Er valt over mijn Friese voorouders nog veel meer te vertellen. En zeker in het kader van het woord dat Carel ons dit maal opgaf in zijn serie Spreekwoorden en gezegden: MAN. (#SG17-19 - KLIK HIER). Het gaat over mijn oerpake Eelke, mijn pake Hielke en zijn broer Jelle (voor de niet Friezen onder ons: overgrootvader, grootvader en broer).
Eelke van Oostrum (1854-1924) was bakkersknecht in Oosterwierum toen hij Jeltje Schaap (1858-1900) uit Jorwerd ontmoette. Op 11 mei 1881 trouwden ze in Weidum. In dezelfde krant waarin hun huwelijksadvertentie stond, stond nog een advertentie met de tekst: E. van Oostrum, zich als bakker te Folsgare zullende vestigen, beveelt zich bij de Dorps- en Gewestgenooten aan. Bakkersknecht zijn in deze periode was heel zwaar. Het is te begrijpen dat hij wilde proberen een eigen winkel op te zetten. Daarvoor moest het stel geld lenen. Hard werken was voor Eelke geen probleem, maar er lagen andere problemen op de loer.
De inkomsten vielen tegen, er was veel concurrentie, iets bij verdienen was nodig. Jeltje was naaister en kon zo bijdragen en Eelke breidde zijn bakkerswinkeltje uit met een soort van huiskamercafé voor reizigers. Friesland stond bekend om het uitstekende graan, waarvan zowel brood gebakken werd, als jenever gestookt kon worden. En toen ging het mis: Eelke kon zijn lening niet meer afbetalen, hij werd failliet verklaard en al zijn spullen werden verkocht op een zgn. Boelgoed, 3 jaar na het enthousiaste begin en met inmiddels 2 kleine kinderen: Hendrikje en Jelle. Het vermoeden bestaat (en zo wordt het in de familie verteld) dat het drankmisbruik van Eelke daaraan ten grondslag lag.
Wie in het Archief in Leeuwarden de uitgebreide lijst ziet met de te verkopen inventaris, krijgt beslist kippenvel: zelfs het wiegje en ledikantje van de kleintjes werden verkocht. Soms kochten in zo'n geval buren de spulletjes wel eens op voor weinig geld om ze weer terug te geven. Ik hoop maar dat dat hier ook gebeurde.
Het gezin verhuist naar Mildam. Eelke wordt weer bakkersknecht, er worden nog 5 kinderen geboren. En dan voltrekt zich een nieuwe ramp: in de winter van 1900 overlijdt moeder Jeltje op de leeftijd van 41 jaar, haar man achterlatend met 7 kinderen in de leeftijd van 5 tot 18 jaar. Volgens de verhalen in de familie speelde drankmisbruik daarbij een belangrijke rol. Volgens de kinderen, die allemaal overtuigde geheelonthouders werden, was dat de oorzaak van hun moeders overlijden: ze zou van verdriet gestorven zijn.
De kinderen zwierven uit (een dienstje, naar een oma, een tante). Eelke vertrok in 1902. Van zijn omzwervingen is weinig bekend. Op de trouwakten van zijn kinderen staat vaak dat men niet weet waar hij is. Hij overlijdt in Diever op 70 jarige leeftijd, nog altijd bakkersknecht. Vermoedelijk heeft hij ook enige tijd in Veenhuizen doorgebracht, waar een kolonie was voor bedelaars en dronkaards.
Zijn oudste zoon Jelle van Oostrum is één van de oprichters geworden van De Blauwe Knoop: een vereniging die zich beijverde het drankmisbruik aan de kaak te stellen en voorlichting te geven over de gevaren van alcohol. Hij was ook degene die er voor zorgde dat al zijn broers zich ontwikkelden door zelfstudie. Zelf werd hij hoofdonderwijzer, mijn grootvader douanebeambte en later belastinginspecteur. Siebren (de jongste broer) werd afdelingschef op een spinnerij in Hengelo.
Jelle en Hielke voerden in een toneelgezelschap stukken op over het onderwerp. Drankmisbruik was een groot probleem in Friesland, de bestrijding ervan was noodzakelijk. En wie er de gevolgen van heeft ondervonden, is des te gemotiveerder om er iets aan te gaan doen.
En hier komt dan eindelijk het spreekwoord: Als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan. Nu geloof ik niet dat mijn oerpake ooit wijn gedronken heeft, maar eerder graanjenever en wellicht bier. Voor het effect (en de resultaten) maakt het echter niet uit. Hoe dan ook komt hier een ander spreekwoord om de hoek kijken: Drank maakt meer kapot dan je lief is. Ik ben bang dat daar nog steeds niets aan is veranderd.
Hierbij een foto van het toneelgezelschap waar mijn grootvader in speelde: hij is de vierde van rechts boven. En een kopie van de aankondiging van de Boeldag in Folsgare.
© Jannie Trouwborst, mei 2017.
Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen.
Wat een pakkend verhaal, Jannie. Drank doet in veel families inderdaad meer kwaad dan goed.
BeantwoordenVerwijderen