donderdag 7 mei 2020

Vrijheid

Het is al even geleden dat ik voor het laatst meedeed aan #WOT. #WOT betekent Write on Thursday. Inmiddels wordt het georganiseerd door ALI.  Iedere donderdag verzint ze een woord waar je over kunt schrijven (bloggen, vloggen of ploggen). Niets moet, alles mag. Je kunt op ieder moment instappen. 

Het #WOT woord van vandaag is:
Vrijheid = 1) het vrij zijn; onafhankelijkheid, vrijheid, blijheid, iedereen moet maar doen waar hij zin in heeft, 2) daad die de gewone grenzen overschrijdt; zich vrijheden veroorloven.

Uiteraard komt in dit verband de viering van 75 jaar vrijheid het eerst naar boven: het vieren van het einde van de Tweede Wereldoorlog, die gepaard ging met onderdrukking en het op alle mogelijke manieren inperken van persoonlijke vrijheid. Daar is de afgelopen periode al heel veel aandacht aan besteed en er is gewaarschuwd dat we oplettend moeten zijn, als we niet willen dat onze democratische rechtstaat opnieuw gekaapt wordt door nazistische groeperingen. 

Mij schoot echter ook meteen een lied te binnen dat wij zongen op de bijeenkomsten van de AJC (1918-1959). Voor wie dat niets zegt: een soort van padvindersclub voor arbeiderskinderen, de Arbeiders Jeugd Centrale (zie:WIKIPEDIA). Als kind maakte ik er deel van uit tot de opheffing. Ik was toen 12 jaar. Blijkbaar sprak het me toen al zo aan, dat ik het nu nog kan zingen. D.w.z. het eerste couplet, de andere heb ik er voor dit stukje bij gezocht.:
De gedachten zijn vrij
Wie raadt ze daarbinnen?
Zij dansen voorbij
Als nacht'lijke schimmen
Geen mens kan ze naken
Geen jager ze raken
Laat wezen wat zij:
De gedachten zijn vrij

Ik denk mij wat ik wil
In heimlijke dromen
Haar zoetheid laat ik stil
Mijn harte doorstromen
Mijn wens en begeren
Kan niemand mij weren
Laat wezen wat zij:
De gedachten zijn vrij! 

En spert men mij geboeid
In duistere toren
Hun zorgen en moeit'
Gaan alle verloren
Gedachten als vuren
Doen storten de muren
En zold'ring daarbij!
De gedachten zijn vrij! 

Daarom wil ik immer,
de zorgen verjagen,
en zal mij ook nimmer
met spoken meer plagen
Men kan toch daar binnen,
steeds lachen en minnen
en denken, wat ook zij:
de gedachten zijn vrij !
Ik heb zelf de oorlog niet meegemaakt, mijn ouders wel en die spraken er ook met ons over. Voor hen zal het een andere, meer beladen betekenis gehad hebben dan voor mij. Bij het opzoeken van de rest van de tekst, ontdekte ik dat het een van oorsprong Duits lied is uit de periode van de boerenoorlogen in Duitsland rond 1500. Het is één van de eerste protestsongs, een aanklacht tegen censuur en controle.

Het werd gezongen in verzetskringen en in de concentratiekampen tijdens de Tweede Wereldoorlog, en het werd verboden door Hitler. 

Dat is nieuw voor mij. Het kan me nog steeds ontroeren en geruststellen. Precies zoals ik dat destijds voelde, zonder te beseffen dat mijn ouders (die het belangrijk vonden dat ik naar de AJC ging), het direct met de jaren van de onderdrukking verbonden. 

En zeg nou zelf, al is de tekst ouderwets en bombastisch, de moraal van het verhaal is dezelfde gebleven.

© Jannie Trouwborst, mei 2020.


1 opmerking: