zondag 23 december 2018

Het roer moet om deel 1: de geschiedenis herhaalt zich

Het wordt tijd dat ik aan mijn stukje begin over wat ik ga doen aan de onbehaaglijke gevoelens die me belemmeren om zo onbekommerd mogelijk te genieten van mijn oude dag. Ik heb een leven lang keihard gewerkt, voor mijn gezin, voor mijn werkgevers, voor anderen. Plichtsgetrouw en perfectionistisch en nu ik met pensioen ben, maak ik er naar mijn gevoel een zooitje van. Ik zou kunnen doen waar ik zin in heb, maar dat is het vreemde: dat doe ik niet. Ik kan nergens meer gepassioneerd door raken en stort me vooral in zelf oplegde, nieuwe verplichtingen, waarvan ik me steeds meer af ga vragen waarom ik dat doe en hoeveel plezier die me nu eigenlijk geven. Met als basis: ik moet nuttig bezig zijn, vooral voor anderen.

Ik moet boekrecensies schrijven om lezers aan mooie boeken te helpen en schrijvers aan lezers. Ik moet blogjes schrijven over mooie wandelroutes om wandelaars een plezier te doen en nieuwe natuurgebieden te laten ontdekken. En blogs over films en theaterstukken die ik zag en aan anderen aan wil bevelen. Als ik wandel moet er een vuilniszak mee om de achtergelaten troep van anderen onderweg meteen op te ruimen. En dat zijn dan nog dingen die niet bij voorbaat vervelend zijn, al veranderen ze wel de beleving van de onderliggende activiteiten: onbekommerd wandelen en van de natuur genieten en lezen zonder voortdurend alert te zijn op wat er in een recensie moet komen te staan.

Daarnaast is er de opruimplicht in huis. Ik wil mijn kinderen niet achterlaten met de enorme hoeveelheid troep die ik in de loop van tientallen jaren verzameld heb. Kasten vol boeken en dozen vol foto's en dia's, zowel van mijzelf, als van mijn ouders en grootouders. En papieren, heel veel papieren. Sommige stukken zijn waardevol voor het nageslacht. Die zitten veelal al in een grote hutkoffer voor het genealogisch onderzoek. Maar er moet ook nog heel veel uitgezocht worden en weggedaan. Zonder voorwerk zouden mijn kinderen de berg niet meer kunnen overzien en vermoedelijk dingen wegdoen die nu juist bewaard zouden moeten worden. Uit pure wanhoop omdat het veel teveel is om in hun drukke levens zelf nog uit te zoeken.

Dan de tuin: de natuur bekommert zich niet om mijn gemoedstoestand en groeit vrolijk door, zolang ik niet ingrijp. Sommige kruiden grijpen hun kans, planten zaaien zich uit, fruitbomen vertonen scheuten en zijtakken die gesnoeid hadden moeten worden, de moestuin is overgenomen door van alles dat door anderen onkruid wordt genoemd, maar dat voor mij juist zulke mooie bloemen heeft of goed is voor de bijen, alleen: het weet geen maat te houden en staat elkaar te verdringen.

En zo sta ik elke ochtend moedeloos op: waar moet ik beginnen? Meestal worden dat de nuttige dingen: de was, de bedden verschonen, de administratie doen. Goed bezig, schouderklopje. Sinds kort is ook het dagelijkse wandelingetje tot de categorie nuttig verklaard, ook als ik geen flesjes of blikjes loop te rapen: het is nodig voor mijn gezondheid en die begint natuurlijk met het vorderen van de leeftijd steeds meer barstjes te vertonen. Dat geldt ook voor de Qigong oefeningen die me helpen soepel te blijven en mijn maalstroom aan gedachten even stop te zetten. Nuttig en noodzakelijk, maar met plezier? Niet altijd, want het nuttige effect toont zich alleen, als ik het een poosje oversla: rugpijn zonder de Qigong en slapeloosheid zonder de nodige hoeveelheid zonlicht overdag.

Als je niet tijdig iets aan ontspanning doet, gaat het niet goed, dat weet ik uit het verleden. Ik herinner me de periode dat mijn drie kinderen een voor een de deur uitgingen, dat er meer ruimte kwam voor wat ik zou graag zou willen doen en dat ik in een diep gat viel. Ik had mijn levenstaak volbracht: ik had mijn kinderen opgevoed tot waardevolle mensen voor onze maatschappij, die hopelijk een goede eigen weg in het leven zouden kunnen vinden. Ik was overbodig geworden. Mijn werk beviel me niet meer na een niet gewenste interne overplaatsing, maar hield me nog even op de been tot ik begreep dat niemand onmisbaar is en ook ik best gemist kon worden. Hoog tijd om na te denken over wat IK dan graag zou willen doen en toen kwam de grote klap: ik was zolang nuttig bezig geweest voor anderen, dat ik geen flauw idee meer had waar ikzelf plezier aan kon beleven. O, ik probeerde wel van alles, maar niets was meer leuk, ik had nergens meer zin in. Sloot me steeds verder af voor alles en iedereen, meldde me ziek op het werk en zat maandenlang thuis wezenloos voor me uit te staren.

Een vreselijke periode. Een paar gesprekken (max. 6 was toegestaan door de zorgverzekering) met de psycholoog leverden me weinig op. Medicijnen tegen depressiviteit wilde ik niet, bang voor de bijwerkingen of de onderdrukking van wat ik zelf moest zien op te lossen. En zo kwam uiteindelijk het wandelen op mijn pad. Ik wist mezelf ertoe te bewegen elke ochtend mijn wandelschoenen aan te trekken en te gaan lopen, zonder voorop gesteld plan. De eerste tijd liep ik onderweg alleen maar te huilen. Maar langzamerhand ontwikkelde zich aandacht voor de mooie omgeving van Voorne-Putten en werden mijn wandelingen langer, verzamelde ik historische gegevens van alle plekken en plaatsjes waar ik kwam. Maakte ik wandelroutes en beschreef wat er te zien was. Ik kreeg het gevoel weer nuttig bezig te zijn, weer iets zinvols voor anderen te kunnen doen.

Toen de tijd rijp was om contact op te nemen met het Recreatieschap, was ik bloednerveus. Kan ik dit wel? Maar ik voelde dat het mijn leven een goede wending kon geven, als ik de moed opbracht het gesprek aan te gaan. En dat deed het. In de jaren daarna schreef enkele wandelboekjes, zowel voor Voorne-Putten, als later met nog meer plezier voor de Hoeksche Waard. Ik zie ze zeer zelden: de mensen die genieten van die tochtjes en interessante weetjes lezen over de omgeving. Maar het geeft een goed gevoel te weten dat ze er zijn.

Dat was toen. En nu? Opnieuw een crisis, misschien minder heftig, maar wel weer verlammend. Daar moet iets aan gebeuren voor ik helemaal afglijd en het echt niet meer zie zitten. En weer zal ik het zelf op moeten lossen. Schrijven heeft me in het verleden enorm geholpen. En dat zal het nu ook. Ik voel het en weet het zeker. Wordt vervolgd.

© Jannie Trouwborst, december 2018.

6 opmerkingen:

  1. O Jannie, wat treurig. Ik heb altijd zo te doen met mensen die perfectionistisch zijn. Alsof ze altijd beter of meer moeten doen/zijn dan ze zijn. Ik weet niet goed wat ik er over moet zeggen. Ik lees je graag, maar je moet natuurlijk niks. Geniet en tob met mate, zoiets zou ik tegen je willen zeggen.
    Fijne dagen en groetjes van Stien

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je wel Stien. Jij ook fijne dagen en het komt wel weer goed.

      Verwijderen
  2. Jeetje Jannie, hier schrik ik van, ik weet dat bloggen op dit moment op een laag pitje staat bij je maar ik wist niet dat je hier zo mee worstelt momenteel. Ik ben blij te horen dat je er nu eerder bij bent, dat je aan de rem trekt voordat je verder afglijdt.

    Ik vind het zo naar en droevig om te horen dat je dit eerder hebt meegemaakt, dan zit de schrik er nu goed in.

    Ik kan je geen advies geven en volgens mij hoeft dat ook niet, je weet waar de schoen wringt en wat hier aan te doen lees ik in jouw verhaal. Ik hoop dat het schrijven jou helpt en dat je je steeds beterder gaat voelen.

    Ik hoop dat er een deel 2 komt op deze blogpost, dat je weer plezier krijgt in alles en geen druk meer voelt.

    Voor nu wens ik je hele fijne kerstdagen toe omringd door iedereen van wie je houdt.
    Weet dat ik aan je denk. ❤️


    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dankjewel Sandra, jij ook fijne dagen. Deel twee komt er aan over een poosje. Het gaat in stapjes bij mij: al schrijvend kom ik steeds dichter bij de oplossing. Het is de enige manier om alles op een rijtje te krijgen.

      Verwijderen
  3. Heel fijn te lezen dat je zoveel kunt halen uit het schrijven. Ik herken dat heel sterk. Met schrijven kun je je even helemaal op jezelf richten en ervaren wat er gebeurt.
    Ook goed om te lezen dat je nu doorhebt dat je een dal inglijdt wat voorheen een afgrond is geweest. Dus je weet ook heel goed dat je daar uit gaat komen. Blijkbaar zitten patronen bij mensen er zo diep ingesleten dat het best wat moeite kost om die te wijzigen. Gelukkig is het niet onmogelijk. En als ik je zo lees, heb je ook de moed om dat te gaan doen.
    Ik wens je heel veel liefs voor jezelf toe met als resultaat onbeperkt genieten van de komende jaren.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je wel Niek. Ik heb er alle vertrouwen in, dat het goed komt. En wat je zegt: oude patronen. Tijd om ze te doorbreken.

      Verwijderen