In wat voor stemming zou Carel geweest zijn, toen hij voor de #SG17-27 het woord BUI (KLIK HIER) opgaf? In een vrolijke bui, een boze bui, een melancholische bui..... vul maar in. Of was hij net drijfnat geregend?
Uit
het etymologisch woordenboek blijkt dat bui als "neerslag" vanaf 1599
gebruikt werd, als "vlaag van ongenoegen" vanaf 1626 en als "stemming"
vanaf 1786. Vooral de korte tijdsspanne tussen de eerste en de tweede
betekenis valt me op. De oorspronkelijke "buy" was dan ook niet zomaar
een beetje regen. Een hevige wind, met stormvlagen en striemende regen
hoorden erbij. Dat verklaart waarom het ook in overdrachtelijke zin
gebruikt kon worden als een "vlaag van ongenoegen". Maar een bui drijft
over en het weer klaart op. Net als de vlaag van ongenoegen tijdelijk is
en de boze bui weer verdwijnt.
Het
duurde wat langer voor de bui "stemming in het algemeen" ging betekenen
en hoewel dat verband moeilijker te verklaren is (een bui is immers
vooral negatief), wordt het inmiddels voor vele soorten stemmingen
gebruikt.
Ik zie (of voel) de bui al hangen betekent zoveel als: ik zag de narigheid al aankomen. De bui afwachten betekent: weten dat er iets te vrezen valt en dat maar rustig afwachten. Voor de bui binnen zijn:
schuilen voor het onheil komt. Allemaal spreekwoorden waarin bui als
weersverschijnsel nog doorklinkt. En waarbij vooral de dreiging van
onheil, net als bij storm en regenbuien, een rol speelt.
Met De bui zal wel overwaaien
zitten we m.i. op de grens van weersverschijnsel en stemming. Ook een
ander Hollands weersverschijnsel zit erin: wind. Letterlijk genomen
betekent het natuurlijk dat het weer wel weer op zal klaren als de bui
overgewaaid is, maar wij gebruiken de uitdrukking vooral om aan te
geven: die boosheid verdwijnt wel weer. Een voorbeeld van "vlaag van
ongenoegen". Bui verbonden dus met een persoonlijke stemming.
En
tegenwoordig zijn we allemaal in allerlei buien gade te slaan: jolige,
vrijgevige, sombere, ijverige, uitgelaten, boze of sacherijnige. Door de
Dikke van Dale samengevat als: luim. Ook een mooi woord.
De Dikke van Dale geeft nog als voorbeeld: Zij heeft zo haar buien. Mijn moeder had daar nog al last van. Er was dan geen land met haar te bezeilen. Maar daar hadden wij toch een andere uitdrukking voor: Ze heeft weer eens de bokkenpruik op. Behalve
humeurig was ze nl. nog eens op een koppige manier boos. Dan past die
uitdrukking toch beter. Maar waar die dan weer vandaan komt? Dat zoeken
we op!
© Jannie Trouwborst, juli 2017.
Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog
een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan
altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven
waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken
en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link
onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten