dinsdag 4 juli 2017

De ene bui is de andere niet

In wat voor stemming zou Carel geweest zijn, toen hij voor de #SG17-27 het woord BUI (KLIK HIER) opgaf? In een vrolijke bui, een boze bui, een melancholische bui..... vul maar in. Of was hij net drijfnat geregend?


Uit het etymologisch woordenboek blijkt dat bui als "neerslag" vanaf 1599 gebruikt werd, als "vlaag van ongenoegen" vanaf 1626 en als "stemming" vanaf 1786. Vooral de korte tijdsspanne tussen de eerste en de tweede betekenis valt me op. De oorspronkelijke "buy" was dan ook niet zomaar een beetje regen. Een hevige wind, met stormvlagen en striemende regen hoorden erbij. Dat verklaart waarom het ook in overdrachtelijke zin gebruikt kon worden als een "vlaag van ongenoegen". Maar een bui drijft over en het weer klaart op. Net als de vlaag van ongenoegen tijdelijk is en de boze bui weer verdwijnt.
Het duurde wat langer voor de bui "stemming in het algemeen" ging betekenen en hoewel dat verband moeilijker te verklaren is (een bui is immers vooral negatief), wordt het inmiddels voor vele soorten stemmingen gebruikt.

Ik zie (of voel) de bui al hangen betekent zoveel als: ik zag de narigheid al aankomen. De bui afwachten betekent: weten dat er iets te vrezen valt en dat maar rustig afwachten. Voor de bui binnen zijn: schuilen voor het onheil komt. Allemaal spreekwoorden waarin bui als weersverschijnsel nog doorklinkt. En waarbij vooral de dreiging van onheil, net als bij storm en regenbuien, een rol speelt.

Met De bui zal wel overwaaien zitten we m.i. op de grens van weersverschijnsel en stemming. Ook een ander Hollands weersverschijnsel zit erin: wind. Letterlijk genomen betekent het natuurlijk dat het weer wel weer op zal klaren als de bui overgewaaid is, maar wij gebruiken de uitdrukking vooral om aan te geven: die boosheid verdwijnt wel weer. Een voorbeeld van "vlaag van ongenoegen". Bui verbonden dus met een persoonlijke stemming.


En tegenwoordig zijn we allemaal in allerlei buien gade te slaan: jolige, vrijgevige, sombere, ijverige, uitgelaten, boze of sacherijnige. Door de Dikke van Dale samengevat als: luim. Ook een mooi woord.

De Dikke van Dale geeft nog als voorbeeld: Zij heeft zo haar buien. Mijn moeder had daar nog al last van. Er was dan geen land met haar te bezeilen. Maar daar hadden wij toch een andere uitdrukking voor: Ze heeft weer eens de bokkenpruik op. Behalve humeurig was ze nl. nog eens op een koppige manier boos. Dan past die uitdrukking toch beter. Maar waar die dan weer vandaan komt? Dat zoeken we op!

 © Jannie Trouwborst, juli 2017.

Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten