vrijdag 27 januari 2017

Koning Winter, Vadertje Vorst

Koning Winter, Vadertje Vorst: ik vroeg me af waar die termen vandaan komen, toen Martha dit keer met het woord WINTER op de proppen kwam.

Personificatie
Het gebruik om het winterse weer toe te schrijven aan een god of een personificatie van de winter te maken, kent een lange geschiedenis. Zo wordt de winter volgens de Griekse mythologie veroorzaakt door de godin Demeter, die ieder jaar vervalt in een depressie op het moment dat haar dochter Persephone weer af moet dalen naar de onderwereld.
In Nederland was het in de 16e eeuw al gebruikelijk om de winter voor te stellen als een persoon, Koning Winter, om zo makkelijker te kunnen omgaan met de angst en machteloosheid door de onvoorspelbare invloed van het weer. Koning Winter werd dan gezien als de slechte tiran, die bespot werd.  

Russisch sprookje
De bekendste personificatie van het winterseizoen is waarschijnlijk ‘Vadertje Vorst’, bekend uit een oud Russisch sprookje. Het verhaal gaat over een vrouw die zo’n hekel heeft aan haar stiefdochter dat zij op een dag besluit haar achter te laten in het bos, zodat zij dood zal vriezen. Het meisje wordt echter al snel ontdekt door ‘Vadertje Vorst’ en zij is zo aardig tegen hem, dat hij haar overlaadt met dure gewaden en andere cadeaus. Op het moment dat de vrouw dit ontdekt, besluit zij ook haar eigen dochter in het bos achter te laten. Als dit meisje ‘Vadertje Vorst’ ontmoet is zij echter zo respectloos tegen hem, dat hij besluit haar wel dood te laten vriezen.

Het sprookje over ‘Vadertje Vorst’ was in de twintigste eeuw waarschijnlijk de inspiratiebron voor het ontstaan van de Slavische traditie van Ded Moroz, oftewel ‘Grootvadertje Vorst’. Op 31 december brengt Grootvadertje Vorst/Vadertje Winter cadeaus rond in Rusland, Wit-Rusland en Oekraïne. Alle kinderen krijgen van hem en zijn kleindochter Snegoerotsjka geschenken.

Op hedendaagse afbeeldingen heeft hij een lange, witte baard en draagt een magische staf. De staf kan alles wat hij aanraakt bevriezen. Vadertje Winter woont diep in de taiga, is zeer verbonden met de natuur, reist in een door drie schimmels of rendieren getrokken slee - de trojka - en draagt een grijs met blauwe bontjas, die echter ook geel, groen of rood kan zijn.

Vadertje Winter - Kerstman - Sinterklaas
In Rusland heerst tot op de dag van vandaag het wijdverbreide idee dat Vadertje Winter al millennia lang voor de verdeling van geschenken verantwoordelijk is. Als tijdens het Jolka-feest geschenken rondbrengende persoon is hij echter pas ontstaan in de jaren twintig van de 20ste eeuw. Het Jolka-feest moest een atheïstische vervanger van het Russisch-orthodoxe kerstfeest worden. Deze moderne Russische ‘koning Winter’ is hiermee dus, net als de Kerstman, een variant op de Nederlandse Sinterklaas.

Wij hebben een cultuurprobleem met Zwarte Piet. Maar sinds december 2012 mag in Oezbekistan Grootvadertje Vorst niet langer op de staats-tv verschijnen: om de Oezbeekse cultuur te beschermen tegen buitenlandse invloeden. Hij ging teveel lijken op de westerse Kerstman en herinnerde daarnaast aan de Sovjettijd.

(Voor het schrijven van dit stukje heb ik dankbaar gebruik gemaakt van Wikipedia).

Winter ~ 1) Deel van een jaar 2) Deel van het jaar 3) Jaardeel 4) Jaargetijde 5) Koude jaargetijde 6) Nederlandse vlootvoogd 7) Periode die er ’n wit landschap van kan maken ( crypt) 8) Schrijver 9) Seizoen 10) Vroege voorjaar.

#WOT: betekent Write on Thursday. Iedere donderdag kiest Martha een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen. Laat HIER een link achter naar je eigen blog zodat iedereen mee kan lezen.

© Jannie Trouwborst, januari 2017.

woensdag 25 januari 2017

Op oud ijs vriest het licht

Het vriest al een paar nachten, her en der wordt voorzichtig geschaatst. Een spreekwoord over ijs, vraagt Carel. Heel toepasselijk en keus genoeg. Want wat hoort (hoorde) er meer bij Nederland dan ijs in de winter? Toen ik op zoek ging, kwam ik veel bekende gezegden en spreekwoorden tegen. Maar ook enkele nieuwe. Dat maakt deze rubriek zo leuk! Nog mooier is het als er één bij is die zo aanspreekt, dat ik hem ga onthouden om in de toekomst zo nu en dan eens te gebruiken. En ik denk dat ik er één gevonden heb.

"Op oud ijs vriest het licht"

Bij de (historische) verklaring van de betekenis verschillen de schrijvers van mening. In elk geval moet "licht" hier opgevat worden als "gemakkelijk, snel". Heel letterlijk zou je dus kunnen zeggen dat als er al een laagje ijs ligt het gemakkelijker aangroeit.  

Maar bij een spreekwoord gaat het meestal om een metafoor. In dit geval zeggen de oude geschriften:

"Dat wil zeggen, daar noch eenig overblyfzel, en geschiktheid tot iets is, kan dat lichtelyk weder opgewekt en hervat worden. Bv. voorbeeld, een vonkje van oude liefde, haat, enz."

Een oude vete, een afgebroken vrijerij, een oude kwaal: soms is er weinig voor nodig of het steekt de kop weer op. En dan soms nog heftiger dan daarvoor.

In het Fries zegt men: "op âld iis friest it fûl (fel); as 't op âld iis friest, is 't gau sterk", wat betekent: "wordt een afgebroken vrijerij opnieuw aangeknoopt, dan volgt het huwelijk spoedig; 

Een vergelijkbaar Duits spreekwoord dat vermeld wordt als synoniem wil ik jullie niet onthouden. Van weduwen en weduwnaars zegt men: angebrannt Holz geht bald wieder an. Ook een hele mooie uitdrukking.

© Jannie Trouwborst, januari 2017. 

Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen.

vrijdag 20 januari 2017

Korenbloemenblauw

Mijn mooiste blauw is korenbloemenblauw. Ik heb daar goede herinneringen aan, dus in de serie Oma vertelt.....

Van mijn 7de tot mijn 17de ging ons gezin elk jaar de hele maand juli op vakantie naar de pas ontdekte badplaats Zoutelande (Walcheren). Bungalowparken bestonden nog niet, wel kampeerterreinen. En particuliere woningen: de bewoners trokken zich in de zomer terug in hun verbouwde schuurtjes ergens achter het huis en verhuurden hun huis aan de badgasten of gatbasten, zoals de plaatselijke jeugd ons noemde. De kinderen moesten zich het hele seizoen buiten vermaken: binnen was het krap en al hun speelgoed en boeken waren opgeborgen. Dat realiseer je je nog niet als kind op vakantie. Maar dat ze een hekel aan ons hadden, was wel duidelijk. Hun ouders konden het geld echter goed gebruiken en waren blij als tevreden huurders elk jaar terugkwamen.

Ik denk met plezier en dankbaarheid terug aan de zomers aan zee. Elke dag waren we op het strand te vinden en we kwamen vaak bruiner terug dan de kinderen die opschepten over verre vakanties naar Spanje of Frankrijk. We hadden een kotje op het strand voor onze strandspullen. Met een zonneluifel, die ook dienst kon doen als windscherm. Geen enkel weertype hield ons tegen. Bij harde wind was het heerlijk spelen in de golven, als er en bui overtrok, schuilden we in het kotje. En als het (zoals elk jaar wel een keer gebeurde) springtij was met harde wind, verdedigden we ons kotje door het opwerpen van dijkjes en door het vast te binden met touwen aan de staken achter het kotje. Ieder jaar verloren de verhuurders wel kotjes aan de golven, maar dat van ons is hoogstens een keer scheefgezakt.

Toch was er iets dat mij lang dwars gezeten heeft. In die tijd waren de schoolvakanties nog van 15 juli tot 15 september. Mijn vader vroeg vrij voor ons, omdat hij op zijn werk afspraken over de vakantie moest maken. Voor ons betekende het dat we nooit met een schoolreisje mee konden en ook niet naar het afsluitende 3-daagse kamp in de 6de klas (groep 8). Maar er was iets dat ik nog erger vond. Mijn vader en ik waren beiden in de laatste week van juli jarig. Dat betekende niet trakteren op school en geen verjaardagsfeestje met vriendinnetjes. Dat betekende ook dat ik daardoor vrijwel nooit uitgenodigd werd voor feestjes van de andere kinderen in mijn klas. 
Ik ben daar lang verongelijkt over geweest. Pas later drong het tot me door dat ze het niet breed hadden en dat ze heel zuinig moesten zijn om een maand met ons naar zee te kunnen gaan. De kosten voor trakteren en feestjes die daardoor uitgespaard werden, waren meer dan welkom. Maar ja als kind......

Toch was er iets waar ik elk jaar weer naar uitkeek. Tante Pie, zoals we de vrouw des huizes gingen noemen, zorgde elk jaar in die laatste week voor een speciaal verjaardagsboeket voor mijn vader en mij: een heus veldboeket.
Wie destijds op het duin, met de rug naar zee, over Walcheren uitkeek, zag een kleurig palet van goudgeel graan en vele tinten groen: het loof van aardappelen, suikerbieten, uien. En in de verte kerktorens, boerderijen met grote schuren en de vuurtoren van Westkapelle. Op een zonnige morgen in die laatste week stond tante Pie heel vroeg op. Ze trok de velden in en kwam terug met haver, gerst, tarwe, klaprozen, kamille en.......korenbloemen. Ze maakte er een mooi boeket van in een glanzende, roodkoperen schaal. Het zijn en blijven de mooiste boeketten die ik ooit kreeg. Ze stonden niet lang, dat maakte niet uit, we moesten al snel weer naar huis.

Sinds die zomers aan zee is korenbloemenblauw voor mij dus de allermooiste kleur.


© Jannie Trouwborst, januari 2017.


*Blauw ~ 1) Beschonken 2) Dronken 3) Hemelsblauw 4) Hoofdkleur 5) Indigo 6) Kleur 7) Kleur op waterkraan voor koud water 8) Kleur van de regenboog 9) Plaats in Groningen

# WOT: betekent Write on Thursday. Iedere donderdag kiest Martha een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen. Laat HIER een link achter naar je eigen blog zodat iedereen mee kan lezen.

donderdag 19 januari 2017

Slapen zonder duivel

Een eenvoudig woord, maar een moeilijke opgave dit keer in de spreekwoordenserie van Carel: slapen. (KLIK HIER). Het mooist is natuurlijk als je een bijzonder, niet zo vaak gebruikt gezegde of spreekwoord kunt vinden. Maar hier moest ik toch echt eerst een nachtje over slapen, want je moet geen slapende honden wakker maken. Dus maar een slaapmutsje genomen om te voorkomen dat ik er een slapeloze nacht van kreeg. Vervolgens een gat in de dag geslapen. Aangezien het moeilijk is om slapende rijk te worden ben ik toch maar opgestaan. Hoewel ieder natuurlijk zijn bed moet maken zoals hij slapen wil. Eigenlijk bleef er maar één spreekwoord over dat misschien iets minder bekend is, maar in mijn jeugd veel gebezigd werd:

Twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen.

Ik ben opgegroeid in een tijd dat de verzuiling iets was om ernstig rekening mee te houden. Verkering met een katholieke jongen als je zelf hervormd, of erger "niets" was, was ondenkbaar. Zelfs kleinere kinderen worstelden er mee. Toen wij in 1964 naar Arnhem verhuisden vroeg het overbuurmeisje aan mijn zusje van 6: "Ben jij katholiek of protestant?" Mijn zusje keek haar stomverbaasd aan en zei: "Ik ben Tine". Want ja, wij waren "niets" dus ze begreep echt niet waar dit over ging. Maar blijkbaar was het voor haar leeftijdgenootje erg belangrijk.

Het werd nog ingewikkelder toen er binnen het protestantse geloof zoveel afsplitsingen ontstonden dat ook daar een "duivel" tussen kon komen te slapen. Ik heb dat nooit zo goed begrepen: als beide partners in dezelfde God geloven, dan maakt het toch niet uit? God is Liefde heb ik weleens gehoord. Dus hoe zou de duivel zich daar tussen kunnen wringen? Hoogstens door van de partner te eisen dat deze zijn/haar geloof op een andere manier moest gaan belijden. En dat is wat ook vaak gebeurde: katholiek worden omdat het huwelijk anders niet ingezegend kon worden. Tja, als je duivel ter wille wilt zijn, dan moet je het zo doen. Dat het ook anders kan en dat het spreekwoord niet klopt, hebben onze koning en koningin wel bewezen.

Nu is dat allemaal bij de meeste geloofsrichtingen veel minder. Maar toch zie ik weer een nieuwe verzuiling ontstaan: tussen moslims en niet-moslims. Vreemd genoeg hoor ik wel eens over vròuwen die over gaan tot het islamitische geloof, uit overtuiging of voor hun partner, maar bij mannen lijkt dat veel minder te gebeuren. Dat is vergelijkbaar met vroeger, toen stapte ook meestal de vrouw over. Trouwen met iemand die "niets" is, komt nog minder voor. Een huwelijk tussen een christen en een moslim lijkt helemaal uit den boze, zoals het dat vroeger was tussen een protestant en een katholiek.

De duivel zet ons tegen elkaar op, wordt gezegd, maar of dat iets met het geloof en de liefde te maken heeft? Ik denk het eigenlijk niet, maar misschien heb ik geen recht van spreken: ik ben uiteindelijk "niets".

Zo de klus is geklaard. Ik slaap vannacht weer als een roos!

© Jannie Trouwborst, januari 2017.

Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen.

maandag 16 januari 2017

Mayn Shtetl Sas - Klezmerband

Fiddler on the Roof, in het Nederlands Anatevka, is een musical die voor het eerst werd uitgevoerd op Broadway op 22 september 1964. Het verhaal is gebaseerd op de Jiddische roman Tevye en zijn dochters (of Tevje de Melkboer en andere verhalen) uit 1894 van de Russisch-joodse schrijver Sjolem Alejchem. De muziek werd geschreven door Jerry Bock op tekst van Sheldon Harnick. Bekende liedjes uit de musical zijn: If I Were A Rich Man (Als ik toch eens rijk was), Sunrise, Sunset en Matchmaker, Matchmaker, Make Me A Match. In Nederland speelde destijds (1968?) Lex Goudsmit de hoofdrol. (voor een youtubefilmpje: KLIK HIER)

Daar moest ik aan denken toen ik in ons regionale dagblad las over een jubileumconcert van de Klezmerband Mayn Shtetl Sas (= Mijn stadje Sas) in Sas van Gent. Ik had er al wel vaak enthousiast over horen praten, maar ik was nog nooit bij een optreden geweest. Hoogste tijd dus!

De band bestaat uit 5 mensen:
  • Besklarinet: Maddy Willaert-Ranschaert en Carmen Sijnesael-Andriessen.
  • Basklarinet: Joost van der Geld
  • Tenorsax: Margo Platteeuw-Hoogervorst
  • Zang: Marleen Bode
En Agatha van der Geld, die alle muziekstukken inleidt. Ze begon met een uitleg over wat Klezmermuziek eigenlijk is en waar het vandaan komt.

Het woord klezmer (meervoud: klezmorim) werd oorspronkelijk in de Joodse cultuur in Oost-Europa gebruikt als aanduiding voor een muzikant die de instrumentale bruiloftsmuziek speelde. Op de Joodse bruiloften, die meestal meerdere dagen duurden, speelden de klezmorim/klezmermuzikanten naast veel dansmuziek ook rituele muziek voor bij de huwelijksceremonie en luistermuziek voor bij de maaltijd. Tot aan het midden van de jaren 1970 bestond er geen naam voor de stijl. De muzikanten en platenmaatschappijen noemden de stijl simpelweg "Joodse bruiloftsmuziek". Pas vanaf de heropleving van het muziekgenre eind jaren 1970 werd "klezmer" de benaming voor de muziekstijl. Soms wordt ook wel de term "Jiddische muziek" gebruikt.

Het programma bestond uit zowel dansmuziek als rituele en zowel vrolijke als stemmige muziek. Het was een jubileumconcert waarmee het  tienjarig bestaan werd gevierd. Met oud repertoire, maar ook met nieuwe nummers. Ik heb er echt van genoten. Om met zoveel gevoel te kunnen spelen, moet je wel helemaal verknocht zijn aan je instrument en de stukken die je ten gehore brengt.

Er waren zelfs voor mij als leek bekende stukken bij, zoals de afsluiter die bijna iedereen mee kon zingen: Hava Nagila. Het meest ontroerd werd ik toch door de prachtige vertolking van Amsterdam huilt van Rika Jansen (vorig jaar op 91-jarige leeftijd overleden) door Marleen Bode. Wil je dat destijds bekende lied nog eens horen? KLIK HIER voor een video.

Een geslaagde middag dus. Wie weet tot volgend jaar.

© Jannie Trouwborst, januari 2017.

vrijdag 13 januari 2017

Frustratie? Hoezo?

Er zijn woorden die heel erg moeilijk te verduidelijken zijn door te proberen ze in andere woorden te vangen. Dat is vaak het geval wanneer het betreffende woord over een diepgevoelde emotie gaat. Frustratie is zo'n woord voor mij. Daarbij gaat het zelfs over meerdere emoties: een gevoel van teleurstelling, ergernis, belemmering, maar ook heeft het elementen in zich van boosheid, zelfverwijt, machteloosheid.

De meesten van ons herkennen het gevoel. Maar hoe we er op reageren verschilt per individu en de omstandigheden. Aangezien het meer is dan een gewone teleurstelling kan frustratie zich uiten in agressie of apathie. Beide reacties helpen je niet om je teleurstelling te verwerken en belemmeringen weg te nemen.

Omdat frustratie een gevoel is en geen toestand kun je er in elk geval invloed op uit oefenen, ook als er aan de toestand niets veranderd kan worden. Het is zelfs zo dat als de frustratie toeslaat het eventueel veranderen van de toestand die er de oorzaak van was, nog moeilijker wordt.

Ik zag onlangs een intrigerend filmpje: een klein meisje deed verwoede pogingen om op haar pony te klimmen. Hoe vaak ze ook een nieuwe sprong waagde, hoe zeer ze zich op de rug van het paardje probeerde te trekken, ze gleed er steeds weer af. Maar ze ging door: ongelooflijk, wel dertig, veertig keer. Ik zou moedeloos geworden zijn. En gefrustreerd, boos op mezelf dat ik dat niet kon. En misschien agressief gereageerd hebben naar de filmende ouder die me niet hielp en tenslotte apathisch de onmogelijkheid van op mijn pony rijden aanvaard hebben. Maar het meiske? Onvermoeibaar bleef ze proberen, rustte even, keek eens lachend naar haar filmende ouder, maar vroeg niets en ging het weer proberen. En toen ..... lukte het ineens. Ze zat op haar paardje, fier rechtop, ze straalde! 

Frustratie (dus niet een simpele ergernis of teleurstelling) is een gevoel waar je iets mee kunt. Het vraagt om actie. Jezelf vragen stellen helpt. Kan en wil ik iets doen om de toestand te veranderen? Kan ik accepteren dat de toestand nu eenmaal zo is en hoe kan ik me daar in schikken? Heeft het zin mezelf iets te verwijten? Waarschijnlijk niet. En als dat wel zo is, wat moet ik daar dan aan doen? Zijn er positieve kanten aan deze ongewenste toestand te ontdekken? Wat doe ik met de boosheid naar anderen die er over voel? Is die wel terecht?

Van een teleurstelling of een ergernis maak je zelf een frustratie. Door er anders naar te kijken kun je er wellicht een positieve ervaring van maken. En een frustratie veranderen in een voldoening om fier op te zijn.

© Jannie Trouwborst, januari 2017.

*Frustratie ~ 1) Diep gevoelde teleurstelling 2) Ergernis 3) Gevoel van teleurstelling 4) Innerlijke belemmering 5) Onthouding 6) Ontzegging 7) Remming 8) Teleurstelling 9) Verduwing 10) Versmachting

# WOT: betekent Write on Thursday. Iedere donderdag kiest Martha een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen. Laat HIER een link achter naar je eigen blog zodat iedereen mee kan lezen.

woensdag 11 januari 2017

Werken als een molenpaard

Wij worden ditmaal aan het werk gezet met het woord WERKEN. Altijd eerst even laten bezinken en kijken wat er naar boven komt drijven. Eerst schoot mij een uitdrukking van mijn moeder te binnen als we naar haar zin niet genoeg meehielpen in huis: we hebben hier blijkbaar luxe paarden en werkpaarden. En meteen daarna dacht ik: werken als een molenpaard!

Hoe krijg ik de kans om twee keer achtereen mijn stokpaardje te berijden? Weer een blogje waar molens een rol in spelen! Echte paarden zijn voor mij vooral de enorm sterke en goeiige Zeeuws trekpaarden, zeer geschikt voor het werk op de zware Zeeuwse kleigronden. Maar ze betekenden nog veel meer in een tijd dat de kracht van 1 paard alles was waar men over kon beschikken bij de arbeid. Met daarnaast natuurlijk nog de mogelijkheden van wind en water.

Maar hoezo werken als een molenpaard? Windmolens werden vooral gebruikt voor het malen van graan, het persen van olie of het zagen van hout. En in later tijd het droogmalen van polders. Waterradmolen speelden meestal een rol bij het maken van papier uit lompen of in wasserijen. Ga eens op bezoek in het Openlucht Museum in Arnhem (KLIK HIER), dan kun er één in bedrijf zien.

Wat je daar ook kunt zien is een zgn. rosmolen. Het woord ros doet vast wel een belletje rinkelen: een paard. Boerderijen hadden vroeger vaak een eigen rosmolen, dorpen zelfs een grotere voor twee paarden. Er waren sterke paarden voor nodig om rondlopend de molenstenen in beweging te brengen. Daarmee werd graan gemalen of olie geperst. 
Ook de windmolenaars gebruikten sterke molenpaarden: om karren vol graan bij de boeren te halen en zakken meel thuis te bezorgen. De luxe rijpaardjes van de voorname dames en heren waren daar uiteraard niet geschikt voor.

Werken als een molenpaard wordt nu als uitdrukking gebruikt voor iemand die sterk is en keihard werkt. Meestal gaat het dan om mannen. Maar het woord molenpaard kreeg op den duur nog een andere betekenis: het verwijst naar een grove, potige vrouw. Waarbij ik me niet iemand voorstel die bereid zal zijn om braaf rondjes te lopen in een tredmolen......

(Meer over rosmolens weten? Klik dan HIER. Daar vind je ook een lijst met nog bestaande en soms nog werkende rosmolens in Vlaanderen en Nederland.) 
 
© Jannie Trouwborst, januari 2017.

Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen.

vrijdag 6 januari 2017

Kans, keuze en toeval

Voor mij zijn kans, keuze en toeval nauw met elkaar verbonden. Om een simpel voorbeeld te geven: je kiest er op 30 december voor een oudejaarslot te kopen. De kans bestaat dat je 30 miljoen euro wint. Ook al is die kans maar 0,00002 %. Je bent dan ook niet verbaasd als je niets wint. Er verandert niets in je leven, behalve misschien een andere keuze volgend jaar? Maar als het toeval je gunstig gezind is, dan win je wel en zal je leven voorgoed veranderen. Psychologen en beleggingsadviseurs zullen je helpen om deze fortuinlijke wending in goede banen te leiden.

Maar hoe gaat dat met de echt belangrijke zaken in het leven? Waarom verlopen onze levens, zoals ze verlopen? Is dat ook kans, keuze en toeval of is er meer aan de hand?


Dat je geboren wordt, is niet jouw keuze, maar die van je ouders. Dat je bent wie je bent, is min of meer toeval: het is de unieke combinatie van genen die je via je ouders kreeg. Hoe je je verder zal ontwikkelen is afhankelijk van deze aanleg, de keuzes die je maakt (of die voor je genomen worden) en het toeval.

Elke keus biedt je kansen, maar sluit vaak ook andere mogelijkheden (kansen) uit. Bovendien kan het toeval je een handje helpen of zich juist tegen je keren. Feit blijft dat waar je nu staat in je leven, het resultaat is van de keuzes die jij maakte of niet maakte (maar dat is eigenlijk ook een keus). Ook als het toeval daarbij een (bescheiden) rol speelde.

Kiezen is moeilijk. Juist omdat je weet dat je het toeval nooit helemaal kan uitsluiten, ook al denk je van te voren nog zo goed na over je keuze. Belangrijker is eigenlijk dat je in staat bent kansen te herkennen en dat je jezelf niets verwijt als het toeval ervoor zorgt dat alles anders loopt dan gedacht. Dan komt je aanleg om de hoek kijken: kun je uitgaan van de nieuwe situatie, vooruit kijken, nieuwe kansen zien en keuzes maken of blijf je hangen in zelfbeklag?

Kansberekening lijkt me een loze kreet: leuk voor loterijen, dobbelsteenspelletjes en weerberichten. Want eigenlijk valt het met het puur toevallig zijn van gebeurtenissen wel mee: ze zijn meestal het resultaat van de keuzes van jezelf en/of anderen. Simpel voorbeeld: Als die tegenligger besloten had dat hij met zoveel alcohol op niet achter het stuur zou moeten kruipen, dan waren jullie niet met elkaar in botsing gekomen.

Ik lees graag biografieën. Terugkijken op een mensenleven laat zien welke kansen de hoofdpersoon kreeg, welke keuzes hij/zij maakte en wat het gevolg was (zeker bij invloedrijke personen) voor de kansen die andere mensen daardoor kregen. Toeval is de plek waar je geboren wordt, de rest bestaat voornamelijk uit kansen en de keuzes van jouzelf en/of anderen.

Ook de persoonlijke keuzes die wij maken, bepalen mede hoe het leven van onze medemensen eruit ziet, welke kansen zij krijgen of hen juist ontnomen worden, hoe zij hun leven ervaren. Of het nu gaat om dronken een ongeluk veroorzaken, zonnepanelen op je dak laten leggen, vriendelijk goedemorgen zeggen tegen de buschauffeur, misleidende bankproducten verzinnen of vrijwilliger zijn in een hospice. Het heeft allemaal invloed, op een positieve of negatieve manier, op het leven van anderen.

Jouw keuzes kunnen kansen creëren (of verpesten) voor anderen. Dat laat je toch niet aan het toeval over?

Zoals de vleugelslag van een vlinder in een Braziliaans oerwoud de doorslag kan geven tussen mooi weer en een orkaan in Japan.

© Jannie Trouwborst, januari 2017 

* Kans ~ 1) Blind geluk 2) Bof 3) Doelpoging 4) Fortuin 5) Gelegenheid 6) Gelukje 7) Gewaagde onderneming 8) Goede hoop 9) Gok 10) Gooi 11) Gunstige gelegenheid 12) Hazard 13) Kijk 14) Mogelijkheid 15) Perspectief 16) Preekstoel 17) Risico 18) Risicovolle onderneming 19) Sjaans 20) Spreekgestoelte 21) Toekomst 22) Toeval 23) Tref 24) Uitgelezen mogelijkheid

# WOT: betekent Write on Thursday. Iedere donderdag kiest ik Martha een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen. Laat HIER een link achter naar je eigen blog zodat iedereen mee kan lezen.

dinsdag 3 januari 2017

Wie het eerst komt, het eerst maalt

"Wie het eerst komt, het eerst maalt" is een spreekwoord dat totaal niet bij mij past. Het doet mij denken aan voordringen, op sluwe wijze anderen het nakijken geven. Dat staat mij tegen. Gelukkig is er een ander spreekwoord dat zegt: "de eersten zullen de laatsten zijn" en niet te vergeten "wie het laatst lacht, lacht het best".

Waarom dan toch dit spreekwoord uitgekozen voor deze rubriek? Vanwege de herkomst die verwijst naar mijn favoriete cultuurhistorische monumenten: molens. Menigeen zal het verband al gelegd hebben: dit gaat over boeren die hun graan komen laten malen bij de molen. Het dateert al uit de Middeleeuwen, toen er nog banmolens waren.

Een banmolen of dwangmolen, was een molen waar de naburige boeren verplicht waren hun graan te laten malen. Vaak waren deze molens eigendom van de plaatselijke heer of een andere hogere autoriteit, zoals een abdij. Het feodale recht van molendwang is in West-Europa in de twaalfde eeuw ontstaan. Het doel van deze molendwang was een deel, bijvoorbeeld een tiende, van (de waarde van) het graan als belasting te kunnen innen.


In een charter van den Heer van Landrécyes van 1191 komt een verordening voor, die in het kort weergegeven luidt: ‘Le meunier sera tenu de moudre les grains des bourgeois chacun à son tour à l'ordre de leur arrivée’. Nederlandse documenten bevatten uitdrukkingen als: Die eerst ter molen comt, sal eerst malen, ante molam primo veniens prius hic molet imo; die yerst coemt, die maelt yerst; so wie eerst ter molen coemt, die zal eerst malen’ en nog vele andere. Zie daarvoor de site van DBNL (KLIK HIER). 

Eigenlijk betekent dat dus iets totaal anders dan de betekenis die er tegenwoordig aan toegekend wordt: het is een waarschuwing voor de molenaar dat hij zijn klanten netjes in volgorde van aankomst moet bedienen. En niet dat de klanten er op uit moeten zijn "haantje de voorste" te zijn. En "dat is koren op mijn molen!"

Dat onze molens gelukkig nog lang niet vergeten zijn, mag blijken uit de enorme hoeveelheid spreekwoorden en gezegden erover en uit het feit die ook nog geregeld gebezigd worden. Aangezien "de eerste klap een daalder waard is", heb ik ze in dit eerste spreekwoordenblog van 2017 bij elkaar gebracht.

@Jannie Trouwborst, januari 2017.

Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen.