing is naar het bereiken van de bodem van zijn ideeënbus, m.a.w. dat die bijna leeg is. Het zou zo maar kunnen, want hij verzint al zolang nieuwe woorden... Maar het is een doorzetter, dus het zal wel loos alarm zijn. Zoals meestal laat ik de veel gebruikte spreekwoorden en gezegden liever links liggen. Ik wil zelf ook iets opsteken van dit wekelijkse spelletje. Dat is juist een deel van het plezier ervan. Dus daar gaan we weer!

Vinkenjacht als tijdverdrijf van de adel
Als ik het woord probeer te duiden, kan ik dat eigenlijk alleen maar door het tegenover vol te stellen. Niets bevattend, zou een omschrijving kunnen zijn. Zo kennen we een leeghoofd (domme persoon) of een halfvol dan wel half leeg glas (positieve of negatieve kijk op de gang van zaken). Maar vroeger had het nog een andere betekenis, waarvoor ook het inmiddels ouderwetse woord ledig werd gebruikt:

ledig, leeg  “vrij, onbelemmerd, niet bezig, lui, werkloos, zonder ambacht, ongehuwd, vrij van, ter vrije beschikking staande, onbeheerd, nietig”. (tekst uit Franck's Etymologische woordenboek der Nederlandsche taal van N.van Wijk (1936).

Een bekende uitdrukking die ik me daarbij herinner is: Ledigheid is des duivels oorkussen (het betekent iets als 'met luie mensen loopt het niet goed af').

Volgens Onze Taal (KLIK HIER):

"Ledigheid is een oud woord voor 'luiheid' en oorkussen is een verouderd woord voor 'hoofdkussen'. De uitdrukking is aan het verouderen; meestal wordt ze als vermaning gebruikt tegenover iemand die niets uitvoert. Het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) vermeldt dat de uitdrukking oorspronkelijk iets anders luidde: een ledig mens is een duivels oorkussen. Daarmee werd bedoeld: wie lui is, wordt door de duivel als kussen gebruikt. En als de duivel zijn hoofd op je te rusten legt, kan het natuurlijk alleen maar verkeerd aflopen. F.A. Stoett verwoordt het zo in zijn Nederlandsche spreelwoorden, uitdrukkingen en gezegden: "een luiaard is een plaats, waarin de duivel zich gemakkelijk neervlijt; daar ligt hij als in een bed op een oorkussen ter ruste en broedt dan allerlei kwaad".

Daarop voortbordurend vond ik een voor mij nieuw spreekwoord:

Beter een vink geplukt, dan ledig gezeten.

Wat zoveel wil zeggen als: Je kunt beter een onbelangrijk karweitje doen, dan niets zitten te doen.

Het zal ook een oude spreuk zijn. De tijd dat vinken gevangen en geplukt werden ligt al ver achter ons. In de late middeleeuwen was het een welkome aanvulling op het menu. Hoewel jacht en visvangst een adellijk voorrecht waren, werd in tijden van hongersnood elke vogel - zo ook de vederlichte vink - gestroopt om te eten. Hier is vinken vangen allang verboden, maar in de overwinteringslanden denkt men daar anders over...

En hoe men hier tegenwoordig over de betekenis van dit spreekwoord denkt? Dat vind ik een interessante vraag! Laat het me dus gerust weten. 

© Jannie Trouwborst, augustus 2017. 

Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen.

woensdag 2 augustus 2017

Een goed bijenjaar?

En toen was het ineens augustus. "Laten we maar niet moeilijk doen" moet Carel gedacht hebben: het eerste woord van deze maand voor de #SG17-31 wordt....augustus. (KLIK HIER)  

Wie op zoek gaat naar spreekwoorden en gezegden over augustus komt al snel terecht bij velerlei weerspreuken, meestal voorspellingen over hoe de winter eruit zal gaan zien of hoe de wijn zal smaken nadat een zonnige of juist koude en regenachtige augustus voorbij is. Eigenlijk bestaan dit soort spreuken voor elke maand van het jaar. Ik heb er nooit veel waarde aan gehecht, maar ik moet ook toegeven dat ik nooit serieus onderzoek gedaan heb naar de mogelijke waarheid achter deze uitspraken, die vaak al oud zijn en uit het boerenleven komen. Misschien is het toch een kwestie van ervaring met de elementen? En gaat er een hoop wijsheid verloren als we ze vergeten? Wie het weet mag het zeggen.

Daarnaast viel me op dat er allerlei heiligen genoemd worden in deze spreuken. De omstandigheden op hun naamdag zouden bepalend zijn voor het verloop van oogst, winter, etc. Ingewikkeld voor wie niet precies weet welke naamdag in augustus valt. Gelukkig bestaat er een site waar ze allemaal netjes op datum gerangschikt zijn (KLIK HIER).

Bijvoorbeeld:
10 augustus Laurentius: Als men op Laurentiusdag een rijpe druif vindt, is er veel hoop op goede wijn. Maar ook: Op Sint Laurens regenvlagen, zes weken duren de waterplagen.

15 augustus Maria Hemelvaart: Is 15 augustus goed en klaar, wordt het een goed bijenjaar.
 
28 augustus Sint Augustijn: Op Sint Augustijn zullen de onweders over zijn.

Ter sprake komt ook Sint-Juttemis. Volgens Onze Taal zijn er verschillende verklaringen voor de herkomst van dit woord en de bijbehorende uitdrukking: met Sint-Juttemis als de kalveren op het ijs dansen.
Een ervan luidt:
"Jutte zou een koosvorm zijn van Judith, de Bijbelse heldin, van wie de naamdag op 17 augustus zou vallen. In augustus ligt er uiteraard geen ijs, en kalveren kunnen niet dansen, vandaar de betekenis nooit." Zie verder ONZE TAAL.

Elke maand heeft ook een alternatieve naam, zo is augustus is oogstmaand: de maand waarin van oudsher geoogst wordt. Het woord oogst is overigens ontstaan uit de Latijnse naam Augustus.

Ik hoopte zo dat er tussen al die spreuken ook één zou zitten die je metaforisch zou kunnen bekijken en gebruiken. Het viel niet mee om ze allemaal door te spitten, maar toch vond ik er één:

Augustus rijpt alle bessen, maar september viert de successen.

Als je een mensenleven beschouwt als een kalenderjaar, dan kan ik me bij die spreuk wel iets voorstellen.

© Jannie Trouwborst, augustus 2017.

Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen.